100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting syllabus Zinsleer - syntaxis 1 $5.87
Add to cart

Summary

Samenvatting syllabus Zinsleer - syntaxis 1

1 review
 281 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

syntaxis 1 - samenvatting van de syllabus Zinsleer.

Preview 2 out of 26  pages

  • October 18, 2015
  • 26
  • 2015/2016
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: sannehelthuis-95 • 6 year ago

avatar-seller
Samenvatting syntaxis
Hoofdstuk 1 Wat is syntaxis?
Alle normale kinderen in alle culturen leren hun moedertaal (of moedertalen)
perfect zonder enig formeel onderricht. Het enige wat je nodig hebt is
blootstelling aan normale menselijke interactie  voorgeprogrammeerd voor taal
(mentale grammatica). Het feit dat bepaalde regels en principes die de taal
vormgeven universeel (gelden voor alle talen) zijn leidt voor veel taalkundigen
tot de conclusie dat mensen een aangeboren taalvermogen hebben.

Glossen lezen: eerst de vertaling, dan de glosse en tenslotte het origineel lezen.
Glossen bevatten zowel lexicale als functionele informatie; de functionele
informatie wordt n hoofdletters weergegeven. De lexicale informatie is niets
anders dan een gewone vertaling van de woorden van de oorspronkelijke taal.
Tekens die in een gloss voorkomen zijn een dubbele punt (:) en het streepje (-).
De dubbele punt betekent dat je in het woord niet iets kan aanwijzen wat
bijvoorbeeld ‘meervoud’ betekent, zoals bij het woord die (gloss wordt dan
DEM:PL). Een streepje voor of na een stukje functionele informatie in de glosse
betekent dat die informatie aan het woord vastgeplakt zit; je kunt dan binnen het
woord duidelijk aanwijzen waar de functionele informatie zich bevindt.

De functionele categorie persoon maakt onderscheid tussen 1 e (ik, wij), 2e (jij,
jullie) en 3e (hij/zij/het, zij) persoon.
De categorie getal heeft betrekking op het onderscheid tussen enkelvoud
(singularis) en meervoud (pluralis).
Glosse Betekenis Nederlandse pronomen
1SG Eerste persoon Ik
enkelvoud
2SG Tweede persoon Jij
enkelvoud
3SG Derde persoon Hij/zij
enkelvoud
1PL Eerste persoon Wij
meervoud
2PL Tweede persoon Jullie
meervoud
3PL Derde persoon zij
meervoud

Waarom is er variatie in woordvolgorde?
- Context
- Stijl
- Grammatica (denk aan deelzinnen)

Wanneer staat het werkwoord vooraan in de zin, op positie 1?
- Vraagzin
- Conditionele zinnen (die een voorwaarde aangeven)
- Imperatieven (bevelende zinnen)
- Narratieve (verhalende) constructies
Een werkwoord zonder functionele kenmerken kan alleen maar in positie
3(achteraan in zin) voorkomen.

Twee eigenschappen van de passief:

, 1. De passief is het resultaat van promotie van een woordgroep naar de
subjectspositie
2. Degradatie van het oude subject
De passief in het Nederlands wordt ook gesignaleerd door een verandering van
de vorm van het werkwoord.

Woordgroepen kun je aantonen door vervanging of verplaatsing.

Begrippen:
 Ontkenning = negatie
 MASC = mannelijk
 FEM = vrouwelijk
 NTR = onzijdig
 Indefiniet = als naamwoordgroepen niet de/het als lidwoord hebben, maar
een.
 Definiet = een bepaald lidwoord: de/het
 Relatief pronomina = betrekkelijk voornaamwoorden
 Demonstratief (DEM) = aanwijzend voornaamwoord
 Pluralis (PL) = meervoud
 Singularis (SG) = enkelvoud
 Common gender = gemeenschappelijk geslacht (in Nederlands
mannelijk/vrouwelijk) in tegenstelling tot het onzijdige geslacht
 Homogeniteit = welke eigenschappen talen met elkaar gemeen hebben.
 Lexicon = woordenlijst bevat woorden van verschillende woordklassen
 Glosse = een letterlijke vertaling van het oorspronkelijke voorbeeld
 NONPAST = vindt nu plaats
 PROGRESSIVE = de handeling duurt voort
 Affix = functionele informatie die aan het begin of het eind van een woord
vastgeplakt zit
 Suffix = worden aan het eind van een woord vastgeplakt
 Prefix = worden aan het begin van een woord vastgeplakt
 Gemarkeerd = voor een volgorde van woorden is een bepaalde context
nodig. De neutrale volgorde van een zin is ongemarkeerd.
 Hoofdzin = zinnen die volledig op zichzelf staan
 Bijzin/deelzin = zinnen die ingebed zijn in een groter geheel
 Ingebedde zinnen = zinnen die in een andere zin zitten
 Recursie = we kunnen zinnen tot in het oneindige in elkaar inbedden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller k2908. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.87  5x  sold
  • (1)
Add to cart
Added