- Evolutie van nomocratie naar teleocratie
Liberale rechtsstaat: regeren door wetten (nomocratie regeren adhv wetten)
Sociale verzorgingsstaat: regeren door doelstellingen (teleocratie)
- Paradox van de moderne samenleving
Gegeneraliseerde verafhankelijking
Sociale atomisering leven in een mpij waarbij we meer en meer individueler
worden
Bowling alone: linkte aan verlies van community, mensen gaan meer op hun eigen
dingen doen individualiseringen
We zijn meer afhankelijker van mekaar de beleider zorgt hiervoor die aan de
afhankelijkheid van de individu kan werken
Ruimte voor overheid als ‘beleider’ van de samenleving
1
,1.2Nood aan overheidsbeleid
Sturing door de overheid:
- Maatschappelijk verkeer op vreedzame en voorspelbare manier laten verlopen
- Maatschappelijke veranderingen teweegbrengen: “De overheid moet iets doen”
- Vb. arbeidsomstandigheden (begin 20ste eeuw), vrouwenemancipatie (jaren ’60),
klimaatverandering
Alternatieve sturingsvormen:
1. Maatschappelijke zelfsturing
Organisaties kunnen maatschappelijke ontwikkelingen beïnvloeden
Vrijwillig en op basis van rationele argumenten
Geen wettelijke taak, wél cruciale hulpbronnen, wel in een wettelijk kader
=> Bovens et al. (2007): MZ betekent dat groeperingen zonder tussenkomst van de
overheid waarden uitdragen, problemen oplossen of kansen benutten, veelal door
het gezamenlijk opstellen en/of uitvoeren en/of handhaven van regels of afspraken
(indien nodig binnen een wettelijk kader)
Vb Ontstaan van ziekenhuizen, vakbonden, buurtpreventie
- Stone (2002):
Maatschappelijke zelfsturing werkt want de samenleving streeft naar zekerheid, veiligheid,
efficiëntie en gelijkheid.
Equity vs Equality! Stone gebruikt equity
Drie voorwaarden voor maatschappelijke zelfsturing:
1. Profijt door deelname: zelfsturing draagt per saldo bij aan de zekerheid, veiligheid,
efficiëntie en/of gelijkheid
2. Gemeenschap is in staat freeriders uit te sluiten
3. Handelingen die voortvloeien uit de maatschappelijke zelfsturing vallen binnen de
wettelijke kaders: geen sprake van externe effecten die het duurzame karakter van
het verband bedreigen door overheidsinterventie
2. Sturing in wisselwerking tussen overheid en middenveld (stem vd burgers)
Doelstellingen overheden & maatschappelijke organisaties lopen parallel
Complementair:
o Overheid: regels uitvaardigen en belastingsgeld ter beschikking stellen
o Middenveld: vertrouwen bij achterban en implementatiecapaciteit
=> Overheid zet grote lijnen uit en voorziet middelen, particuliere organisaties
doen de concrete invulling en uitvoering
3. Sturing door de markt
Maatschappelijke problemen oplossen door marktprikkels en concurrentie
Voorwaarde: markt werkt optimaal als er voldoende aanbieders zijn
Consumenten kiezen vrij in welke mate ze goederen of diensten tegen een bepaald
prijs- en kwaliteitsniveau willen consumeren
Markt stuurt niet doelbewust, maar schept situatie waarbij burgers en bedrijven hun
activiteiten ‘spontaan’ op elkaar afstemmen
Overheid bewaakt de marktwerking
2
,Waarom is er dan overheidssturing nodig?
- Reden: ongecontroleerde machtsuitoefening door maatschappelijke deelbelangen en
bedrijven
=> Overheid moet marktimperfecties opvangen
- Welvaartstheorie onderscheidt:
Vijf marktimperfecties: taak van overheid
Risico’s van overheidssturing: overheidsfalen
Reden 1: Preventie van monopolies en kartels
- Problemen van de markt
Belangrijke voorwaarde voor goede marktwerking = voldoende aanbieders
Monopolies of marktkartels tasten consumentensoevereiniteit aan
Hogere prijs en/of mindere kwaliteit
Overheid kan reageren door anti-kartelwetgeving en toezicht op fusering en
overnames
Vb Europese Commissie & Europees Hof van Justitie
- Problemen van overheidssturing
Dubbelhartigheid van overheden
Beginsel van vrije mededinging vs. Tewerkstelling
Vb. Nationale luchtvaartmaatschappijen
Machteloosheid van overheden tegen multinationals
Vb Belgische regering vs. Electrabel (Suez-groep)
Reden 2: Productie van collectieve goederen
- Beperkingen van de markt
Collectieve goederen = goederen die – eenmaal geproduceerd – door iedereen
kunnen gebruikt worden
Free-riding (cfr. Hardin (1967): Tragedy of the Commons)
Economisch niet aantrekkelijk
Overheid legt kosten dwingend op aan alle burgers om de productie en onderhoud van
collectieve goederen te financieren
- Problemen van overheidssturing
Weinig zuivere collectieve goederen
Semi-collectieve goederen (Vb Openbaar vervoer)
Overheid zelf monopolies gecreëerd:
o Ondoelmatig
o klantonvriendelijk
=> Privatiseren van semi-collectieve goederen
<-> Onrendabele deelactiviteiten
Reden 3: Regulering van externe effecten
3
, - Beperkingen van de markt
Vrije markt: groot aanbod van goederen en diensten
Neveneffecten die QoL negatief beïnvloeden
Vb. Oosterweeldebat
=> Overheid: bestrijden van negatieve sociale en milieueffecten van marktwerking door het
opleggen van bepaalde normen middels een systeem van vergunningen en inspecties
- Problemen van overheidssturing
Verhoging van de kosten
Vb. Mestactieplan
Verzwakking van de concurrentiepositie
Vb. Kyoto en Kopenhagen
Bureaucratisering en gebrek aan coördinatie
Vb. Minister van administratieve vereenvoudiging
Reden 4: Beheersing van bemoeigoederen
- Beperkingen van de markt
‘Merit goods’: markt produceert deze goederen (prijs is hoog en aanbod
geconcentreerd in steden)
<-> overheid wil ze voor breder publiek toegankelijk maken
Vb. Cultuur
‘Demerit goods’: markt produceert breed aanbod tegen goede prijs
<-> overheid vindt consumptie maatschappelijk schadelijk of onwenselijk
Vb. Alcohol en tabak
- Problemen van overheidssturing
Overheidsinterventie op bemoeigoederen = politieke keuze
=> Onvoorspelbaar door politieke verschuivingen en impact lobby’s
Burgers reageren op beleid
=> Contraproductief door grootscheepse regelontduiking
Vb. Drooglegging (alcohol werd verboden maar dat wilde niet zeggen dat het gebruik
ervan afnam)
Reden 5: Compenseren van verdelingseffecten
- Beperkingen van de markt
Markt produceert maatschappelijke ongelijkheden
o beperkte kansen en middelen
o niet de benodigde capaciteiten
=> Overheid compenseert de scheve verdelingseffecten
Middelen: progressief belastingstelsel, kwalitatief hoogstaand openbaar
onderwijsstelsel, sociale zekerheid,…
- Problemen van overheidssturing
Verzet vanuit midden- en hoge inkomensklasse
Minimaliseren van belasting, belastingontduiking, zwart circuit (pandorapapers)
Ingewikkelde regelgeving en uitvoering
=> Discretionaire bevoegheid bij uitvoerders van beleid
=> Risico op creëren van nieuwe ongelijkheden
Cfr. Mattheüseffect
Conclusie: Maatschappelijke normatieve afweging
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller delaetromy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.74. You're not tied to anything after your purchase.