Samenvatting Aardrijkskunde
Wereld
Globalisering en tijd-ruimtecompressie
Globalisering is het proces van wereldwijde, economische, politieke en culturele integratie
van gebieden en samenlevingen. Door de toenemende vervlechting in de wereld, wordt de
wereld een global village genoemd. Netwerken (bedrijven, instellingen, migranten)
omspannen de wereld en hebben invloed op gebieden, groepen en individuen. De
belangrijkste motor achter dit proces zijn de multinationale ondernemingen (bedrijf met
vestigingen in meerdere landen). Die zijn mogelijk door technologische ontwikkelingen van
transport en informatie- en communicatietechnologie. Globalisering leidt echter ook tot
Ruimtelijke afwenteling, het doorschuiven van problemen op andere gebieden, en
Afwenteling in de tijd, het doorschuiven van problemen op de toekomstige generaties.
Economische globalisering:
- Internationale kapitaal stromen en handel. Wereldwijde aandelen en beurzen.
- Internationale arbeidsverdeling. Verschillende landen specialiseren zich in goederen.
- Internationale productieketen. Opgebroken productieketen, zo goedkoop mogelijk
- Multinationale ondernemingen.
- Minder economische restricties. Economische samenwerking tussen landen neemt
toe, vrijhandelszones, minder protectionisme. World Trade Organization reguleert
handel tussen landen. NAFTA (VS, Canada en Mexico).
Culturele globalisering is de internationale verspreiding van cultuurelementen, informatie
en ideeën. Dit komt door migratie, toerisme, en communicatiemiddelen. Een cultuurgebied
is een gebied waar mensen met dezelfde cultuur (taal, godsdienst, tradities, normen,
waarden, materiële elementen) leven. De westerse cultuur is de dominante cultuur in de
wereld. Amerikanisering is sterk bezig, Engels wordt onze lingua franca. Cultuurverandering
is wanneer diepere waarden in een cultuur veranderen, en landen hun identiteit verliezen.
Mensen willen echter hun eigen identiteit koesteren, regionalisme. Soms levert dit verzet
op. Anders-globalisten verzetten zich tegen de ongelijkheid die bij globalisering komt kijken.
Politieke globalisering is wanner de rol van de staat verandert. Supranationale organisaties
krijgen meer inspraak, soevereiniteit verdwijnt. Het leidt ook tot een verandering in politieke
samenwerkingsverbanden.
Blokvorming is dat aparte landen samen sterker staan (EU). Bij verbindingen tussen landen
is er een transnationaal netwerk, bij wereldwijde verbindingen een mondiaal netwerk.
Volgens de wereldsysteem theorie bestaat de wereld uit 3 delen:
- Centrum. Rijke, kapitalistische landen. Veel vraag naar goedkope producten.
- Periferie. Achtergestelde arme landen. Leveren grondstoffen en voedsel aan
centrum- en periferielanden in ruil voor geld en goederen.
- Semi-periferie. Opkomende landen, landbouw neemt af, industrie neemt toe.
Veel centrumlanden verschuiven hun productie naar lagelonenlanden in Azië (semi-
periferie). Als landen de productie weer terughalen heet dat reshoring. Economieën van
semi- en periferielanden groeien sterk, en hun steden ook. Dat komt door:
1. Een natuurlijke bevolkingsgroei.
2. Een hoog vestigingsoverschot. Migranten zoeken hier werk.
,Hierdoor zijn er overvolle wegen, slechte riolering, onderwijs- en gezondheidszorgtekorten
en een huizentekort. Daardoor wonen veel mensen in slums (krottenwijken). Hier bestaat de
niet-officiële economie, de informele sector.
Grondstoffen uit de periferie zijn voor rijke landen. Hier vindt ook braindrain plaats,
opgeleide jongeren vertrekken naar rijkere gebieden. Periferielanden worden vaak armer
door globalisering. De backwash-effecten zijn hier groter dan de spread-effecten.
Hier is fragmentarische modernisering, op slechts bepaalde plekken zie je de modernisering.
Dit leidt tot regionale- en sociale ongelijkheid.
Ondanks verweving wordt de economische afstand tussen steden groter. Het bedrijfsleven
wil zich niet in (semi-)periferielanden vestigen vanwege de te kleine afzetmarkt en de sociale
en politieke onrust. Daarnaast willen niet alle landen de westerse invloeden.
Door globalisering wordt de relatieve afstand (tijd, geld, moeite) tussen gebieden kleiner, dit
heet tijd-ruimtecompressie. Dit wordt versterkt door technologische ontwikkelingen:
- Transporttechnologie, vervoer wordt sneller en goedkoper, grenzen liggen open.
- Informatietechnologie, informatie, internet, computers, etc.
Afstandsverval is het verschijnsel dat interactie afneemt naarmate de afstand toeneemt.
Vanaf 1492 verschoof het machtscentrum van het Midden-Oosten en China naar het
Westen. Dit zorgde voor Europeanisering. De hegemoniale staten (dominante staten)
wisselden zich af. De zeevaart droeg bij aan het imperialisme Diffusie zorgde voor het
verspreiden van taal en godsdienst. Dat was handig voor de handel.
Er ontstaan een nieuwe internationale arbeidsverdeling. Door de uitschuiving zijn veel
semi-periferielanden de nieuwe industrielanden geworden.
Na 1980 kwam globalisering in een stroomversnelling door:
- Multinationals zijn gegroeid tot een wereldwijd netwerk.
- Grenzen voor internationale handel liggen open
- Snelle technologische ontwikkelingen
Het politieke en economische zwaartepunt zal meer naar het Verre Oosten en de Pacific
Rim, en vooral China, verplaatsen. Dit heet de Global shift. Met als gevolgen:
- Economisch: Bedrijvigheid gaat naar de Stille Oceaan. De triade (VS, EU, en Japan)
zullen rekening moeten houden met opkomende multinationals uit landen rond de
Pacific Rim. Er zal ook meer in het zuiden geïnvesteerd worden. De multipolaire
wereld zal meer opspelen met een verdeelde economische macht.
- Politiek: China, en grote economieën, willen een rol in de wereldpolitiek. Het
politieke en militaire machtscentrum verschuift naar Oost- en Zuid-Azië. Geopolitiek
wordt ook steeds belangrijker.
- Geografisch: relatieve ligging verandert.
, Mondiale spreidingspatronen
De wereld kan je indelen in cultuurgebieden, deze culturen vermengen steeds meer. De
bevolkingsspreiding is in de wereld ongelijk. Dat komt door natuurlijke mogelijkheden, de
ligging t.o.v. andere steden en het koloniale verleden. Er zijn 2 soorten bevolkingsgroei:
Sociale bevolkingsgroei (door migratie) en natuurlijke bevolkingsgroei (geboorteoverschot).
De bevolkingsdichtheid (aantal inwoners per km2) kan op 2 manieren veranderen:
1. Door een natuurlijke bevolkingsgroei. (Geboorte- of sterfteoverschot).
2. Door een sociale bevolkingsgroei. (Vestigings- of vertrekoverschot).
Het verstedelijkingstempo is het percentage waarmee de verstedelijkingsgraad (hoeveel %
van de bevolking is de stad woont) jaarlijks toeneemt. Hoe beter een land is ontwikkeld, hoe
hoger de verstedelijkingsgraad en lager het verstedelijkingstempo. Steden breiden zich
verder uit, urban sprawl.
Hoe slechter een land is ontwikkeld, hoe lager het sterfte- en geboortecijfer:
- Demografisch: arme laden hebben veel kinderen en jongeren, maar er sterven er ook
veel. Daardoor zijn er nog meer kinderen nodig.
- Sociaal: arme meisjes hebben een lage opleiding, de vruchtbaarheid neemt dus toe.
- Cultureel: culturen en religies kunnen het krijgen van veel kinderen steunen.
- Economisch: Er is meer armoede, dan neemt de vruchtbaarheid toe.
De welvaart kan je meten door te kijken naar het bruto nationaal product of naar het bruto
binnenlands product of naar de verdeling van de beroepsbevolking.
Door indicatoren kan je gebieden vergelijken en indelingen maken. Nationale schaal laat
echter niet de regionale verschillen zien. Zo heeft het BNP nadelen:
- Een kleine groep zeer rijke mensen trekt het omhoog. Sociale ongelijkheid.
- Laat geen regionale verschillen zien. Regionale ongelijkheid.
- Zegt niets over leefomstandigheden en voorzieningen.
- De informele sector, de ruilhandel en de zelfvoorziening tellen niet mee.
De VN-ontwikkelingsindex meet hoe landen scoren op deze dimensies. Economisch door
het BNP, sociaal-cultureel door het analfabetisme en de levensverwachting in een land.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmarenkema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.