Samenvatting economie markt en overheid 3 tm 6 en verdienen en uitgeven 1,2
2 views 0 purchase
Course
Economie
Level
HAVO
Dit is een uitgebreide samenvatting (= met schema's, dikgedrukte begirppen) van alles wat je moet weten over markt en overheid (hfdst. 3 tm 6) en verdienen en uitgeven (hfdst. 1,2)
Samenvatting economie markt en overheid 3 t/m 6 en
verdienen en uitgeven 1,2:
Markt en overheid hoofdstuk 3: Oligopolie en monopolistische
concurrentie:
Een oligopolie is een markt met een klein aantal grote producenten. Zit tussen volledige
mededinging en monopolie in.
Als er twee producten zijn noemen we een markt een duopolie.
Op een homogeen oligopolie zijn een aantal aanbieders die hetzelfde product aanbieden
Op een heterogeen oligopolie zijn een aantal aanbieders met een verschillend product.
De hoge toetredingsdrempels hebben te maken met schaalvoordelen, verzonken kosten en
octrooien en hoge aanvangsinvesteringen.
1. Schaalvoordelen veel producten kunnen alleen winstgevend zijn als ze op grote schaal
worden geproduceerd, benodigde investeringen brengen hoge constante kosten met zich
mee. Gebrek aan schaalgrootte is voor nieuwkomers een probleem.
2. Verzonken kosten gemaakte constante kosten die een onderneming bij sluiting niet meer
kan terugverdienen. Een bedrijf dat verzonken kosten heeft is kwetsbaar bij
onderhandelingen.
3. Octrooi om je kennis af te schermen van concurrentie kun je op een uitvinding octrooi
aanvragen. Jarenlang alleenrecht op het commerciële gebruik van een organisatie.
Verzonken kosten kosten die, nadat een bedrijf ermee stopt, niet meer terug te verdienen zijn.
V.B. oligopolistische markt: supermarkten, benzinestations en banken.
Een monopolistische concurrentie is een markt waar veel arbeiders allemaal een verschillende
variant aanbieden. En een heterogeen product.
Beperkte invloed en is beperkt prijszetter.
Aanbieders doen aan: productdifferentiatie: producenten proberen zich te onderscheiden van
andere producenten door iets extra’s toe te voegen aan hun producten en/of in te zetten op
marketing.
Aanbieders hebben wel invloed op de prijs, maar deze invloed is beperkt door de sterke
concurrentie.
V.B. restaurants: allemaal eten maar hun eten is anders.
Volkomen Monopolistische Oligopolie Monopolie
concurrentie concurrentie
Aantal Veel Veel Weinig 1
aanbieders
Aantal vragers Veel Veel Veel Veel
Aard van het Homogeen Heterogeen Homogeen + Homogeen
goed heterogeen
Doorzichtigheid Goed Slecht Slecht Slecht (er is geen
markt vergelijkingsmateriaal)
(transparantie)
Mogelijkheid tot Makkelijk Makkelijk Moeilijk Moeilijk
toetreding
Invloed Geen Prijszetter Prijszetter Prijszetter
, aanbieder op de
prijs
Ondernemingen streven naar zoveel mogelijk winst. Het marktgedrag van ondernemingen kan je
onderscheiden is concurreren of samenwerken.
Concurreren op prijs, door het verlagen van de prijs kan leien tot een prijzenoorlog. V.B.
supermarkten
Productdifferentiatie product een of meer eigen kenmerken geven, product wordt
hierdoor heterogeen. Bij benzine werkt productdifferentiatie niet consumenten letten alleen
op de prijs, het blijft dus een homogeen product.
Prijzenoorlog = ondernemingen verlagen hun prijs om een zo groot mogelijk marktaandeel te
verwerven.
Als aanbieders afspraken maken met als doel concurrentie verminderen noem je zo’n
samenwerkingsverband een kartel.
Als oligopolisten samenwerken en een kartel oprichten, wordt het een monopolie.
Consumentensurplus = verschil tussen de werkelijke prijs van een product en de maximale prijs die
iemand bereid is voor een product te betalen. (= maatstaf voor het welbevinden van de consument
en daarmee de welvaart)
producenten surplus = het verschil tussen de marktprijs en de prijs die een aanbieder voor zijn
product wil ontvangen. Het producenten surplus is een maatstaf voor het welbevinden van
aanbieders.
De Autoriteit Consument & Markt is opzoek naar kartelvorming.
De onderneming die het initiatief neemt om de prijs te veranderen is de prijszetter.
Sequentieel spel = als twee partijen zijn waarbij de ene partij een keuze maakt en de andere partij
moet reageren. Ze maken de keuze dus na elkaar en niet tegelijkertijd.
Met een ultimatum spel kunnen situaties worden weergegeven waarin spelers niet- rationeel maar
wel voorspelbaar opereren.
Om te kijken of er sprake is van een gevangenendilemma gaan we op zoek naar het evenwicht.
Gevangenendilemma beide spelers een dominante strategie hebben en er een suboptimaal
evenwicht wordt bereikt. Er is een andere uitkomst van het spel die zowel voor de ene als de andere
speler beter is.
Hiervoor eerst kijken naar de mogelijkheden van de rijspeler en na gaan welke beslissing hij het beste
kan nemen.
Dominante strategie: de beste strategie die iemand kan kiezen, onafhankelijk van wat de ander doet.
Bij een simultaan spel nemen de partijen gelijktijdig over de te volgen strategie. .
Substitutiegoederen = goederen die door elkaar in gebruik kunnen worden vervangen. Auto = trein,
koffie= thee, kaars aansteken = aansteker of lucifer
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElisebavZ. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.