Limitarisme: de theorie dat er een bovengrens moet komen aan hoeveel inkomen en rijkdom
een persoon kan vergaren.
Er zijn onvervulde basisbehoeften:
- Er is een grote groep mensen in de wereld aan wiens behoefte aan voeding, kleding
en woning niet is voldaan
Het is belangrijk dat burgers gelijke invloed kunnen uitoefenen op democratische
processen:
- Heel rijke mensen kunnen politieke invloed kopen zonder dat ze er iets anders voor
moeten opgeven.
Stakeholder theorie: bedrijven moeten, of ze daar nu zin in hebben of niet, rekening houden
met de belangen van meer mensen dan alleen hun aandeelhouders.
Ook de belangen van klanten, toeleveranciers, omwonenden, etc. dienen te worden
meegewogen.
Argumenten:
1. Wederzijdse afhankelijkheid: bedrijven zijn voor hun succes afhankelijk van hun
stakeholders en vice versa.
2. Kwetsbaarheid: bedrijven kunnen soms flinke schade toebrengen aan de belangen
van stakeholders, zonder dat ze daar toestemming voor geven.
Filosofie onderzoekt hoe mensen redeneren en nadenken. Het is nadenken over nadenken.
Een typische filosofische bezigheid is nadenken over wat termen betekenen (conceptuele
analyse) en het zoeken naar inconsistenties in argumentaties.
Adam Smith (1723-1790): grondlegger van de moderne economische wetenschap. Smith is
onder meer de bedenker van het concept Bruto Nationaal Product (BNP). Ook staat hij
bekend als verdediger van het idee dat markten vrij moeten worden gelaten om tot zo goed
mogelijke uitkomsten te houden.
Filosofische deelgebieden:
Theoretische filosofie:
- Denkt na over wat kennis en wetenschap is
- Typische vragen: wanneer mogen we zeggen dat iets een feit is? Wat is een goede
keuze?
Praktische filosofie:
- Denkt na over alle vragen die te maken hebben met menselijk handelen
- Typische vragen: is democratie een goede staatsvorm? Zijn de uitkomsten van de
vrije markt rechtvaardig?
Bedrijfsethiek: de discipline die zich bezighoudt met alle vraagstukken van het zakenleven
die direct of indirect het menselijk handelen, de menselijke interactie, of de consequenties
daarvan raken
, Moet worden onderscheiden van marktethiek: marktethiek is de discipline die zich
bezighoudt met de regulering van markten.
Mensen binnen bedrijven kunnen vaak niet bepalen hoe de samenleving wordt ingericht
en wat voor wetten er gelden.
Toch kunnen ze nog steeds de plicht hebben om moreel te handelen.
Soorten bedrijfsethiek
1. Fundamentele bedrijfsethiek
Gaat over de betekenis en de grond van moraliteit in het (zaken)leven
Typische vragen: waartoe dient moraliteit? Waarom zouden mensen moreel
dienen te handelen?
2. Descriptieve bedrijfsethiek
Gaat over hoe mensen over morele zaken denken en hoe ethische principes in
bedrijven tot uiting komen.
Typische vragen: hoe denken mensen binnen bedrijf x over quota voor
minderheden? Wat vinden CEOs over de hoogte van hun salaris?
3. Normatieve bedrijfsethiek (focus!)
Gaat over alle concrete morele vraagstukken van het zakenleven die direct of
indirect het menselijke handelen, de menselijke interactie, of de consequenties
daarvan raken.
Typische vragen: wanneer wordt reclame misleiding? Is het toelaatbaar om
advertenties te richten op jonge kinderen?
Basisgereedschap
Twee concepten in de bedrijfsethiek spelen een belangrijke rol:
1. Het goede: de goedheid van uitkomsten
Het goede van verschillende maatstaven hebben
- Geluk
- Geluk en diversiteit aan ervaringen
- Geld
Voorbeeld (ii): ‘kinderen krijgen’ vermindert geluk, maar wordt door veel mensen
wel de moeite waard gevonden.
Veel filosofen nemen aan dat mensen streven naar het goede (maar verschillen
van mening over hoe actief ze dat doen)
2. Rechten: een drempel (gematigd) of muur (absoluut) op het schade toebrengen aan
anderen
Voorbeeld: inbreuk maken op iemands eigendom om te overleven tijdens een
sneeuwstorm.
‘Het goede’ en ‘rechten’
Gematigde positie:
- De meeste mensen zijn gematigd wanneer het op rechten aankomt: ze denken dat
het gerechtvaardigd is om een inbreuk te maken op een recht als er voldoende op
het spel staat.
- Rechten zijn voor hen drempels op het streven naar het goede
Absolutistische positie:
, - Sommige mensen zijn absolutistisch wanneer het op rechten aankomt. Ze denken dat
er nooit inbreuk mag worden gedaan op bepaalde rechten, hoeveel goed er ook op
het spel staat.
Argumenten om niet aan ethiek te doen
1. Te subjectief: wie ben ik nu om te bepalen wat goed is?
- Recht en moraal zijn niet altijd hetzelfde
Er kunnen immorele wetten zijn
Een moraliteit kan tegen wetten ingaan:
Onderduikers op zolder niet verklikken
tijdens WW2
Klokkenluiden om misstanden aan te
kaarten
- Ethiek is niet compleet subjectief
Het valt te betwijfelen of moraliteit tot compleet subjectief is
Is het slecht om mensen te laten werken in erbarmelijke omstandigheden?
2. Te klein: wat maak ik nu voor verschil?
- Ethiek is niet alleen maar doen
Het kan nuttig zijn om te weten dat iets moreel slecht is, zonder dat je er gelijk iets
aan kunt veranderen (bv. De Vegetarische Slager)
- Soms maken kleine dingen juist het verschil
Bv. Rosa Parks, die weigerde om in het gekleurde gedeelte van de bus te gaan
zitten.
- Een bedrijf kan je juist macht geven om dingen te veranderen.
Als individu heb je misschien weinig macht om dingen te veranderen, maar als
bedrijf wel.
3. Te lief: waarom zou je om anderen geven?
- Puur egoïsme: je zegt dat andere ethische posities onjuist zijn. En dat je niet meer
morele verplichtingen hebt dat je eigenbelang behartigen.
- Egoïsme is goed voor iedereen: misschien wel niet altijd
Tragedy of the commons:
Externaliteiten
Hoorcollege 2
2.1 Fundamentele vragen over ethiek
Negeren van morele waarde
Probleem van morele betekenis: waarom is moraliteit belangrijk?
Determinisme: wat er in de toekomst zal gebeuren is directe functie van de huidige staat van
de wereld, en de natuurwetten.
Als je alles weet, en je weet hoe de wereld werkt, weet je precies wat er zal gebeuren,
dus ook wat mensen zullen kiezen “De vrije wil bestaat niet”
Maakt kiezen dan nog wel uit?
- Morele verantwoordelijkheid houdt in dat moreel slechte keuzes blaam treft, en we
mensen prijzen om hun moreel goede keuzes.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukvhorssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.