100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting beleidswetenschap $6.74   Add to cart

Summary

samenvatting beleidswetenschap

 12 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

volledige samenvatting van het vak beleidswetenschap

Preview 4 out of 81  pages

  • May 19, 2022
  • 81
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Beleidswetenschap

DEEL 1: Inleiding en definiëring

H1: Wat is beleidswetenschap?
1.1Geschiedenis van het woord ‘beleid’
Etymologie van het woord ‘beleid’:

- Beleid < Middeleeuws Nederlanse werkwoord ‘beleiden’
- Beleiden = doen gaan, aanvoeren
- Beleider = iemand die doet gaan, aanvoerder, iemand die den stoot aan iets geeft, aanstoker

Beleid heeft een zeer brede betekenis:

- Regering
- Manier van doen, wijze van omgang met personen
- Beheer van zaken, bevelvoering
- Prudentie, bedachtzaamheid

19de eeuw betekenis versmald tot prudentie

20ste eeuw: heropleving en succes van ‘beleid’

Heropleving:

- Contrast met ‘politiek’
- Politiek = ‘handelswijze van een staatsman’
= tweeslachtig: goede – slechte staatslieden
- Gevoelswaarde
 Beleid: zakelijkheid, deskundigheid, objectiviteit, consensus
 Politiek: controverse, partijdigheid, manipulatie, opportunisme

Succes door 2 evoluties

- Evolutie van nomocratie naar teleocratie
 Liberale rechtsstaat: regeren door wetten (nomocratie  regeren adhv wetten)
 Sociale verzorgingsstaat: regeren door doelstellingen (teleocratie)
- Paradox van de moderne samenleving
 Gegeneraliseerde verafhankelijking
 Sociale atomisering  leven in een mpij waarbij we meer en meer individueler
worden
 Bowling alone: linkte aan verlies van community, mensen gaan meer op hun eigen
dingen doen  individualiseringen
 We zijn meer afhankelijker van mekaar  de beleider zorgt hiervoor die aan de
afhankelijkheid van de individu kan werken

Ruimte voor overheid als ‘beleider’ van de samenleving




1

,1.2Nood aan overheidsbeleid
Sturing door de overheid:

- Maatschappelijk verkeer op vreedzame en voorspelbare manier laten verlopen
- Maatschappelijke veranderingen teweegbrengen: “De overheid moet iets doen”
- Vb. arbeidsomstandigheden (begin 20ste eeuw), vrouwenemancipatie (jaren ’60),
klimaatverandering

Alternatieve sturingsvormen:

1. Maatschappelijke zelfsturing

 Organisaties kunnen maatschappelijke ontwikkelingen beïnvloeden
 Vrijwillig en op basis van rationele argumenten
 Geen wettelijke taak, wél cruciale hulpbronnen, wel in een wettelijk kader
=> Bovens et al. (2007): MZ betekent dat groeperingen zonder tussenkomst van de
overheid waarden uitdragen, problemen oplossen of kansen benutten, veelal door
het gezamenlijk opstellen en/of uitvoeren en/of handhaven van regels of afspraken
(indien nodig binnen een wettelijk kader)
Vb Ontstaan van ziekenhuizen, vakbonden, buurtpreventie
- Stone (2002):
Maatschappelijke zelfsturing werkt want de samenleving streeft naar zekerheid, veiligheid,
efficiëntie en gelijkheid.
Equity vs Equality! Stone gebruikt equity
Drie voorwaarden voor maatschappelijke zelfsturing:
1. Profijt door deelname: zelfsturing draagt per saldo bij aan de zekerheid, veiligheid,
efficiëntie en/of gelijkheid
2. Gemeenschap is in staat freeriders uit te sluiten
3. Handelingen die voortvloeien uit de maatschappelijke zelfsturing vallen binnen de
wettelijke kaders: geen sprake van externe effecten die het duurzame karakter van
het verband bedreigen door overheidsinterventie

2. Sturing in wisselwerking tussen overheid en middenveld (stem vd burgers)
 Doelstellingen overheden & maatschappelijke organisaties lopen parallel
 Complementair:
o Overheid: regels uitvaardigen en belastingsgeld ter beschikking stellen
o Middenveld: vertrouwen bij achterban en implementatiecapaciteit

=> Overheid zet grote lijnen uit en voorziet middelen, particuliere organisaties
doen de concrete invulling en uitvoering

3. Sturing door de markt

 Maatschappelijke problemen oplossen door marktprikkels en concurrentie
 Voorwaarde: markt werkt optimaal als er voldoende aanbieders zijn
 Consumenten kiezen vrij in welke mate ze goederen of diensten tegen een bepaald
prijs- en kwaliteitsniveau willen consumeren

 Markt stuurt niet doelbewust, maar schept situatie waarbij burgers en bedrijven hun
activiteiten ‘spontaan’ op elkaar afstemmen

 Overheid bewaakt de marktwerking

2

,Waarom is er dan overheidssturing nodig?

- Reden: ongecontroleerde machtsuitoefening door maatschappelijke deelbelangen en
bedrijven
=> Overheid moet marktimperfecties opvangen
- Welvaartstheorie onderscheidt:
 Vijf marktimperfecties: taak van overheid
 Risico’s van overheidssturing: overheidsfalen


Reden 1: Preventie van monopolies en kartels

- Problemen van de markt
 Belangrijke voorwaarde voor goede marktwerking = voldoende aanbieders
 Monopolies of marktkartels tasten consumentensoevereiniteit aan

 Hogere prijs en/of mindere kwaliteit

 Overheid kan reageren door anti-kartelwetgeving en toezicht op fusering en
overnames
Vb Europese Commissie & Europees Hof van Justitie
- Problemen van overheidssturing
 Dubbelhartigheid van overheden
Beginsel van vrije mededinging vs. Tewerkstelling
Vb. Nationale luchtvaartmaatschappijen
 Machteloosheid van overheden tegen multinationals
Vb Belgische regering vs. Electrabel (Suez-groep)

Reden 2: Productie van collectieve goederen

- Beperkingen van de markt
 Collectieve goederen = goederen die – eenmaal geproduceerd – door iedereen
kunnen gebruikt worden
 Free-riding (cfr. Hardin (1967): Tragedy of the Commons)
 Economisch niet aantrekkelijk

Overheid legt kosten dwingend op aan alle burgers om de productie en onderhoud van
collectieve goederen te financieren

- Problemen van overheidssturing
 Weinig zuivere collectieve goederen
 Semi-collectieve goederen (Vb Openbaar vervoer)
 Overheid zelf monopolies gecreëerd:
o Ondoelmatig
o klantonvriendelijk

=> Privatiseren van semi-collectieve goederen

<-> Onrendabele deelactiviteiten



Reden 3: Regulering van externe effecten


3

, - Beperkingen van de markt
 Vrije markt: groot aanbod van goederen en diensten
 Neveneffecten die QoL negatief beïnvloeden
Vb. Oosterweeldebat
=> Overheid: bestrijden van negatieve sociale en milieueffecten van marktwerking door het
opleggen van bepaalde normen middels een systeem van vergunningen en inspecties
- Problemen van overheidssturing
 Verhoging van de kosten
Vb. Mestactieplan
 Verzwakking van de concurrentiepositie
Vb. Kyoto en Kopenhagen
 Bureaucratisering en gebrek aan coördinatie
Vb. Minister van administratieve vereenvoudiging

Reden 4: Beheersing van bemoeigoederen

- Beperkingen van de markt
 ‘Merit goods’: markt produceert deze goederen (prijs is hoog en aanbod
geconcentreerd in steden)
<-> overheid wil ze voor breder publiek toegankelijk maken
Vb. Cultuur
 ‘Demerit goods’: markt produceert breed aanbod tegen goede prijs
<-> overheid vindt consumptie maatschappelijk schadelijk of onwenselijk
Vb. Alcohol en tabak
- Problemen van overheidssturing
 Overheidsinterventie op bemoeigoederen = politieke keuze
=> Onvoorspelbaar door politieke verschuivingen en impact lobby’s
 Burgers reageren op beleid
=> Contraproductief door grootscheepse regelontduiking
Vb. Drooglegging (alcohol werd verboden maar dat wilde niet zeggen dat het gebruik
ervan afnam)

Reden 5: Compenseren van verdelingseffecten

- Beperkingen van de markt
 Markt produceert maatschappelijke ongelijkheden
o beperkte kansen en middelen
o niet de benodigde capaciteiten
=> Overheid compenseert de scheve verdelingseffecten
 Middelen: progressief belastingstelsel, kwalitatief hoogstaand openbaar
onderwijsstelsel, sociale zekerheid,…
- Problemen van overheidssturing
 Verzet vanuit midden- en hoge inkomensklasse
 Minimaliseren van belasting, belastingontduiking, zwart circuit (pandorapapers)
 Ingewikkelde regelgeving en uitvoering
=> Discretionaire bevoegheid bij uitvoerders van beleid
=> Risico op creëren van nieuwe ongelijkheden
Cfr. Mattheüseffect

Conclusie: Maatschappelijke normatieve afweging

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller delaetromy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.74  1x  sold
  • (0)
  Add to cart