Samenvatting volledige leerstof wereldgeschiedenis van België!
22 views 0 purchase
Course
Wereldgeschiedenis (1000PSWSGP)
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
hierin vindt je de volledige cursustekst samengevat, met de belangrijkste grafieken en concepten uitgewerkt. achteraan een super handige test jezelf! met alle oefenvragen die je maar nodig hebt.
1e Bachelor EB / BK / HI / HIB / SEW
Wereldgeschiedenis (1000PSWSGP)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
greteoosterbaan
Content preview
Samenvatting Geschiedenis Cursus boek
De cursus biedt een eerste basiskennis van en inzicht in ontwikkelingen in een
langetermijnperspectief, met de nadruk op de periode 1750-1950, en in verschillende fundamentele
ontwikkelingen en trends binnen belangrijke sectoren van het maatschappelijke leven.
Examenvragen komen uit de gedoceerde stof tijdens de colleges, de Power Point-presentaties en de
cursusteksten.
Inleiding
We worden voortdurend met herinneringen, meningen en visies over het verleden om de oren
geslagen. In het verleden lijkt iedereen altijd een andere mening te hebben of interpretatie. DE
geschiedenis bestaat niet.
Eigen aan de wetenschappelijk gegroeide interpretatie of (re)constructie van verleden
gebeurtenissen of feiten, is dat ze steeds drie terugkerende fases volgt. Achtereenvolgens:
Actief op zoek gaat naar “bronnen” of getuigenissen/sporen, die ons iets kunnen vertellen
over een gebeurtenis/feit uit het verleden (fase van de heuristiek) traditioneel werkt een
historicus met geschreven bronnen. Vaak zijn die ook niet gepubliceerd. (=archieven,
documentatie) voor meer recente of juist hele oude periodes, maken historici ook gebruik
van niet-geschreven bronnen. (materiële restanten (=archeologie), audiovisuele en digitale
sporen, en mondelijke overbrenging)
Alle nog resterende bronnen kunnen dienstig zijn om de geschiedenis te schrijven, en tot een
(re)constructie van de feiten te komen, maar ze kunnen niet om op het even welke manier
worden gebruikt of geïnterpreteerd. De kern van het métier van historicus bestaat uit het
uitoefenen van de nodige ‘historische kritiek’, die als doel heeft belangrijke én betrouwbare
informatie over het verleden te achterhalen (dit is de fase van de historisch-kritische
onderzoeksmethodes). Elke gebruikte bron wordt daarbij op zijn waarde getoetst, en
onderworpen aan interne en externe kritiek. Bij de externe kritiek peilt de historicus
vooreerst naar de authenticiteit en datering van de bron (het vinden van betrouwbare
informatie, en uitsluiten van vervalsingen is van groot belang in onze huidige digitale
kennissamenleving! Bv. Facebook geldt over het algemeen als NIET betrouwbaar.
Verslag/neerslag van verleden gebeurtenissen door historicus is nooit een passief proces.
Integendeel, vandaag spreekt de academisch geschoolde historicus niet enkel over het
verleden, maar doet hij evenveel verslag over zijn/haar werkwijzen, gebruikte methodes,
selectie- en interpretatieprocedures, etc. om tot een bepaalde uitspraak over dat verleden te
kunnen komen (zie bv. voetnotenapparaat bij een historisch boek of artikel).
Het proces waarbij historici bestuderen hoe men in het verleden naar verleden gebeurtenissen keek
– en gaandeweg de geschiedenis, letterlijk, en continu heeft herschreven – noemt men de histografie
of de theoretisch-historische reflectie over het verleden.
De demografische transitie = de overgang van een samenleving met een hoge nataliteit én een hoge
mortaliteit naar een samenleving met een lage nataliteit en mortaliteit. Beide modellen spraken van
beperkte demografische groei. 19e eeuw. Nataliteit hoog, mortaliteit langzame daling explosieve
groei in een aantal West-Europese landen. Dit ging gepaard met belangrijke processen van migratie
en verstedelijking.
Industrialiseringsproces = de economie ging van een kleine wareneconomie, waarbij gilden en
ambachten het economische leven bepaalden en het handelskapitalisme domineerde, naar
,economie waarin de industrie en fabrieken het economische zwaartepunt werden. Westerse
samenleving ging van een industriële maatschappij naar een diensten economie.
Derde breuk was van politieke aard. Van een immobiele “standenmaatschappij”, naar democratieën.
18e eeuw de verlichting. Maar gaat ook terug tot eerdere ontwikkelingen in de
wetenschap en het wetenschappelijke denken tijdens de 16 e en 17e eeuw. Mensbeeld dat
niet langer gedomineerd werd door religie. Dit leidde tot een toename van de scholingsgraad
en proces van alfabetisering. onttovering van de wereld en deconfessionalisering.
Meer agrarische productiviteit bevolkingsgroei toenemende mobiliteit
personen/middelen verbeterde transport- en communicatiemiddelen verstedelijking
en toenemende migratie
Deze belangrijke transities en veranderingen roepen vanuit een historisch oogpunt vragen op naar
continuïteit en discontinuïteit in de ontwikkelingen.
Focus op de westerse samenleving, en de ontwikkelingen in de Zuidelijke Nederlanden en België in
het bijzonder. Op politiek vlak wordt de geschiedenis van de regio gekenmerkt door een
aaneenschakeling van vreemde overheersingen en invloeden van buitenaf. De Onafhankelijkheid
werd pas verworven in 1830 na een bijzonder turbulente periode, waarna België zich ontpopte tot
een typevoorbeeld van de liberale natiestaat.
Problemen: welvaart, macht en risico’s.
de ontwikkelingen die in België plaats vonden plaatsen in een breder en ruimer perspectief.
Hoofdstuk 1: Demografische ontwikkelingen in
historisch perspectief
Inleiding
demografische ontwikkelingen bepalen de leeftijdssamenstelling van de bevolking, noden qua
onderwijs, arbeidsaanbod of sociale voorzingen. Op wereldschaal bepaalt het ook mee de
economische verhoudingen en politieke evenwichten tussen landen en werelddelen.
1 De studie van de demografische ontwikkelingen in het verleden
1.1 De historische demografie
De historische demograaf heeft aandacht voor heel wat deelaspecten. Ook de samenstelling van de
huishoudens, de gezinsvorming en de huwelijksmoraal heeft hun interesse.
De historische demograaf onderzoekt
1. biologische variabelen (geboorte en overleiden)
2. sociale variabelen (huwelijksgedrag en migratie)
3. voortplanting (anticonceptie) en beleid speelt een rol. (een-kind-politiek, kindergeld)
1.2 Het historisch bronnenmateriaal
Sinds het midden van 16e eeuw beschikt de historicus over een aantal betrouwbaardere bronnen
(doop, trouw en begrafenisregisters). Niet zeer systematisch, dit ontstond pas na 1792, toen de
Franse Republiek de moderne burgerlijke stand organiseerde. De staat bouwde een
overheidsapparaat uit dat ook de demografische ontwikkelingen sterk in het oog hield.
,Adolphe Quetelet: ‘l’homme moyen’ – de gemiddelde, ‘normale’ mens - van zijn hand. Dat kan ook
aanleiding geven tot onrechtmatige behandeling van mensen die niet aan de standaard voldoen.
Hierna worden ook wettelijk samenwonen en echtscheiding geregistreerd.
1.3 De hoofdrolspelers van de demografie
Om de groei/terugval van een bevolking in een bepaald gebied te bepalen:
(geboorten – sterfte) + (immigratie – emigratie) = bevolkingsverloop
Geboortecijfer/nataliteit = het aantal levend geboren op een bepaald tijdstip of in een bepaalde
periode in een bepaald gebied, vaak uitgedrukt per duizend leden van de populatie.
fertiliteit = het aantal geboren per 1000 gehuwde vrouwen.
sterftecijfer/mortaliteit = het aantal overledenen per duizend inwoners in bepaalde periode, gebied
Natuurlijke verloop/natuurlijke aangroei = verschil geboorte- en sterftecijfer. Dit geeft geen goed
beeld als er nog geen rekening wordt gehouden met het migratiesaldo.
morbiditeit = ziektecijfer (verhouding van het aantal lijders van een ziekte t.o.v. totale bevolking
Bekijk bv. Het voorbeeld van vruchtbaarheid meten, zo bizar veel factoren waarmee rekening
gehouden moet worden. De pil, huwelijken, hoe regelmatig seksueel verkeer.
Levensverwachting bij geboorte. Kan gerelateerd worden aan geslacht, sociale klasse, beroep of
woonplaats.
om uitspraken te vergemakkelijken rondom omstandigheden waarin mensen huwden, migreerden,
kinderen baarden of stierven, wordt een methode gebruikt: gezinsreconstructie. Hierdoor komen
patronen aan het licht die per gezin of per locatie vervolgens gemiddelden berekend. 3-tal
problemen 1) niet mogelijk alle mensen te volgen 2) grote aantallen mensen en gegevens 3)
representativiteit is betwijfelbaar.
Vergelijkbare methode is de cohorte-analyse. Cohorte wordt samengesteld (=groep mensen die op
dezelfde leeftijd dezelfde historische periode doormaakt) en wordt een langere periode gevolgd.
Uitspraken gelden dan voor groepen mensen i.p.v. inwoners van bepaalde plaats en tijdstip.
De levensloopanalyse is een vergelijkbare techniek. Onderzoeker volgt individuen doorheen
verschillende fasen in de levensloop om meer te weten over de omstandigheden waarin individuen
dergelijke beslissingen namen, en de impact daarbij van de historische omstandigheden, de
gezinssituatie en de individuele kenmerken.
1.4 De evolutie van de wereldbevolking in de long-run
factoren verantwoordelijk voor groei bevolking: vaste stek kiezen, domesticeren nuttige diersoorten
en eigende zich bepaalde planten als basisvoedsel toe. Tijdens begin van onze tijdrekening: 250
miljoen mensen. Bij de ontwikkeling van wereldbevolking kan je enkele trends zien:
Eeuwenlang langzame groei, versnelde pas vanaf de 19 e eeuw. De groei vindt vandaag de dag vooral
plaats in de minder ontwikkelde landen, met name in die landen en regio’s die het economisch het
moeilijkste hebben. Op welk moment in de geschiedenis dan ook; er woonde altijd minimaal 50% van
de wereldbevolking in Azië.
2 grote demografische crises = 1340-1400 door gevaarlijke infectieziekte de pest. De 2 e vond plaats
in 16e -eeuws Zuid-Amerika; Spaanse overheersing ging gepaard met ongekende bacteriën en
virussen.
,1.5 Thomas Robert Malthus of de onafwendbaarheid van catastrofes
Hij dacht na over de schijnbare onafwendbaarheid van catastrofes die zo typerend waren voor de
bevolkingsontwikkeling in het pre-industriële tijdperk. Perioden van crises met epidemieën, oorlogen
en bijgevolg hoge sterfte, telkens werden gevolgd door perioden van relatieve bloei en
bevolkingsgroei. Hij verklaart dit vanuit 2 premissen: een mens kan niet zonder voedsel en de
seksuele begeerte van de mens is noodzakelijk en zal niet verminderen. Er heerst een onoplosbare
spanning tussen de 2. Hij vindt: “the power of populaton is indefinitely greater than the power of
earth to produce subsistence for man”. Maar er zijn redenen dat een grotere bevolkingsgroei niet
hoeft te leiden tot het dichtklappend van de Malthusiaanse val. Technologische ontwikkelingen,
spoorwegennet, irrigatiewerken. Schaalvoordelen, efficiëntere organisatie van productieproces.
De Malthusianen benadrukken vooral effecten van schaarste. De populationisten argumenteren
vooral in termen van schaalvoordelen. Voor velen blijft de vraag open of er werkelijk geen grenzen
aan groei zijn.
2 Krijtlijnen van de demografische ontwikkelingen voor 1750
gemiddeld jonge leeftijd, door hoge graad van fertiliteit en lage gemiddelde levensverwachting.
2.1 Structurele en catastrofale mortaliteit
normale = structurele (=werd bepaald door de lage gemiddelde levensverwachting), catastrofale =
uitzonderlijke mortaliteit. (=3 belangrijke factoren. 1) oorlog 2) honger (oogstmislukkingen) 3) impact
allerlei (onvoorspelbare) exogene factoren, in het bijzonder epidemieën en ziekten.)
Urban graveyard effect = sterfteoverschot van de pre-industriële stad.
2.2 Geboorte en fertiliteit
theoretische fertiliteit = de fertiliteit in de veronderstelling dat alle vrouwen zich volledig zouden
blootstellen aan de bevruchting.
2.3 De nuptialiteit en het Westeuropese huwelijkpatroon
^het huwelijk. 3 kenmerken:
1. relatief hoge proportie van mensen die nooit huwde. 15% vs. 3%
2. Wie wel huwde, deed dat doorgaans op late leeftijd. 25 vs. Voor 20 jaar
3. Leeftijdsverschil tussen mannen en vrouwen tamelijk gering. Oosten waren de mannen een
stuk ouder.
Sleutelrol van het huwelijk. Enkel in het huwelijk mocht je kinderen.
3 Demografische ontwikkelingen tijdens de lange negentiende eeuw
3.1 De omvang van de bevolking
Spectaculaire toename van de Europese bevolking.
3.2 De demografische transitie
de 19e eeuw is een belangrijke fase in de demografische transitie en wordt gekenmerkt door een
daling van de sterftecijfers, die pas later gevolgd wordt door daling van de geboortecijfers, waardoor
, het bevolkingsaantal snel groeide. De nataliteit bleef hoog, pre-industrieel niveau hangen.
De meeste ontwikkelingslanden bevinden zich nu nog aan het begin van de transitie.
3.3 De mortaliteit en levensverwachting
daling mortaliteit ingezet door de verbetering van de kwantiteit en kwaliteit van het voedsel en het
wegvallen of het verminderen van de impact van exogene factoren (zoals de pestepidemieën) maar
naar onze normen lag in de 19e eeuw de kindersterfte nog zeer hoog niveau.
grote voedselcrises in periode 1816-1817 en 1846-1849.
in de loop van de 19e eeuw werden infectieziekten een kleiner aandeel van de sterfte, aandoeningen
aan de luchtwegen en spijsvertering werden belangrijke doodsoorzaken. Ook gevolg te zien in de
cijfers door de 2 wereldoorlogen.
Verschillende factoren liggen aan de basis van de daling van de sterftecijfers op lange termijn
Wijzigingen in voedingspatronen. Minder eenzijdigheid
Verminderde afhankelijkheid lokale voedselcrises door verbetering transportmogelijkheden
Mechanisering landbouw
Grotere aandacht moeders aan hun zuigelingen borstvoeding
Medische vooruitgang vaccinatie
Tot slot groeide stilaan de aandacht voor hygiëne
In de teruggang van mortaliteit volgden de verschillende Europese landen, ondanks verschillende
economische structuren, vrij gelijklopend parcours. Belang industriële revolutie ook hoog.
3.4 De nataliteit en nuptialiteit: de verklaring voor de negentiende-eeuwse groei?
Voor Engeland kan men spreken van een proletarisch demografisch patroon = fabrieksloon zorgt
voor genoeg inkomen/economische stabiliteit het huwelijksbootje in kunnen stappen. In de
fabrieken haast onverzadigbare vraag naar vrouwen en kinderarbeid.
Maar; lang niet overal in West-Europese landen was er een daling van de huwelijksleeftijd of een
vermindering van het aantal blijvend ongehuwden.
Tijdens de 2e helft 19e eeuw werd de relatie tussen inkomensperspectief en nataliteit stilaan
omgekeerd. De toename van de levensstandaard, de verstedelijking en de deconfessionalisering
zorgden voor een mentaliteitswijziging die later zou resulteren in een belangrijke daling van de
nataliteit. Er kwam meer aandacht voor opvoeding kinderen, die veel geld kostte.
Nuptialiteit: binnen het huwelijk meer dan voordien aan geboortebeperking gedaan.
4 Van “babyboom” tot tweede demografische revolutie tijdens de twintigste eeuw
4.1 De bevolkingsomvang: naar nulgroei
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller greteoosterbaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.