H1: kennismaking met psychologie
1 inleiding: kennismaking met de psychologie
Psychologie = (letterlijk) “de leer van de geest”
Functieleer = de studie van de menselijke functies (denken, waarnemen, geheugen, motivatie,
emoties, fantaseren, etc.)
Algemene Psychologie: bestuderen van algemene processen en niet van het afwijkende
Psychologie = gedragswetenschap: bestudeert elk gedrag dat mensen (of dieren) kunnen stellen
1.1 een definitie van de psychologie
De specifieke invalshoek van de psychologie is dat ze het gedrag bestudeert op het niveau van het
individu factoren binnen de persoon of in zijn omgeving staan centraal
= wetenschappelijk studie van gedrag en mentale activiteiten van het individu
Vb columbine highschool p 13-14 (verschil tss aanpak psychologen, sociologen en biologen)
1.3 geschiedenis van de psychologie
1879 het jaar waarin Wilhelm Wundt het eerste psychologisch loboratorium oprichtte in Leipzig
1.3.1 de verre voorgeschiedenis
intuïtieve/voorwetenschappelijke psychologie is even oud als de mens ontwikkeling
zelfbewustzijn zorgde ervoor dat men zich vragen begon te stellen over het eigen gedrag en het
gedrag van de ander en hoe daar best mee om te gaan.
De opkomst van de filosofie betekende een vooruitgang in het zoeken naar kennis en inzicht
Nieuw was de expliciete manier waarop ze zich met allerlei vragen inlieten en de systematiek
die ze aanbrachten in hun inzichten
Oudheid: filosofie hield zich bezig met psychologische kwesties
Middeleeuwen: weinig filosofie (en dus weinig psychologische thema’s)
1.3.2 de meer directe voorgeschiedenis
Diverse gebeurtenissen hebben ertoe bijgedragen dat zich in de 16 de eeuw een belangrijk ommekeer
kan voordoen in het westerse denken mensen begonnen zich vragen te stellen bij de traditionele
opvattingen en ze begonnen meer belang toe te kennen aan hun eigen waarnemingen en
denkvermogens
- Ontwikkelingen in de filosofie
Rationalisme: René Descartes
De rede (het denken) is de enige manier om tot kennis te komen
Res cogitans – res extensa = dualisme (geest- de materie)
Alle materie kan wetenschappelijk onderzocht worden, de geest
daarentegen niet omdat:
o Hij immaterieel is en dus empirisch ontoegankelijk
o Hij is ‘vrij’ en kan je er dus geen vaste wetmatigheden in ontdekken
, Methodische twijfel = alle bestaande zekerheden werden tussen haakjes
gezet, hij probeerde via een strikt logisch denkproces tot een nieuw en
universeel geldig kennissysteem te komen
De waarde van het logisch denken (de ratio) werd hier beklemtoond
Empirisme: John Locke, Francis Bacon, John Stuart Mill
Kennis is macht
Denken vertroebelt de waarneming
Tabula Rasa = geen aangeboren ideeën (bewustzijn wordt door indrukken
die we opdoen via de zintuigen gevuld)
Het enige waar je zeker van kan zijn is wat je kan waarnemen
Kwamen in de buurt van wetenschappelijke bewustzijnspsychologie in
tegenstelling tot de ziel is het bewustzijn toegankelijk voor observatie
- Impulsen vanuit de natuurwetenschappen
De opgang van de natuurwetenschappen had een dubbele impact:
Filosofen begonnen zich vragen te stellen over hoe kennis tot stand komt en
in hoeverre die betrouwbaar is
Wetenschappers botsten door hun ontdekkingen soms op vragen waar men
vroeger nooit bij stil had gestaan en die buiten hun eigen
wetenschapsdomein vielen
Sommige onderzoekers gebruikten hun wetenschappelijk instrumentarium
om die nieuwe psychologische problemen aan te pakken studiegebied =
psychofysica (wetten zoeken voor gedrag van de mens) (o.a wet van Weber)
1.3.3 de psychologie als wetenschap van het bewustzijn
- Wundt en het structuralisme (structuur bewustzijn)
Wundt wordt gezien als vader van wetenschappelijk psychologie
Experimentele methode = de te onderzoeken fenomenen uitlokken om ze op die
manier in een meer gecontroleerde omstandigheden te onderzoeken Wundt
achtte dit enkel mogelijk voor de studie van relatief eenvoudige processen
(waarneming)
Edward Titchener: het hoofddoel van de experimentele psychologie is de structuur
van de geest analyseren. Hij spiegelde zich daarbij aan andere wetenschappen, een
methode die hij gebruikte was introspectie ( letterlijk naar binnen kijken)
In Europa werd de nieuwe wetenschap experimentele bewustzijnspsychologie
genoemd door de experimentele aanpak en haar onderzoeksobject
In Amerika werd over het structuralisme gesproken omdat Titchener vooral de
nadruk legde op het analyseren van de structuur van het bewustzijn
- Het functionalisme (functie bewustzijn)
Ipv de structuur van het bewustzijn te onderzoeken, richtte men zich op de werking
of functie ervan: de wijze waarop individuen te werk gaan om (gebruikmakend van
hun bewustzijnsprocessen) zich aan te passen aan nieuwe situaties
Zo ontstond er tegenover de structuralistische een functionalistische
bewustzijnspsychologie
Bewustzijn werd vervangen door mental activities (innerlijke leer- en denkprocessen
bij het oplossen van problemen)
Functionalisten gingen te werk via experimenten en introspectie naderhand ging
men die introspectiegegevens steeds meer aanvullen met externe observaties
, Volgende stap was inschakelen van dierproeven door de evolutieleer van Darwin
was men eerder al tot de overtuiging gekomen dat er geen strakke lijn te trekken is
tussen men en dier en dat ook dieren intelligent gedrag vertonen
Voor de functionalisten bleven die dierproeven evenwel slechts een middel om iets
meer te vernemen over wat er zich in de geest van mensen afspeelt wanneer die met
een probleem geconfronteerd worden
1.3.4 de behavioristische evolutie (John Broadus Watson) geen bewustzijnspsychologie!!
- Weg van het rechtstreekse bewustzijnsonderzoek en meer in de richting van het uitwendig
waarneembare gedrag. Verwijzingen naar het bewustzijn of naar innerlijke mentale
processen kregen enkel nog een plaats in de theoretische interpretatie van de bevindingen
- Het enige wat je kan zien van de menselijke psychè is het gedrag
- Nieuwe beweging in Rusland: reflexologie = werk van Ivan Pavlov de ontdekker van het
conditioneringsproces volgens Pavlov was hier sprake van een nieuw aangeleerde reflex,
een automatische koppeling tussen een nieuwe prikkel en een bestaande reactie, waar
innerlijke gedachten of verwachtingen geen rol in speelden
- John Broadus Watson de stichter van het Amerikaanse behaviorisme, trok die lijn op een
radicale manier door. In 1913 schreef hij een manifest waarin hij aangaf hoe de psychologie
er volgens hem zou moeten uitzien Alleen wat mensen en dieren doen, hun uiterlijk
waarneembare responsen (R) op de actueel inwerkende stimuli (S) zijn van betekenis
- Alle gedragingen kun je volgens hem uiteindelijk herleiden tot reeksen aaneengeschakelde S-
R-verbindingen
- Empirisme : “Je kan alleen zeker zijn van datgene wat je kan zien”
1.3.5 nieuwe klemtonen in Europa
- De gestaltpsychologie
Op basis van eenvoudige experimeten probeerden verschillende Duitse groepen aan
te tonen dat wat wij waarnemen onmiddellijk ervaren wordt als een Gestalt
Gestalt = een geheel dat niet te herleiden is tot een eenvoudige optelling van de
delen waaruit het is opgebouwd, maar dat eigen kenmerken vertoont die alleen
terug te vinden zijn in de gestalt als geheel
= het geheel is meer dan de som van de delen
In aanvang hielden de gestaltpsychologen zich enkel bezig met de studie van de
waarneming, later trokken ze deze opvattingen door naar andere gebieden
Wolfgang Köhler probeerde in 1920 aan te tonen dat het er bij het leren dikwijls heel
anders aan toegaat dan het simpelweg aan elkaar associëren van prikkels en reacties,
zoals de behavioristen voorhielden.
Aha-erlebnis = heel plots opduiken van oplossing voor probleem werd gestaltisch
geïnterpreteerd als het mentaal herstructureren van de aparte stukjes van de
probleemsituatie tot een nieuw overzichtelijk geheel
- De dieptepsychologie
Vanuit de psychiatrie kwam er een nieuwe stroming opgang de psychoanalyse van
Sigmund Freud
De verklaring voor het gedrag werd binnen die stroming nadrukkelijk niet gezocht in
bewuste overwegingen of weloverwogen gedragsintenties, maar in diepere
onbewuste motieven
Andere theorieën: individuele psychologie Alfred Adler, analytische psychologie Carl
Gustav
, De concrete wijze waarop de onbewuste krachten worden voorgesteld verschillen
naargelang theorie. Toch gaat het steeds om gedachten, gevoelens of verlangens
waarvan de persoon zich niet durft of wilt bewust worden
Volgens de dieptepsychologie zijn die verdrongen gedachten/gevoelens niet van de
baan, want ze kunnen nog een invloed uitoefenen op later gedrag ( dromen…)
3 lagen menselijke geest:
Bewust
Onderbewust
Onbewust
1.3.6 Amerika en de herontdekking van het innerlijke
- Neobehaviorisme (Clark Hull, Edward Tolman)
= een stroming die wel behavioristisch bleef in haar algemene doelstellingen (het
gedrag verklaren op basis van objectieven waarneembare feiten), maar die
noodgedwongen een paar wijzigingen moest aanbrengen in de concrete uitwerking
ervan.
Vooral de opvatting als zou het gedrag volledig verklaart kunnen worden vanuit de
inwerkende prikkels, bleek te simpel
Dit leidde tot de S-O-R-opvatting van het gedrag (stimulus-organisme-respons)
Organisme verwijst naar de black box: het ‘verborgen’ innerlijke van het individu, dat allerlei
factoren bevat die een belangrijke invloed hebben op het gedrag, maar waar we geen
rechtstreekse inkijk in hebben. De impact van O-factor kan enkel indirect geregistreerd
worden
Er wordt niet meer via introspectie bestudeerd maar onrechtstreeks via speciaal
daartoe opgezette experimenten waaruit men zijdelings kon afleiden wat hun
specifieke invloed is op het gedrag
- De humanistische psychologie
Reactie tegen vooral de twee hoofdstromingen van dat moment, zijnde:
Behaviorisme
o Mens onder controle van de omgeving (stimuli)
o Mens is weinig meer dan een laboratoriumrat
Dieptepsychologie
o Mens onder controle van zijn onbewuste
o Mens stelt voornamelijk abnormaal, neurotisch gedrag
De mens en zijn mogelijkheden moeten centraal staan
Schema p41
1.3.7 hedendaagse stromingen in de psychologie
- De cognitieve psychologie
Het gedrag is in tegenstelling tot wat behavioristen dachten niet te herleiden tot een
simpele reactie op de binnenkomende prikkels. Mensen zijn actieve
informatieverwerkers, die zelf vorm en inhoud geven aan wat op hen afkomt (input
en output)
De wijze waarop wij info verwerken, bepaalt ons gedrag:
Goede informatieverwerkingsstrategieën zorgen voor psychische gezondheid
Psychische stoornissen zijn het gevolg van slechte
informatieverwerkingsstrategieën
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkedewaele2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.17. You're not tied to anything after your purchase.