Gedrag thema 3- sociale
perceptie
Sociale perceptie: De manier waarop we andere mensen zijn en interpreteren noemen we sociale
perceptie.
The big five
Door de big five kun je achterhalen hoe je persoonlijkheid is.
1) Extraversie <-> introversie
2) Openheid voor nieuwe ervaringen
3) Emotioneel stabiel
4) Vriendelijkheid
5) Zorgvuldigheid
Verschillende mechanisme van sociale perceptie
1) Eerste indruk
Je komt om de haverklap nieuwe mensen tegen en die beoordeel je meteen. Voortdurend
interpreteer je de details van menselijk gedrag en probeer je een aantal eigenschappen toe te
kennen aan de personen die je ontmoet.
Bij het beoordelen van anderen baseren mensen zich heel vaak op de eerste indruk.
Volgens Frederik Anseel, bedrijfspsycholoog aan de UGent, worden eerste indrukken gebruikt om het
leven simpel te houden. Doordat er dagelijks zo veel informatie op ons afkomt, zijn er vuistregels
nodig om die info te kunnen indelen. De indeling is noodzakelijk om het leven niet al te chaotisch te
maken.
Een eerste indruk vormen gebeurd heel snel. Je kunt het ook heel moeilijk tegenhouden.
Onderzoekers zijn er zelf ook niet zeker van over de tijdsduur waarop een eerste indruk word
gevormd. Het ene onderzoek zegt 30 seconden. Maar het andere onderzoek zegt 1 minuut. Wat
zeker is is dat het heel snel is.
Wat zorgt voor een positieve eerste indruk?
Mensen aankijken wanneer ze praten, speciale en onverwachte antwoorden geven.
Wat zorgt voor een negatieve indruk?
Veel lachen, zeer chaotisch zijn, gestresseerd overkomen
Welke conclusie kun je hieruit trekken?
De eerste indruk is hardnekkig en kan dus moeilijk of zelfs niet veranderd worden.
Welke eigenschappen zijn ook belangrijk?
Lengte, gewicht, geslacht, huidskleur, lichaamsbouw, kledij,…
2) Causale attributie
Als je het gedrag van andere ziet, heb je vaak de neiging om op zoek te gaan naar verklaringen voor
dat gedrag. Dat wordt in de sociale psychologie het attributieproces genoemd.
, De oorzaken van gedrag zoeken heet causale attributie. Attributies zijn heel belangrijk in dagelijkse
interacties. Als je weet dat je vriendin huilt omdat haar opa gestorven is, zul je daar anders op
reageren dan wanneer je ontdekt dat ze huilt omdat ze een ui aan het pellen is*.
Wanneer je zoekt naar de oorzaak van iemands gedrag, is er een onderscheid tussen interne
(dispositionele of persoonlijke) en externe (situationele) oorzaken.
Er wordt ook wel naar verwezen als interne en externe attributie.
Interne attributie
De oorzaak van het gedrag wordt gelegd bij iemands persoonlijkheid, karakter, aanleg of motieven.
Dat wordt ook persoonlijke attributie genoemd.
Externe attributie
De verklaring van het gedrag wordt gezocht in omgevingsfactoren, zoals de omstandigheden of de
aanwezigheid van andere personen. Dat wordt ook situationele attributie genoemd.
Zoek bij elk voorbeeld in de tabel telkens een interne en een externe attributie
Interne attributie Externe attributie
Sami is geslaagd voor zijn Hij is gelaagd omdat hij goed Hij is geslaagd omdat de
examen heeft gestudeerd leerkracht echt goed heeft
gedragswetenschappen uitgelegd
Noami heeft problemen met De leerkracht doet haar De leerkracht geeft altijd veel
de leerkracht wiskunde. denken aan haar stiefmoeder te moeilijke toetsen waardoor
die ze haat. ze vaak buist.
Charlotte won het Ze heeft heel hard getraind om Haar tegenstander was zeer
tennistoernooi vorige week. te kunnen winnen. zwak.
Het gedrag van andere wordt al snel gekoppeld aan bepaalde interne en externe oorzaken. De
Amerikaanse sociaal psycholoog Harold Kelley (1921-2003) onderscheidt in zijn covariatiemodel drie
mogelijke afwegingen de we maken om te komen tot interne of externe attributie.
1) Kenmerkendheid: verandert het gedrag naargelang de situatie?
Hangt het bewuste gedrag samen met de specifieke situatie en gedraagt de persoon zich
anders in andere situaties, dan gaan we doorgaans extern attribueren. Is het gedrag van de
persoon in de verschillende situaties hetzelfde, dan gaan we vaak intern attribueren.
2) Consistentie: verandert het gedrag naar gelang de tijd?
Wanneer de persoon zich altijd zo gedraagt, wordt het gedrag intern geattribueerd. Gedraagt
de persoon zich allen zo in een specifieke situatie, dan kiezen we vaak voor externe
attributie.
3) Consensus: verandert het gedrag naargelang de persoon?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yanadegreef. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.