Hoofdstuk 1
Organisatiekunde= blz 4
De wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van gedrag van en in organisaties en de wijze
waarop organisaties bestuurd kunnen worden.
Interdisciplinair= verschillende disciplines komen samen
Organisatiekunde is ook een vakgebied dat gebruikt maakt van kennis en ervaringen uit andere
vakgebieden.
Vakgebieden waarvan de organisatiekunde onder andere gebuikt maakt zijn onder andere:
- Bedrijfseconomie (waaronder kostencalculatie, financiering en managementaccounting).
- Algemene economie (micro en macro- economie en internationale handel)
- Marketing ( strategievorming, consumentengedrag, marketingmixinstrumenten)
- Juridische wetenschappen (vooral arbeidsrechten en ondernemingsrecht)
- Technisch wetenschappen (procestechnologie, systeemtheorie, arbeidsstudie)
- Gedragswetenschappen (sociologie, arbeids- en organisatiepsychologie)
Management= organiseren blz 5
Het optimaal samenwerken van mensen en middelen om een bepaald doel te bereiken.
- Samenwerken
- Optimaal: alles moet zo goed mogelijk gebeuren, zowel voor de organisatie als gehaals als
voor de mensen.
- Bepaald doel: het managen van de samenwerking is gericht op een bepaald doel. Het is dus
niet vrijblijvend.
Manager=
Een persoon die sturing geeft aan processen, mensen en middelen om een bepaald doel te bereiken.
Een organisatie= blz 6
Samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken. Het liefst met zo veel
mogelijk mensen onder andere: medewerkers, leden, donateurs, sympathisanten en activisten.
- Landelijke studenten vakbond
- Het leger des heils
Een Bedrijf= blz 7
Produceert goederen of diensten en voorziet daarmee in een maatschappelijke behoefte.
- Scholen
- Ziekenhuis
- Het Rijksmuseum
Een onderneming=
Bedrijf met als belangrijkste doelstelling: winst
- Winkels
- Supermarkten
Profitorganisatie= gericht op het maken van winst.
Non proforganisatie= gericht op maatschappelijke doelen-> geen winst
,Rechtsvorm= blz 9
De juridische wijze waarin natuurlijke personen, rechtspersonen of combinaties daarvan
samenwerken voor een gemeenschappelijk doel of belang.
Rechtsvormen voor natuurlijke personen=
- Eenmanszaak:
Een persoon is eigenaar van de onderneming
- Maatschap:
Twee of meer personen die de samenwerking aangaan
- Vennootschap onder firma (VOF):
Wanneer twee of meer personen een samenwerkingsverband aangaan om een onder een
maatschappelijke naam een bedrijf uit te oefenen.
- Commanditaire vennootschap:
Twee soorten firmanten. Beherende en stille vennoten. Beherende hebben dagelijkse
leiding, stille vennoten zijn alleen financieel betrokken.
Rechtspersoon=
Een juridische constructie waardoor een organisatie volwaardig en handels bekwaam op kan treden
in het rechtsverkeer met rechten en plichten.
Bladzijde 10 eens goed bekijken
Privaatrechtelijke rechtspersonen zijn: blz 10
- Naamloze vennootschap:
Een naamloze vennootschap (NV) is een rechtspersoon waarvan het kapitaal verdeeld is in
aandelen die in beginsel vrij overdraagbaar zijn.
- Besloten vennootschap
Een besloten vennootschap (BV) met beperkte aansprakelijkheid is een rechtspersoon
waarvan het maatschappelijk kapitaal verdeeld is in aandelen die niet vrij overdraagbaar zijn.
- Coöperatie:
Een coöperatie is een vorm van zelforganisatie van producenten of verbruikers gericht op het
vergroten van de economische macht en het behalen van een schaalvoordeel.
- Vereniging:
Twee of meer personen die volgens vastgestelde regels samenwerken voor een bepaald
doel.
- Stichting:
Een stichting is een organisatie die erop gericht is een bepaald – meestal sociaal of ideëel –
doel te verwezenlijken.
,Hoofdstuk 2
Strategie= blz 15
De lange termijndoelen van een organisatie en de inzet van middelen en activiteiten om die doelen
de realiseren.
Een strategie gaat over de manier waarop je probeert organisatiedoelen te bereiken. Strategieën
gaan over de langere termijn. Een gangbare termijn is 3 tot 5 jaar maar dit kan soms ook eerder of
langer zijn. Een strategie moet doelgericht zijn en er moet duidelijk zijn wat ze willen bereiken.
De middelen die gebruikt worden zijn:
- Mensen
- Kapitaalgoederen (gebouwen en machines)
- Financiële middelen
Bij de strategie stel je vooral de vraag wat en hoe?
Strategie is belangrijk en noodzakelijk voor een onderneming om goed te kunnen presteren.
Strategie volgens Porter= blz 15
Michael Porter is een beroemd auteur op het gebied van strategisch management, specifiek op het
gebied van concurrentiestrategieën. Hij definieert concurrentiestrategieën als volgt:
Concurrentiestrategie is een combinatie van einddoelen, waar een bedrijf naar streeft en de
middelen waarmee men tracht om deze te realiseren.
Het vijf krachten model van Porter gebruik je om te bepalen hoe aantrekkelijk de markt is waarin je
actief bent.
Wanneer iedereen een zelfde product verkoopt is er een hoge rivaliteit. Wanneer er een specifiek
product wordt verkocht heb je te maken met een lange rivaliteit.
, De elementen van interne analyse=
Strategie Management Structuur
Missie, visie en ambitie Besturingsfilosofie Organisatie-indeling
Organisatiedoelstellingen Managementstijl en Verdeling taken,
managementrol verantwoordelijkheden en
Strategisch management
bevoegdheden
Besluitvormingsproces
Marketingresultaten
Communicatie- en
Bevorderen van creativiteit en overlegstructuur
Financiële resultaten
innovatie
Structuurontwikkeling en
Structuur
Reageren op externe
Cultuur veranderingen
Organisatie-indeling Medewerkers
flexibiliteit
Waarden en normen Verdeling taken, Personeelsbeleid
Rituelen, symbolen en verantwoordelijkheden en Humanresourcesmanagement
tradities bevoegdheden
Resultaten personeelsmanagement
Cultuurtype huidig en Communicatie- en
overlegstructuur Competentiemanagement
gewenst
Structuurontwikkeling en
flexibiliteit
De omgeving van de organisatie blz 26
De directe omgeving blz 37
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrthecoumans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.87. You're not tied to anything after your purchase.