100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting beroepsmethodiek: recht 2.2 $9.23
Add to cart

Summary

Samenvatting beroepsmethodiek: recht 2.2

 83 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak beroepsmethodiek deel recht gedoceerd in het 2e semester van het 2e jaar.

Preview 3 out of 21  pages

  • May 20, 2022
  • 21
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
BEROEPSMETHODIEK - RECHT
algemeen
3 machten:
* de uitvoerende macht: regering en / koning: bestuur van de maatschappij
* de wetgevende macht: federaal parlement (senaat en kamer); Vlaams Parlement enz.: stelt wetten op
* de rechterlijke macht: hoven + rechtbanken hebben controlefunctie zowel in relatie tussen burger en staat
als in relatie tussen burgers onderling. => verzekeren naleving van de wetten

Definitie van het recht

Recht = geheel van gedragsregels, opgelegd door overheid, die binnen maatschappij -> doel hebben maatschappelijk
leven te ordenen en waarvan naleving kan worden afgedwongen.

Het omvat:
* geheel van gedragsregels: maken mogelijk mensen met tegenstrijdige belangen te laten samenleven
* opgelegd door overheid: (in tegenstelling tot deontologie) regels opgelegd door bepaalde groepering
* recht kan worden afgedwongen: zonder dwang zijn rechtsregels niet efficiënt -> kan fysiek (gevangenis) of
financieel (boete) (enkel door rechterlijke macht)
* recht beoogt ordening van maatschappij

Indeling van het recht

-> op verschillende manieren

* nationaal + internationaal: recht = beperkt in ruimte (bepaald territorium) en tijd
-> hierna enkel ingegaan op nationaal recht, vindt toepassing in Belgisch territorium

* nationaal recht: kan naar inhoud worden opgedeeld:
- publiek recht: relatie burger-staat / inrichting en werking staatsmachten en staatsinstellingen
- privaatrecht: relatie tussen burgers onderling dat nog eens rechtstakken omvat.

Recht kan ook worden ingedeeld volgens afdwingbaarheid:
Onderscheid tussen dwingende en aanvullende rechtsregels
-> Dwingende rechtsregels (imperatief recht) = kan niet van
worden afgeweken, ook niet bij overeenkomst: wanneer afwijking
bevat kan clausule / overeenkomst als nietig beschouwd
-> aanvullende rechtsregels = kan worden afgeweken bij
contract.

=> 1st dwingend recht, dan contractuele bepaling, vervolgens
aanvullend recht

Rechterlijke macht in bijzonder

Rechtbanken bevoegd voor bepaald territorium => zo burgerlijke en strafrechtbanken

* burgerlijke rechtbanken: behandelen geschillen tussen burgers onderling
-> onderscheid tussen: vredegerecht, rechtbank van eerste aanleg,
familie- en jeugdrechtbank, ondernemingsrechtbank, arbeidsrechtbank

* strafrechtbank: buigen over conflict tussen overheid, vertegenwoordigt door openbaar ministerie en
een burger / onderneming aangaande een door deze laatste vermeend gepleegd misdrijf (moord,
verkeersovertreding,..)
-> politierechtbank (overtreding), correctionele rechtbank (wanbedrijf), hof van Assisen - zetelt enkel met jury -
(misdaad, politieke en persmisdrijven)
-> kleine zaken (onder €1.250) -> aangetekend bij hof van beroep (arbeidshof)

-> aan top hiërarchie: hof van cassatie: kan zich nooit uitspreken over de feiten , enkel gevat na laatste aanleg
=> gaat na of wet correct is toegepast

1

,1. BURGERLIJK RECHT
= onderdeel van privaatrecht

1. Personen en familierecht
-> regelt nationaliteit, woonplaats, huwelijk, afstamming, naam, bekwaamheid persoon, ..
2. Vermogensrecht
3. Erfrecht; schenkingen en testamenten
4. Verbintenissenrecht en overeenkomst in bijzonder



Vermogensrecht
-> bevat normen en regels die vermogen raken (niemand kan gans vermogen vervreemden)

Vermogen= ‘de juridische algemeenheid die geheel van bestaande en toekomstige goederen en verbintenissen omvat’
-> hoe rijk / arm elke persoon heeft vermogen (indien wet niet anders bepaald)

vermogensrechten:

* zakelijke rechten: verlenen rechthebbende onmiddellijke macht op zaak zelf -> men behoeft niet
tussenkomst van derde persoon vb. Eigendom, vruchtgebruik; en erfdienstbaarheid

* vorderingsrechten / persoonlijke rechten: men verwerft recht om iets van andere persoon te
vorderen vb. huurrecht

!! * intellectuele rechten: men verwerft rechten op creatie of schepping vb. Auteursrecht

voorwerp van de vermogensrechten:
* vorderingsrechten hebben vordering tot voorwerp (huurder heeft recht in huis te wonen, eigenaar heeft
zakelijk recht op huis)
* zakelijke + intellectuele rechten hebben goederen tot voorwerp
-> een goed = zaak die voor verkrijging vatbaar is en die dient tot bevredigen van behoefte: (On)tastbaar

* zakelijk recht: heeft stoffelijk (tastbaar) goed tot voorwerp (vb. Woning
* intellectueel recht: heeft geestelijk goed als voorwerp (vb. Ontwerp van iets)

Diverse types van goederen
Goederen = alle voorwerpen die vatbaar zijn voor toe-eigening, met inbegrip van vermogensrecht. (Geen dieren)

Verschillende types:

- roerende goederen => goederen die van ene naar andere plaats kunnen overgaan en worden overgeplaatst
(dieren, meubels, gels, auteursrechten,..)
- onroerende goederen => goederen die zich niet verplaatsen of moeilijk verplaatsbaar zijn
(grond, gebouwen, buizen, bomen, planten,..)

=> roerende goederen kunnen onroerend worden / zijn -> wanneer zij van nature tot onroerend goed horen.
* Voorwaarden: - eigenaar van roerend en onroerend goed zijn dezelfde
- er is een band tussen de beide goederen (vb. Toonbank in winkel; beeld in nis;)

Belang van onderscheid:
-> voor roerende geldt vermoeden ‘bezit geldt als titel’
-> verkrijgbare verjaring voor roerende goederen = 3 jaar
-> verkrijgbare verjaring voor onroerende goederen = 10 jaar
verjaring = middel om, door verloop van zekere tijd en onder
voorwaarden die wet bepaalt, iets te verkrijgen of van een
verbintenis bevrijd worden.




2

, Goederen die aan IEMAND en goederen die aan NIEMAND toebehoren
Aan iemand: geïndividualiseerd: woning, horloge, juwelen, ..

Aan niemand: * gemene voorwerpen: kunnen niet in totaliteit worden toegeëigend, worden gebruikt in algemeen
belang: lucht, licht, zee, creaties na verstrijken auteursrecht.
* goederen die geen eigenaar hebben:
- onroerende behoren toe aan staat (vb. Iemand sterft zonder erfgenamen -> woning gaat
naar staat)
- roerende gaan naar diegene die zich er meester van maakt: wilde dieren, verlaten
voorwerpen

Goederen in handen en buiten handel
Buiten handel -> goederen behorend aan publiek domein zoals wegen

Lichamelijk (tastbaar) en onlichamelijke (niet tastbare zoals intellectuele rechten) goederen
-> voorwerpen = lichamelijk of onlichamelijk
* lichamelijke voorwerpen kunnen zintuigelijk worden waargenomen en worden gemeten middels
een momentopname

Verbruikbare en niet-verbruiksare goederen
-> verbruikbare gaan teniet bij eerste normale gebruik (appelen, peren, geld,)
-> niet-verbruiksare gaan niet teniet bij eerste normale gebruik (auto, stoel, tafel,..)

Vevangbare en niet-vervangbare goederen
Goederen zijn vervangbaar indien ze voor nakoming van verbintenis onderling verwisselbaar zijn

Deelbaar en ondeelbaar

Hoofdzaak en bijzaak
(Bijzaak is niet onderdeel van de zaak) vb. Borgstelling van een schuld

Tegenwoordige en toekomstige goederen
Vb. Toekomstig goed: huis dat nog dient gebouwd te worden



2. VERBINTENISSRECHT
Verbintenis = rechtsband waarbij één / meer personen verplicht zijn tot een prestatie tegenover één of meer andere
personen
-> prestatie kan een geven (betaling), doen (maken van ontwerp) of niet doen (eigenaar van rechten
op een ontwerp verbindt zich tegen betaling zijn rechten niet uit te oefenen) zijn

Onderscheiden binnen kader van een verbintenis:
* een schuldenaar: persoon op wie verbintenis (verplichting) rust
* een schuldeiser: persoon in wiens voordeel de verbintenis (verplichting) bestaat
* een school: datgene waartoe de schuldenaar is gehouden
* een schuldvordering: dat gene wat de schuldeiser mag eisen

Bronnen van verbintenissen
“Bron” van verbintenis = “waardoor” (oorzaak) kan een verbintenis ontstaan

2 belangrijkste oorzaken/bronnen: 1. Contracten
2. De onrechtmatige daad




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annavd71. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50990 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$9.23  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added