Week 1: slachtofferschap en victimologie
From crime policy to victim policy: Reorienting the justice system (Christie)
2 uitspraken over het zijn van een slachtoffer:
1. Het is een subjectieve aangelegenheid die door verschillende mensen op
verschillende manieren kan worden ervaren
2. Sommige mensen zullen zich sneller slachtoffer voelen dan anderen
Ideale slachtoffer: een persoon die, wanneer deze door criminaliteit wordt
geraakt, het snelst de titel ‘slachtoffer’ zal krijgen
6 factoren (die overigens niet altijd voldoende zijn)
1. Het slachtoffer is zwak
2. Het slachtoffer verrichtte een deugdzame activiteit
3. Het slachtoffer kon niet worden verweten op een gevaarlijke plek te zijn
4. De dader is groot en slecht
5. Dader en slachtoffer kenden elkaar niet
6. Je moet sterk genoeg zijn om de titel van slachtoffer te claimen (= erkend
worden als slachtoffer)
Christie beschrijft 2 voorbeelden van niet-ideale slachtoffers:
1. Heksen: oudere vrouwen in de Middeleeuwen waren nauw betrokken bij
geboortes, sterfgevallen en ziektegevallen en zij dwongen daarnaast veel
meer respect en zelfs angst af, dan de oudere vrouwen van vandaag. Een
dergelijke macht is onverenigbaar met het ideale slachtoffer, dat zwak en
onschuldig moet zijn
2. Arbeiders: zijn het slachtoffer van een systeem ontworpen door en voor de
bovenliggende klassen. Hier is afwezigheid van een specifieke dader
belangrijk. Dit maakt de arbeiders onverenigbaar met het ideale
slachtoffer, want in dat beeld moet er sprake zijn van een ‘grote en
slechte’ dader.
3 types niet-ideale daders:
1. De drugsdealer die zelf niet gebruikt
2. De meeste daders van geweldsdelicten: bij geweldsdelicten is er toch vaak
sprake van een relatie tussen dader en slachtoffer of ze waren beide
dronken op het moment dat het delict plaatsvond
3. Bewakers van concentratiekampen buiten Duitsland, die niet uit Duitsland
kwamen
Er is een verschil tussen ideale slachtoffers en echte slachtoffers. Vaak zijn de
ideale slachtoffers de mensen die het meest bang zijn om slachtoffer te worden.
Mensen die daarentegen niet het ideale slachtoffer zijn, maar wel meer kans
maken om een waar slachtoffer te worden, zijn minder bang om slachtoffer te zijn
Van Dijk, (2008). Slachtoffers als zondebokken
Slachtoffer = geslachte offerdier
,Eerste golf: ontstaansgeschiedenis
De eerste victimologen hanteerden een onderzoeksprogramma dat men nu tot
de strafrechtelijke of interactionistische victimologie zou rekenen
Von Hentig
Vond dat victimologie 2 uitgangspunten heeft:
1. Strafrecht bepaalt grenzen victimologie
2. Interactie daders en slachtoffers: welke rol speelde het slachtoffer bij
de totstandkoming van het misdrijf?
Mendelsohn
Slachtoffertypologieën: speculatieve, niet door theorie en empirie
gestuurde categorisaties op basis van hoeveelheid eigen schuld van
slachtoffer (6 typologieën van ‘compleet onschuldige slachtoffers’ tot
‘mensen die zich voordoen als slachtoffer om iemand anders (ten
onrechte) straf te laten krijgen)
Wolfgang
Vormen van betrokkenheid van het slachtoffer bij de totstandkoming
van het delict werden samen victim precipitation genoemd
Uit victim precipitation volgt victim blaming (= slachtoffer krijgt gedeeltelijk of
geheel de schuld van zijn victimisatie)
Tweede golf:
Focus op psychische problemen die slachtoffers ondervinden na een delict
(PTSS) = algemene victimologie (niet alleen van toepassing op
slachtoffer van criminaliteit maar bijv. ook rampen), in dit artikel =
behandelings-victimologie
Ook streven naar betere bejegening van slachtoffers in strafproces
(voorkomen secundaire victimisatie)
Argument tegen verdere uitbreiding slachtofferrechten:
Emotionalisering van het strafproces: slachtoffers zijn te
wraakzuchtig en zo wordt het humane karakter van het strafrecht
opgeblazen (= argument tegen invoering verdergaande
slachtofferrechten) tegenstander van slachtofferrechten wijzen
dus vaak op de onberekenbaarheid van wraak
Ellias en Fattah noemen als oplossing het herstelrecht (= benaming
voor bemiddeling tussen daders en slachtoffers)
Voorstanders van dit systeem vinden het strafrecht van nu te veel
uitgaan van het hulpeloze ‘ideale slachtoffer’
Herstelrecht = restorative justice
Acron kritiek op herstelrecht: ongeloofwaardig dat dader en
slachtoffer uiteindelijk een liefdevolle relatie met elkaar aan zullen
gaan
Conclusie artikel: slachtoffers, tot welke institutie ze zich ook wenden, lopen altijd
tegen deskundigen aan die hen vertellen hoe ze zich behoren te gedragen
Van Dijk, Groenhuijsen & Winkel (2007). Victimologie: voorgeschiedenis en stand
van zaken
Een van de taken van de victimologie is het toetsen van de effectiviteit van de
geboden hulp voor bijvoorbeeld PTSS en om hier verbeteringen aan voor te
stellen. De hulpverlening van nu laat vooral op 2 punten veel liggen:
, Het overgrote deel van de slachtoffers wordt niet actief benaderd en weten
zelf ook de weg naar hulp niet te vinden: kan worden verholpen door
risicotaxatie, mensen met hoog risico kunnen dan actief worden benaderd
Mensen met een hoog risico krijgen geen passende of bewezen effectieve
hulp
Slachtoffers die aan dader-slachtofferbemiddeling hebben deelgenomen zijn
volgens onderzoek over het algemeen tevredener en hebben minder klachten
dan slachtoffers waarvan de zaak op de traditionele strafrechtelijke manier is
afgedaan
Kritiek: slachtoffers kunnen niet worden gedwongen om mee te doen aan
zulk soort programma’s (= zelfselectiebias)
Herhaald slachtofferschap: mensen die slachtoffer zijn geworden van een misdrijf
lopen een verhoogd risico om kort daarop weer slachtoffer te worden
2 mogelijke oorzaken:
1. Risicovolle levensstijl
2. Besluit van de dader om het voor de tweede keer te proberen bij een
slachtoffer dat de eerste keer goede buit opleverde of dat zich niet sterk
verdedigde
Quinney (1972), Criminologie, 10: Who is the victim? Pagina 314-323
Definite misdaad (Perkens) = alle sociale schade gedefinieerd en strafbaar
gesteld door de wet
Sociale schade: lichamelijk letsel van een individu, maar ook andere schade
die door de staat als bedreiging van de sociale orde wordt gezien
Conclusie: centraal staat dat het slachtoffer een sociale constructie is. Waarom
we sommige personen als slachtoffer zien en anderen niet is een gevolg van
aannames op basis van ons verstand. Hier komt ook ons eigen karakter om de
hoek kijken. Het beeld dat criminologen hebben over de werkelijkheid sluiten
daarom mogelijk bepaalde slachtoffers uit. In diepere zin dus, wat er bij elke
discussie over slachtofferschap op het spel staat is iemands moraal. We moeten
daarom investeren in onze eigen gedachten en onze eigen theorieën van de
werkelijkheid
Fohring (2018), Revisiting the ‘Ideal Victim’, Developments in Critical
Victimology: Revisiting the non-ideal victim. Pagina 195-209
Steeds meer gegevens tonen aan dat veel slachtoffers liever niet als slachtoffer
erkend of herkend willen worden, en zich actief tegen het label verzetten door
zowel sociale als persoonlijke factoren
o Sociale factoren: victim blaming en algemene negatieve reacties van
mensen
o Persoonlijke factoren: afwijzing van het slachtoffer label en/of identiteit
hangt samen met het niet doen van aangifte
Er kan een strijd zijn om de ervaring van slachtofferschap te integreren met onze
bestaande overtuigingen over onszelf en de wereld om ons heen
3 kernovertuigingen:
1. Het geloof in persoonlijke onkwetsbaarheid
2. De perceptie van de wereld als zinvol en welwillend
3. Een positief zelfbeeld
, Samen vormen deze overtuigingen een conceptueel systeem dat in de loop
van ons leven is ontwikkeld en ons helpt aan te passen aan nieuwe en
uitdagende situaties
Greer (2017), Victims, crime and society; News media, victims and crime
Nieuwsmedia zijn over het algemeen het meest geïnteresseerd in misdrijven
waarbij een zogenaamd ‘ideaal slachtoffer’ de dupe is. Op deze manier ontstaat
er dus een soort hiërarchie van slachtofferschap. Slachtoffers die hoog in de
hiërarchie staan, krijgen veel aandacht in de media en kunnen dus een grote
impact hebben op de samenleving
Trial by media: wanneer iemand door de vele aandacht in de media helemaal
kapot kan worden gemaakt
Bij het ideale slachtoffer is meestal sprake van een primair slachtoffer: een
slachtoffer dat direct bij het misdrijf is betrokken en hier schade aan heeft
geleden
Nieuwswaardigheid (news values): bestaat niet alleen uit demografische
kenmerken (etniciteit, geslacht, leeftijd, sociale economische status) maar ook uit
de mate van visualisatie van de zaak én de mate van schuld die je iemand kan
toewijzen
HC week 1
Slachtofferhiërarchieën: verschillen tussen ‘worthy’ en ‘unworthy’ victims:
Media-aandacht
Wetenschappelijke aandacht
Wettelijke bescherming
Wetsuitvoering
Slachtofferloze delicten: niet elk delict kent slachtoffers
Slachtofferschap van criminaliteit kan op verschillende manier worden
gecategoriseerd:
1. Type delict: geweldsdelict, zedendelict etc.
2. Context waarin het is gepleegd: thuis, op school etc.
3. Slachtofferkenmerken: geslacht etc.
4. Aantal slachtoffers: individueel of collectief slachtofferschap
5. Nabijheid van het delict: primair (directe benadeelden), secundair
(indirecte benadeelden, vaak familie/vrienden slachtoffer), tertiair
(maatschappij/mensen die het delict hebben zien gebeuren)
slachtofferschap en slachtofferloze delicten
6. Frequentie slachtofferschap: herhaald slachtofferschap (meerdere keren
zelfde delict), meervoudig slachtofferschap (verschillende delicten) en
chronisch/continu slachtofferschap (bijv. dagelijks huiselijk geweld)
Slachtofferdiversiteit en -inclusiviteit
Er is een toename in aandacht voor verschillende slachtoffervormen, slachtoffers
zijn momenteel ‘hot’. Dit zie je terug in slachtofferrechten (zowel nationaal als
internationaal), -beleid, -organisaties, -advocaten en belangengroeperingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xlisanne1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.