In dit document staan uitgebreide aantekeningen van alle hoorcolleges die belangrijk zijn voor deeltentamen II. Ook zijn de flipped class colleges erbij toegevoegd waar oefenvragen behandeld worden wat kan helpen om de stof beter te begrijpen. Ikzelf had een 9 gehaald voor deze toets.
,Hoorcollege – Vaccination
Immune response & Vaccine development
Geschiedenis van vaccinatie:
- 1000 jaar na Christus werd er in China/India/Sudan eerste vaccin gebruikt → Variolation →
Vaccin tegen pokken → Pokkenvirus werd in kleine hoeveelheden op sneetjes in de huid
gewreven om zo bescherming te krijgen tegen de pokken.
- 1796 jaar na Christus werd in Europa vaccin ontwikkeld met koeienpokken die zou moeten
beschermen tegen de echte pokken die mensen ziek maakt en ook doodt.
o Door Edward Jenner bedacht.
o Hij bracht de koeienpokken in bij proefpersonen → Vaccinatie.
o Vervolgens verzamelde hij het echte pokkenvirus uit mensen die hier mee
geïnfecteerd waren.
o Dit materiaal stopte hij in de proefpersonen die gevaccineerd waren en hij keek of ze
ziek werden of niet → Werden niet ziek dus waren beschermd tegen pokken.
▪ De koeienpokken en de gewone pokken
hebben een aantal gemeenschappelijke
antigenen en daardoor herkent het
immuunsysteem allebei de varianten als
zelfde ziekteverwekker waardoor soortgelijk
immuunrespons opgewekt wordt.
o Dit is erg effectief want nu is de wereld pokkenvrij
verklaard sinds 1980 → Dit is mogelijk omdat alleen de mens gastheer kan zijn voor
het pokkenvirus en door iedereen te laten vaccineren, kon het pokkenvirus zich niet
meer verspreiden en uiteindelijk is het uitgestorven.
Vaccinatie programma in Nederland:
- Vaccinatie programma bestaat uit 3 fasen:
o Fase 1 → Kinderen van een aantal weken tot 14 maanden oud.
▪ Er wordt gevaccineerd voor:
• D → Difterie.
• K → Kinkhoest.
• T → Tetanus.
• P → Polio.
• Pneu → Pneumokokken.
• MenC → Meningokokken.
• Hib → Haemophilus influenzae type b.
• HebB → Hepatitis B.
• Voor bijna al deze ziekteverwekkers word je meerdere keren
gevaccineerd (MenC niet).
o Fase 2 → Kinderen van 4 jaar.
▪ DKTP prik.
o Fase 3 → Kinderen van 9 jaar.
▪ DTP prik.
▪ BMR prik.
o Fase 4 → Kinderen van 12 jaar (alleen voor meisjes).
, ▪ HPV prik → Humaan Papillomavirus.
Transmissie van infectieuze ziektes.
- Transmissie naar een nieuwe gastheer is essentieel voor overleving van de
pathogeen.
- Basic reproduction number → R0→ Aantal secundaire transmissies van een
zieke persoon in een 100% vatbare populatie → Hoeveel mensen kan een ziek
iemand besmetten in een populatie waar iedereen de ziekte kan krijgen.
o Afhankelijk van een aantal factoren:
▪ Aantal contacten die geïnfecteerde gastheer heeft in een bepaalde
tijd.
▪ De waarschijnlijkheid van infecteren van een nieuwe gastheer door
contact.
▪ De tijd dat de geïnfecteerde gastheer ook besmettelijk is.
o R0 van een pathogeen is niet een constante:
▪ Als pathogeen nieuwe virulentie factoren krijgt dan zal ook het reproductie
nummer omhoog gaan.
▪ Als er epidemiologische maatregelen worden genomen dan zal het
pathogeen minder kans hebben om te verspreiden en zal het reproductie
getal naar beneden gaan.
- Observed R → Berekend reproductie nummer op basis van epidemiologische data.
Verspreiding van infectieziekte → The SIR model.
- SIR → Deelt populatie in bepaalde subgroepen in.
o S → Susceptible → Vatbare personen.
o I → Infected → Zieke personen.
o R → Recovered → Herstelde personen.
- Het SIR-model is bruikbaar voor infectieziekten die de volgende eigenschappen hebben:
o De ziekte wordt overgedragen van mens op mens.
o Herstel van ziekte levert blijvende weerstand op → Immuniteit.
- Model wordt bijvoorbeeld gebruikt voor: Mazelen, bof en rubella.
- Gedurende de infectie zullen vatbare personen overgaan naar geïnfecteerde personen en
dan vervolgens naar herstelde personen.
o Hier kan aan gerekend worden:
▪ De snelheid waarmee vatbare personen over zullen gaan naar geïnfecteerde
personen → vi = ki . S . I
▪ De snelheid waarmee geïnfecteerde personen over zullen gaan naar
herstelde personen → vr = kr . I
▪ ki en kr zijn een constante en zijn onder meer afhankelijk van:
• Virulentiefactoren van de ziekteverwekker.
o ki zal hoger zijn als de ziekteverwekker meer
virulentiefactoren heeft.
• Het immuunsysteem van de gastheer.
o kr zal hoger zijn als het
immuunsysteem van de
gastheer sterker is.
- Verloop van SIR model:
o In de loop van de tijd zal het aantal vatbare personen afnemen doordat deze
geïnfecteerd raken → Aantal geïnfecteerde personen neemt toe.
, o Van de geïnfecteerde personen zullen er ook een aantal
herstellen → Aantal herstelde personen neemt toe.
o Wanneer het aantal vatbare personen is gedaald naar een
bepaald niveau (hoeft geen 0 te zijn) dan zal de epidemie
uitsterven.
o Wanneer bepaald percentage personen immuun is voor
de infectie dan wordt de verspreiding van
ziekteverwekker voorkomen → Herd immunity →
Groepsimmuniteit.
▪ R0 bepaalt het vereiste percentage immuniteit (vaccinatiegraad) in een
populatie.
▪ Wanneer er veel mensen immuun zijn voor de ziekte dan zal het zo kunnen
voorkomen dat een ziek persoon een immuun persoon zal infecteren maar
de ziekteverwekker zal hier dan doodgemaakt worden door het
immuunsysteem van de gastheer waardoor de ziekteverwekker geen andere
gastheren meer kan infecteren.
▪ Groepsimmuniteit beschermt de mensen die vatbaar zijn → Vaak zijn dit
groepen die bijzonder kwetsbaar zijn voor ziekten, maar vaak niet veilig
vaccins kunnen ontvangen:
• Mensen zonder een volledig werkend immuunsysteem, inclusief
mensen zonder een werkende milt.
• Mensen die een chemotherapiebehandeling ondergaan bij wie het
immuunsysteem verzwakt is.
• Mensen met HIV.
• Pasgeboren baby’s die te jong zijn om gevaccineerd te worden.
• Oudere mensen.
• Veel van diegenen die erg ziek zijn in het ziekenhuis.
Principes van vaccinatie
(Natuurlijke) immuniteit versus vaccinatie:
- (Natuurlijke) immuniteit:
o Na herstel van een natuurlijke infectie beschermt ons immuunsysteem ons tegen
toekomstige infectie en ziekte door die specifieke ziekteverwekker.
o Actief proces.
o Levert vaak levenslange bescherming op.
- Vaccinatie → Artificiële immuniteit:
o Therapeutische preventie van infectieziekten.
o Biedt bescherming voor een natuurlijk voorkomende infectie.
o Activeert humorale (antistofrespons) en cellulaire immuunresponsen (T-celresponse
en macrofagen) en induceert geheugen ter bescherming tegen infectie en / of ziekte.
o Kan resulteren in levenslange bescherming wanneer regelmatig contact met de
ziekteverwekker plaatsvindt.
▪ Het is dus minder efficiënt dan de immuniteit die optreedt bij natuurlijke
infectie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kworring. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.