Levensloop H10 - de ouderdom: Uitgebreide samenvatting van boek, PPT en eigen nota's
2 views 0 purchase
Course
Levenslooppsychologie
Institution
Arteveldehogeschool (Artevelde)
Uitgebreide samenvatting van boek, PPT en eigen nota's. Te gebruiken als basis om verder te structureren en in te studeren. adhv deze samenvatting heb je een compleet zicht van de leerstof.
(wegens tijdgebrek tijdens blok, is deze samenvatting uitgebreider dan de rest)
0/ Intro
(Eens lezen)
De fase van de volwassenheid en ouderdom wordt gezien als twee aparte fasen.
Dat biedt heel wat voordelen maar houdt ook een zeker risico in. Men zou de indruk kunnen
hebben dat er zich rond de leeftijd van 60 à 65 jaar een soort breuk aftekent ten opzichte van
de voorgaande fase.
Omdat de ouderdomsfase volgt op wat gezien wordt als “de bloei van het leven” en
onvermijdelijk eindigt met de dood dreigt de hele periode gehuld te worden in een sombere
sfeer van verlies én verval. Dat is ook lange tijd het overheerste beeld geweest in de
samenleving en de psychologie.
Dat heeft onder andere te maken dat gerontologie (de studie van de bejaarde leeftijd) die
vroeger louter een medische aangelegenheid was en dus vooral oog had voor de geleidelijke
achteruitgang van een aantal lichaamsfuncties. Velen zagen ouderdom als een periode die
gekenmerkt wordt door een achteruitgang op alle terreinen en vooral ook op het gebied van
de intelligentie, de interesses en de sociale contacten. > Deficit-model
De laatste tijd is men veel genuanceerder gaan denken over het verouderingsproces. In de
hedendaagse gerontologie bekijkt men het ouder worden als een multifactoriële en interactief
gebeuren. Dat betekent dat naast biologische factoren ook psychologische en sociale factoren
een actieve rol op de manier waarop ouderen evolueren en bovendien invloed hebben op
elkaar.
De eerste tekenen van het biologisch verouderingsproces is al merkbaar vanaf een jaar of 40.
Het lichaam beschikt dan nog over voldoende reserves om zelfs zware uitdagingen het hoofd
te bieden, zonder daar enig hinder van te ondervinden.
Vanaf de leeftijd van 60 à 65 jaar kan het af en toe wel wat moeilijker worden. Ook dan
ervaren de meesten mensen geen ongemak bij hun normale activiteiten, maar ze zullen
doorgaans wel proberen de dingen wat rustiger aan te pakken.
Vooral vanaf 75 à 80 jaar worden de lichaamsfuncties steeds zwakker, zodat de kans op
complicaties stijgt.
1/ Lichamelijke ontwikkeling
1. Verlening van de levensduur
Ouder worden is geen ziekte maar een Natuurlijk proces. We zijn genetisch uitgerust om
maximaal zo’n 100 à 110 jaar te halen.
Met het stijgen der jaren worden we wel vatbaarder voor allerlei ziekten en aandoeningen.
Door verbeteringen in het algemeen levensomstandigheden en de vooruitgang in de
gezondheidszorg kunnen we veel kwalen voorkomen of genezen.
We worden als mens steeds meer ouder en bereiken we als mens steeds meer de hoge
leeftijd waarbij we iets dichter bij ons erfelijk limiet komen.
Gemiddelde levensverwachting
1
,In de geïndustrialiseerde landen is de algemene levensverwachting de laatste 100 jaar sterk
toegenomen. Deze is met ruim de helft gestegen.
De trend is dat vrouwen ouder worden dan mannen.
In eigen woorden: vroeger werden de mensen niet zo oud. Ze stierven jong, meestal door slechte
omstandigheden zoals oorlog, ziekte enz. de gemiddelde leeftijd was 49. Omdat de mensen toen niet
oud werden waren er ook weinig ouderdom verschijnselen, zoals dementie, zichtbaar. Vandaag
bereiken we gemakkelijk een gemiddeld leeftijd van 85 à 90 jaar of ouder. En zijn de
ouderdomskwaaltjes wel zichtbaar.
Cultureel bepaald
Levensverwachting heel sterk cultureel bepaald
(bv. Japan worden ze ouder, ander culturen niet)
Kan te maken hebben met voeding, genen, andere milieufactoren, …
Gezonde levensjaren (GLJ)
We kijken niet allen naar de levensverwachting maar ook naar de GLJ = de jaren dat we nog
maatschappelijk als indivueel actief kunnen zijn. Bv. De kleinkinderen opvangen, gaan zwemmen,
naar de Okra gaan, e.a.
Toenemende aantal senioren
Deze aanhoudende stijging van de gemiddelde levensduur was In het verleden vooral te
danken aan de drastische vermindering van de kindersterfte. Later konden ook volwassenen
steeds langer in leven gehouden worden door een verbetering van voeding en van de
algemene hygiëne, evenals door de medische vooruitgang (de komst van antibiotica). Dat
had tot gevolg dat de groep ouderen jaar na jaar aan groeide. Intussen was er ook een daling
van de geboorte waardoor de oudere populatie procentueel zelfs nog sneller toenam.
2. Lichamelijke veranderingen
Er zijn grote individuele verschillen In de toenemende veroudering van de verschillende
lichaamsfuncties. De gevolgen van het verouderingsproces loopt niet gelijk In de diverse
organen.
We kunnen ook niet nagaan in hoeverre iets het gevolg is van veroudering of van ziekte.
Bv. problemen met het hart of ademhaling kunnen veroorzaakt zijn door veelvuldig roken of door een
tekort aan lichaamsbeweging.
Bij het evalueren van de hersenfunctie is het belangrijk onderscheid te maken tussen normale
verouderings-verschijnselen en de gevolgen van aandoeningen zoals dementie of
suikerziekte.
2.1 Uiterlijk
Vooral In de westerse cultuur waar jeugdigheid hoog In het vaandel staat wordt er meest
aandacht besteedt aan het wegwerken van de uiterlijke tekenen van het ouder worden.
De huid wordt droger en vertoont steeds meer rimpels en verzakkingen. Ze wordt ook dunner
waardoor ze minder bescherming biedt tegen extreme koude en warmte. Het aantal
pimentvlekken neemt toe.
Met het ouder worden verandert ook het aangezicht. Het kraakbeen in neus en oren blijft
groeien zodat die onderdelen iets groter worden terwijl de rest van het gezicht afslankt.
Het hele lichaamspostuur verandert. De lichaamsgestalte wordt geleidelijk kleiner doordat de
wervelkolom minder stevig wordt. Ook het globale lichaamsgewicht daalt naarmate de
hoeveelheid spier en beendermassa inkrimpt.
o Huid.
o Pigmentvlekken.
2
,o Oren en neus.
2.2 Zintuigen
Het gezichtsvermogen neemt af. Dat maakt dat het leven er niet gemakkelijker op. Veel van
de vroegere activiteiten zoals lezen, naaien of knutselen worden minder aantrekkelijk. Fietsen
of autorijden houden steeds meer risico’s in en stappen In de schemer kan een probleem
worden. Dat tast het zelfvertrouwen aan en maakt het ook moeilijker om bepaalde contacten
te onderhouden terwijl men juist nu afhankelijk wordt van anderen.
Het gehoor neemt ook verder af. In het begin zijn het vooral de hoge frequenties die
wegvallen waardoor ze gesproken taal minder goed verstaan. Gaandeweg breidt zich dat uit
tot het hele frequentiebereik zodat ook andere geluiden steeds moeilijker opgevangen
kunnen worden. Doofheid kan het isolement nog doen toenemen. Men heeft minder toegang
tot muziek en gesproken taal. mensen ervaren het ook vaak als lastig om met iemand te
praten die niet goed hoort waardoor ze het na een tijdje opgeven. mensen die niet goed
horen vermijden dikwijls een gesprek uit vrees als dom ervaren te worden wanneer telkens
weer blijkt dat ze de dingen niet goed begrepen hebben.
Smaak en reuk nemen geleidelijk. Door het verlies van smaak en geur dreigen ouderen soms
hun voeding te verwaarlozen. Er zijn ook veiligheidsrisico's verbonden zijn aan de
verminderde reukgevoeligheid. Bv. brandlucht, bedorven voedsel.
De huidzintuigen kent minder sleet. Omdat de huid zo fijn wordt (perkament) kan het moeilijk
temperatuur regelen en krijgt het snel koud. De neurologische geleiding van de tast en de pijn
neemt af. Met het ouder worden merkt men ook een verminderd evenwichtsgevoel en een
toenemende bewegingsonzekerheid.
o Zicht : gezichtsscherpte < zelfvertrouwen, contacten
o Gehoor : spraak horen < vermijden van contact, isolement
o Smaak, reuk : zwakken af < verwaarlozen voeding, veiligheidsrisico’s
o Huidzintuigen : (tast, temperatuur, pijn…): < lichamelijke letsels
2.3 Motoriek
Er is een achteruitgang in alle organen die een rol spelen in de motoriek. Bv. de spieren de
beenderen de gewrichten de pezen en de ligamenten.
Vanaf 50 jaar neemt de spierkracht af met een 12 à 15% per 10 jaar. Dit kan wijzen op een
gevaarlijke kringloop. Doordat de bewegingen moeilijker wordt heeft men de neiging om
passiever te blijven waardoor de spieren nog verder afsterven.
o Geringere spierkracht
o Broosheid en vervorming van botten (artrose)
2.4 Inwendige organen
De hartspier wordt rigider. Ze verliest aan kracht en wordt minder gevoelig voor de signalen
van de sinusknoop (signaal voor het hartritme), geleidelijk kunnen er zich ook hoeveelheden
cholesterol afzetten op de wanden van de slagaders zodat die minder elastisch worden. Dit
alles brengt met zich mee dat de bloedvoorziening van de organen afneemt en bij ongewone
inspanningen zelfs tot een hartfalen kan komen.
De longcapaciteit daalt.
De spijsverteringsorganen blijven over het algemeen goed functioneren. Alles verloopt wel
wat trager en men zal steeds kleinere porties tot zich nemen. Vrouwen krijgen regelmatig last
van incontinentie terwijl het bij mannen plassen juist moeilijker gaat door een vergroting van
de prostaat.
3
, Een belangrijk aspect van het verouderen is de verminderde werking van het
immuunsysteem. Hierdoor is het organisme vatbaarder voor allerlei ziekteverwekkers. Bv.
jaarlijks griepvaccin.
o Hart en bloedvaten (rigidere hartspier, sinusknoop, cholesterol…)
o Daling longcapaciteit
o Verminderend immuunsysteem (griepvaccin)
2.5 Zenuwstelsel
Ook de hersenen ondervinden de gevolgen van de veroudering. Dit varieert naargelang het
hersengebied ook naargelang het individu.
Er zijn structurele veranderingen: Bij het ouder worden neemt het totale hersenvolume
geleidelijk af.
Veranderingen In het functioneren: Er treden veranderingen op In de snelheid en de
intensiteit van de hersenwerking door een tragere zenuwgeleiding. Deze is vindt zijn oorzaak
in beschadiging van de myeline en een vertraging In de doorgeleiding ter hoogte van de
synapsen. Ouderen blijken minder neurotransmitters voorradig te hebben waardoor de
overdracht van signalen bemoeilijkt wordt.
Sommige activiteiten van het autonome zenuwstelsel gaan achteruit. Dat is waarom ouderen
het moeilijk hebben om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Slaapproblemen:
Doorslapen is moeilijk vandaar dat velen slaapmiddellen gebruiken. Het autonoom
zenuwstelsel regelt ook de verschillende hormoonproductie en dat loopt bij bejaarden niet
steeds zoals het hoort. Vooral cortisol wordt in grote hoeveelheden afgescheiden en kan
problemen geven.
In het algemeen bezitten de hersenen een grote plasticiteit. Wanneer neuronen afsterven
kunnen nieuwe verbindingen gevormd worden die het contact herstellen met het
oorspronkelijke doel, hierdoor kan de activiteit probleemloos hervat worden, wel wat trager.
Deze Functieherstel neemt af vanaf 70 jaar.
o Hersenvolume daalt (inkrimping grijze, afsterven neuronen, kleiner worden van de cellen)
o Tragere zenuwgeleiding
o Autonome zenuwstelsel
Regelen lichaamstemperatuur
Hormoonproductie: Cortisol
Slaappatroon
o Functieherstel
Verminderde hersenplasticiteit
3. Psychologische reacties
De psychologische reacties op de lichaamsveranderingen
Montepare
We onderscheiden 3 aspecten in de manier waarop ouderen betrokken zijn op de fysieke
verandering die de veroudering met zich meebrengt.
1. Het publieke lichaamsbewustzijn
2. Het private lichaamsbewustzijn
3. De lichaamscompetentie
Het publieke lichaamsbewustzijn:
Hoe ze de veranderingen in hun uiterlijke verschijning ervaren
Het private lichaamsbewustzijn:
De innerlijke signalen die ze bij zichzelf merken
Bv. zoals toenemende gewrichtspijnen of een grotere behoefte aan slaap.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Shera. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.