Dit document is een samenvatting van het vak persoonlijkheidspsychologie gegeven in Bachelor Orthopedagogie aan HoGent in het tweede jaar. Het is een uitgebreide samenvatting van de cursus, notities en slides van de PPT.
Persoonlijkheidspsychologie
EXAMEN Helft open vragen, helft meerkeuze -> verhoogde cesuur
Op examen heel veel oefeningen en enkel toepassingen
Op leerpad veel oefeningen maken is evenveel leerstof dan de theorie
Helft meerkeuzevragen (20 a 25) en 4 a 5 kleinere openvragen
Over elk hoofdstuk wordt er iets gevraagd
Hoofdstuk 1: zelfbeeld en zelfwaardering
1. Zelfbeeld en zelfwaardering
1.1Inleiding
1.2Begripsbepaling
1.3Een theoretisch kader: het persoonsmodel van Verhofstadt – Denève (1994)
1.3.1 Persoon als dynamisch IK-MIJ relatie
1.3.2 Dimensies van het zelfbeeld: 6 fenomenologische zelfconstructies
1.3.3 Persoonskenmerken en condities
1.3.4 Extern en intern zelfbeeld
1.3.5 Bewustzijnsniveau
1.3.6 Fenomenologische zelfconstructie en realiteit
1.4Informatiebronnen bij de opbouw van het zelfbeeld
1.4.1 Introspectie
1.4.2 Percepties van ons eigen gedrag
1.4.3 Jezelf vergelijken met anderen
1.4.4 Het autobiografisch geheugen
1.4.5 Culturele perspectieven
1.5De ontwikkeling van zelfbeeld en zelfwaardering
1.5.1 De ontwikkeling van taal
1.5.2 Kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar
1.5.3 Kinderen in de leeftijd van 5 tot 7 jaar
1.5.4 Kinderen in de leeftijd van 8 tot 11 jaar
1.5.5 De adolescentie
1.5.6 Ontwikkeling van de reflectie op de ander
1.6Zelfwaardering verder uitgediept
1.6.1 Verschillende visies op zelfwaardering
1.6.1.1 Het unidimensionele model
1.6.1.2 Het multimdimensionele model
1.6.1.3 Het hiërarchische model
1.6.2 Globale versus domeinspecifieke zelfwaardering
1
Floortje Schelstraete
, 1.6.3 Het zelfwaarderingsmodel van Harter (1990)
1.6.4 Meetinstrumenten
1.6.4.1 Competentiebelevingsschaal voor Kinderen (CBSK)
1.6.4.2 Competentiebelevingsschaal voor Adolescenten (CBSA)
1.6.5 De behoefte aan zelfwaardering
1.6.6 Mechanismen van zelfverheerlijking
1.6.6.1 Zelfdienende cognities
1.6.6.2 Zelfhandicappering
1.6.6.3 BIRGing of zich koesteren aan het succes van anderen
1.6.6.4 Neerwaartse sociale vergelijkingen
,Hoofdstuk 1: zelfbeeld en zelfwaardering
1. Zelfbeeld en zelfwaardering
1.1Inleiding
- Ten eerste is menselijk vermogen tot zelfreflectie noodzakelijk om motieven, emoties en de oorzaken v/h
eigen gedrag te begrijpen
- Ten tweede wordt het zelf in grote maten door sociale factor beïnvloed
Zelfbeeld is complex en heeft vele facetten -> sommige stabiel en andere veranderen
1.2Begripsbepaling
Zelfbeeld
Het geheel van opvattingen over je persoonlijke eigenschappen en functioneren
- Beeld eigen persoon en functioneren
- Zelfconcept/zelfschema
- Van jongsaf aan
- Slaat zowel op inhoud als structuur
o Inhoud: wat vind je over jezelf VB gevoelens, gedachten, materiaal
o Structuur: op welke manier hangt alles samen en is een consistent geheel
= Cognitieve component
Zelfwaardering
= Het affectieve aspect van het zelfbeeld, slaat op de positieve of negatieve evaluatie ervan
- Is een oordelende houding die we hebben tov onszelf
- Beïnvloed onze gedachten en onze gevoelens
- Heeft grote gevolgen voor ons gevoel van welbevinden
Zelfpresentatie
= Het beeld dat mensen van zichzelf ophangen zodanig dat de anderen zich een beeld van hen kunnen vormen,
sociale identiteit
- Interne zelfbeeld komt niet altijd overeen met extern zelfbeeld
- Hoe wil ik gezien worden door anderen
- Bedoeling hiervan bestaat er in om controle te krijgen op het gedrag van anderen tov onszelf
o VB In contactadvertenties
Zelfbeschikking
= De oorzaak die we aan ons eigen gedrag gaan toekennen, attributies maken
- Het is van groot belang voor ons zelfbeeld hoe we onze prestaties en mislukkingen gaan verklaren
- Verklaringen zoeken voor eigen gedrag
o VB Mensen met - zelfbeeld gaan hun slagen vaak toekennen aan externe oncontroleerbare oorzaken
en mislukken door interne, controleerbare spec zaken
Zelfhandhaving
= Verdedigingsmechanismen die we toepassen om bedreigde situaties aan te kunnen
- De reactie noemen we coping: leren we in onze kindertijd
3
Floortje Schelstraete
, - Hierdoor kunnen we onszelf handhaven
- Stellen ons in staat om aan onszelf een positief waardeoordeel toe te kennen
- Hoe hoger iemands zelfwaardegevoel, hoe meer de persoon gestimuleerd is om zijn
zelfverdedigingsmechanismen te gebruiken
≠ vormen van zelfverdedigingsmechanismen
- Rationalisatie: verklaringen zoeken die meer aanvaardbaar zijn voor zaken die als bedreiging worden gezien
o VB papa slaat mama maar kan er niet aandoen want hij is ziek
- Compensatie: iets verdoezelen op het gebied waar hij zwak is door sterktes te gebruiken VB grote mond
opzetten terwijl hij onzeker is
- : wanneer iets of iemand aanleiding geeft tot ongewenste reacties, worden deze gericht op een veiliger
persoon of object: jezelf afreageren
o VB kwaad op begeleidster en doet anderen pijn
- Negatie: ontkennen van de waarheid omdat die te pijnlijk is
o VB zegt dat papa gaat verhuizen terwijl papa in gevang zit
- Sublimering: reactie omzetten in iets positief zodat ze sociaal meer aanvaardbaar is
o VB gaat klikken omdat hij anders zelf gepest zal worden
- Regressie: terugval naar een vorige ontwikkelingsstadium
o VB terug in broek plassen
- Projectie: projecteren van gevoelens en verlangens op een ander persoon
o VB “jij hebt ook honger eh? We zullen iets eten” – eigenlijk zelf honger
1.3Een theoretisch kader: het persoonsmodel van Verhofstadt – Denève (1994)
1.3.1 Persoon als dynamisch IK-MIJ relatie
Uitgangspunt “human dilemma” v/d existentiële visie: de mens is in staat zich simultaan als subject en object
ervaren
- Persoon is een proces tussen twee wederzijdse afhankelijke polen
o IK: subjectpool: persoon als kenner: denken, voelen, doen
Reflecterend subject
Meer proces dan inhoud
o MIJ: objectpool: persoon als gekende: situaties, MAA componenten, fysieke
Object overschouwer
Kan geobserveerd worden: eigen psychische, fysieke en maatschappelijke componenten
- Het resultaat van dit reflectieproces zijn de fenomenologische zelfconstructies
o Fenomenologische hier gebruikt omdat het steeds gaat over iemand zijn directe, creatieve
interpretaties van zichzelf en de buitenwereld
1.3.2 Dimensies van het zelfbeeld: 6 fenomenologische zelfconstructies
Zes fenomenologische constructies:
- Zelfbeeld: Wie ben ik? VB Ik ben eerlijk
o Heeft betrekking op: persoonskenmerken (welke persoon ben ik?) en condities (in welke sociale en
existentiële situaties leef ik?)
- Ideaal-Zelf: Wie zou ik willen zijn? VB Ik wil eerlijk zijn
o Gaat over een evaluatie van het bestaande zelfbeeld, dynamisch en kan veranderen op basis van
nieuwe ervaringen
- Alter-Beeld: Hoe zijn de anderen? VB Anderen hechten geen belang aan eerlijk zijn
o Beeld opbouwen van de anderen
4
Floortje Schelstraete
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floortjeschelstraete. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.75. You're not tied to anything after your purchase.