100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting LESSEN BTW - FISCAAL RECHT (2022) $3.79   Add to cart

Summary

Samenvatting LESSEN BTW - FISCAAL RECHT (2022)

1 review
 95 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat ALLE lessen inzake BTW, gedoceerd door Bart Peters aan de UGent (derde bachelor rechten). Studiejaar: . Veel succes! (dit is les 21, 22 en 23)

Preview 3 out of 25  pages

  • May 20, 2022
  • 25
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: paulinestroom • 2 year ago

reply-writer-avatar

By: insrechten1 • 2 year ago

Translated by Google

It's a literal replica of the lesson... I don't understand your review at all

avatar-seller
Belasting toegevoegde waarde
Situering BTW

• Fiscaal recht - Indirecte belasting
=> belasting over transactie = gelijk voor alle vermogens
• Federale belasting
- deel afstaan aan Europa (0,30% van geïnde btw)
- nadenken bij invoering regionale, lokale belastingen, BTW geheven over totaalprijs (incl.
andere belastingen) !
(Anders wordt indirect de federale kas gespijsd door een politieke beslissing, waarvan de
gevolgen aan het regionale/lokale niveau worden toegerekend)

à indirect = is naar aanleiding van een belastbaar feit. Vb cola gekocht, daar betaal je BTW op. Dus
naar aanleiding van transacties, betaal je BTW. Welke transacties? Aankoop van goederen of
dienstenverrichtingen (vb dokter, tandarts). Alles dat geen levering van een goed is, is een dienst
à Art 170 GW: BTW is een federale belasting (gaat dus naar de federale schatkist), maar dit is eig
niet compleet juist. BTW is eig een Europese belasting (supranationaal). Voor btw zijn de richtlijnen
en de verordeningen belangrijk, dus secundair Europees recht. In de verdragen wordt de
bevoegdheid van fiscaliteit aan de Europese Unie toegediend via unanimiteit. Inzake BTW werkt men
met richtljnen. Erg belangrijk: regelt heel het systeem van de BTW. Alle BTW die men invordert in
België daarvan moet BE 0,3% doorstorten aan Europa ! Dit op ALLE btw die in BE w betaald (is dus
een enorm bedrag) !! (alle EU-ls moeten dit doen). In de richtlijn staan regels die de ls moeten
invoeren, maar hoe ze die precies invoeren, mogen de ls zelf beslissen.(federale belasting, maar dus
europese inspo)
à Het is een federale belasting dieje moet berekenen op de prijs die je sws al moet betalen. Je moet
eerst alle andere belastingen berekenen en dan pas de BTW. Voert de stad Gent belasting in (vb
belasting op vuilniszakken (is een belasting over transactie), dan betekent dit voor de consument dat
er een belasting op belasting is. Als je dus als gemeente een belasting heft op een goed of dienst.

Overdrachtsbelasting

• Basis voor het heffen van de btw =
de ‘overdracht’ van goederen onder bezwarende titel
het verrichten van diensten onder bezwarende titel
(è alles wat geen levering van een goed is, is een dienst)
• Vroegere stelsel: overdrachttaksen
Ø Vanaf 1921 tot 31 december 1970
Ø Vindplaats: Wetboek van de met de zegel gelijkgestelde taksen
Ø Diverse taksen
- Overdrachtstaks bij verkoop
- Factuurtaks voor welbepaalde diensten
Ø Cumulatieve werking = cascadetaks
à BTW is dat een eigendomsoverdrachtende belasting? Daar spreekt Europa zich niet over uit
omdat het zakenrecht verschilt in ieder land. Europa zegt wel dat het een overdrachtsbelasting is :
overdracht van de macht om over het goed te beschikken. Is huur een overdracht van een goed?
Neen, want daar draag je niet de macht over om als een eigenaar over het goed te beschikken. Is
huur dan onderworpen aan BTW? Ja want is een dienst (alles dat geen overdracht van een goed is, is
een dienst).
à Vroeger bestond overdrachtstaks. Belgisch concept. Iedere keer als er een transactie gebeurde,
was er een taks. Cumulatief: vaak zijn er meerdere transacties vooraleer het bij de eindconsument
komt. Zie volgende dia

, Het cascadestelsel
cumuleert de
verschillende betaalde
belastingen, indien in een
keten diverse
ondernemers
achtereenvolgens voor
elkaar een prestatie
leveren.
A (als groothandelaar)
levert een goed aan B en
vraagt een prijs van 1000,
Hierop wordt een
belasting van 7 %
geheven, zodat B in totaal 1,070 aan A moet betalen. B (als verantwoordelijke voor de regio West-
Vlaanderen) verkoopt de door hem aangekochte goederen verder door aan tussenhandelaar C en wil
1,000 winst maken. Daarom kijkt hij naar zijn aankoopprijs (1,070) en voegt hier nog eens 1,000 aan
toe. Hij vraagt aldus van C 2,070, waarop opnieuw een belasting van 7 % wordt geheven, zodat C in
totaal 2,215 aan B moet betalen. C (als tussenhandelaar) verkoopt de goederen door aan een lokale
winkelier (D) en wil 2,000 winst maken. Daarom kijkt hij naar zijn aankoopprijs (2,215) en voegt hier
nog eens 2,000 aan toe. Hij vraagt aldus van D 4,215, waarop opnieuw een belasting van 7 % wordt
geheven, zodat D in totaal 4,510 aan C moet betalen. D (als winkelier) verkoopt de goederen aan de
finale consument (E) en wil 4,000 winst maken. Daarom kijkt hij naar zijn aankoopprijs (4,510) en
voegt hier nog eens 4,000 aan toe. Hij vraagt aldus van E 8,510, waarop opnieuw een belasting van 7
% wordt geheven, zodat E in totaal 9,106 aan D moet betalen.
Aldus werd in totaal 1,106 (70 + 145 + 295 + 596) aan taksen betaald, die de ontvangers niet voor
zich mogen houden, maar moeten doorstorten aan de Schatkist. De totale winst die werd gemaakt
door alle partijen gezamenlijk (A, B, C en D) bedraagt 8,000, Je betaalt dus eig taks op taks op taks.
1106 op 8000 taksen en dit terwijl de taks eig marr 7% was. De consument heeft hier natuurlijk geen
flauw idee van. Dit is vooral een probleem voor KMO. Als A onmiddellijk aan E had verkocht dan was
de uiteindelijke belasting dus veel minder en zou A nog steeds zelfde winst maken. Europa vond dit
systeem totaal niet doorzichtig. Indien er geen tussenpartijen waren en A de volledige winst zelf zou
behalen op de verkoop aan de consument onder verder identieke voorwaarden zou 7 % belasting zijn
geheven op een winst van 8,000. Dit is een totale belastingschuld van 560.
Indien evenwel de keten wordt doorlopen (zoals op vorige slide toegelicht) wordt 546 extra aan
taksen geheven, zonder dat hier voor iemand bijkomende winsten zijn.

Ø Niet neutraal:
• Hoe meer leveringen, hoe groter de belastingdruk
Belastingdruk was verschillend naargelang de lengte van de productie- en
distributieketen
• Ondernemingen met verschillende handels- of productiestadia
(geïntegreerde ondernemingen) werden bevoordeeld tov KMO-bedrijven
Ø Niet doorzichtig:
Berekening bedrag taksen in totale prijs van het product was onmogelijk
è Dubbel nadeel op vlak van het internationaal handelsverkeer
Bij invoer = Compenserende taks
Bij uitvoer = Forfaitaire ontheffing van de opgestapelde taksen
à stel jij, een Belg, wilt een fiets kopen en je kan deze kopen bij een fietshandelaar in BE of in het
buitenland. In allebei de situaties is er BTW verschuldigd want gaat om de overdracht van een goed.
Ook hebben allebei de fietsenhandelaars onderdelen van de fiets aangekocht, maar het verschil is
hier dat de BE fietsenhandelaar dit heeft gedaan in België dus opnieuw BTW en de buitenlandse

, heeft die onderdelen niet aangekocht in BE, dus geen BE overdrachtstaks derop. Sws cumulatie bij
allebei maar bij de handelaar van in het buitenland is het bedrag dus niet duidelijk. Probleem: als die
verkopers met exact dezelfde winstmarge zouden werken en exact zelfde fiets zouden verkopen, dan
kan de buitenlandse verkoper dit goedkoper doen in BE dan de BE fietsenverkoper omdat deze al die
belasting heeft moeten betalen. Oplossing: bijkomende invoerheffing zodat de BE en de
buitenlandse op gelijke hoogte kunnen gezet w.




à men heeft de neiging om forfait hoger te gaan inschatten uit vorm van marktprotectie

Vb. Stel dat we nu verkopen aan een buitenlander. Nu BE verkoper die verkoopt in buitenland. Hier
restitutie. Belasting die betaald werd bij aankoop van de onderdelen door BE verkoper, zal
gerestitueerd worden. Ook hier zal dat beetje hoger zijn dan normaal (om de verkoper beetje te
stimuleren).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller insrechten1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79  9x  sold
  • (1)
  Add to cart