Samenvatting + TOETS (scheikunde zuren en base + neerslagreactie)
3 views 0 purchase
Course
Scheikunde
Level
VWO / Gymnasium
Book
Chemie overal
Dit document bevat een samenvatting en een toets voor hoofdstuk 2,4,5,7,8,9 van Chemie Overal van scheikunde. Dit kan ook helpen bij de hoofdstukken over zuren en base bij andere boeken
2.4
Ionen
- Lading (negatief of positief)
- Blz 54 wat gaat de lading worden edelgas
- Wat is octetregel/hoe moet je hem toepassen
2.5
Massa atomen en ionen
- Gemiddelde atoommassa
- Tabel 25a Isotopen dezelfde protonen, verschillende neutronen
- H2O massapercentage waterstof of zuurstof atoom
- Molecuulformule/molecuulmassa
- Tabel 66
2.6
Mol
- Mol naar gram, gram naar milliliter
- Aantal deeltjes X/ NA molX/m massaX/dichtheid volume
4.1
Zout bestaat uit een metaal en niet-metaal. Metaalatoom staat daarbij één of meer elektronen af aan een
niet-metaalatoom. +/- ionen worden gerangschikt in een ionrooster
Ionbinding treedt op in een ionrooster als gevolg van elektrostatische krachten tussen geladen ionen.
Ionbinding is sterker dan een vanderwaalsbinding of een waterstofbrug (daarom hoog smeltpunt van
zouten)
4.2
Een enkelvoudig ion bestaat uit één atoomsoort. Als er meerdere elektrovalenties bestaan, dan gebruik je
romeinse cijfers om de lading van het ion aan te geven.
Systematische naam van zout
- Eerst positieve ion en dan negatieve ion
Triviale namen
- Tabel 66A.
Zoutformules
- Verhoudingsformule
- Als je weet uit welke ionen in een bepaald zout bestaat, kun je de verhoudingsformule opstellen
- Positieve en negatieve ionen zijn zo in verhouding dat het zout een elektrisch neutrale stof is
4.3
Als een zout oplost in water later de ionen los van elkaar. In de oplossing bevinden zich gehydrateerde
positieve en negatieve ionen.
In een indampingsvergelijking laat je het indampen van een zoutoplossing zien.
De stofeigenschap oplosbaarheid geeft de maximale hoeveelheid stof aan die kan oplossen in een liter
oplosmiddel van een bepaalde temperatuur.
,In de oplosbaarheidstabel staan vier metaal-oxiden die met water reageren. Daarbij ontstaan oplossingen
met hydroxide-ionen.
Triviale naam Systematische naam
natronloog Natriumhydroxide-oplossing
Kaliloog Kaliumhydroxide-oplossing
Kalkwater Calciumhydroxide-oplossing
barietwater Bariumhydroxide-oplossing
4.4
Als je een zout oplost in water laten de ionen van het zout elkaar los en worden ze omringd door
watermoleculen. In de oplossing bevinden zich gehydrateerde positieve en negatieve ionen.
5.2
Neerslagreactie kan optreden als je twee of meer zoutoplossingen bij elkaar schenkt.
Neerslagreactie: reactie tussen ionen die niet naast elkaar in een oplossing kunnen voorkomen. Je noemt
de gevormde stof een neerslag. De vergelijking die de reactie tussen de ionen weergeeft, noem je de
neerslagvergelijking.
Stappenplan:
1. Welke ionen zijn aanwezig
2. Maak een oplostabel
3. Maak een neerslagreactie van de ionen die samen slecht oplossen
4. Maak een reactievergelijking
Dynamisch evenwicht:
Chemisch evenwicht: twee omkeerbare reacties verlopen tegelijkertijd met dezelfde snelheden
Heterogeen evenwicht:
Homogeen evenwicht:
5.3
Stoichiometrische verhouding: de verhouding waarin beginstoffen reageren en reactieproducten ontstaan.
Overmaat: één van de beginstoffen is meer aanwezig dan voor de reactie nodig is
De coëfficiënten in een reactievergelijking geven de stoichiometrische verhouding aan waarin de
beginstoffen verdwijnen en de reactieproducten ontstaan. Als na de reactie een van de beginstoffen nog
aanwezig is, is deze stof dus in overmaat aanwezig geweest.
5.4
Er zijn drie toepassingen van neerslagreacties:
- Een ionsoort verwijderen uit een oplossing
Het neerslag filtreer je af en het filtraat kan geloosd worden.
- Een zout maken
Een slecht oplosbaar zout maak je door het samenvoegen van twee oplossingen die de ionsoorten
bevatten van het zout dat je wilt maken en twee andere ionsoorten, die geen neerslag geven. Het
gevormde neerslag is het zout. Een goed oplosbaar zout maak je op dezelfde manier, maar nu zijn
de ionsoorten die niet reageren het zout dat je wilt maken. Na filtreren damp je het filtraat in
- Een ionsoort aantonen in een oplossing
Je toont een ionsoort in een oplossing aan door eer een oplossing aan toe te voegen met een ion
dat uitsluitend reageert met de aan te tonen ionsoort
Hard water is water dat veel Ca2+ (aq) en/of Mg2+ - ionen (aq) bevat. Hoe hoger de concentraties van
deze ionen, des te harder is het water.
Hard water geeft problemen als het wordt verwarmd. Om hard water te ontharden, kun je natronloog
toevoegen.
8 Zuren
Een zuur-base-indicator is een stof waarmee je kunt bepalen of een oplossing zuur of basisch is.
- Een oplossing is zuur bij een pH < 7, basisch bij een pH > 7 en neutraal bij een pH = 7. De indicator lakmoes
geeft alleen aan of een oplossing zuur of basisch is.
- Met universeel indicatorpapier kun je de pH-waarde van een oplossing vaststellen. In Binas tabel 52A zijn
een aantal indicatoren te vinden met het bijbehorende omslagtraject.
, Zure oplossingen kunnen stroom geleiden en bevatten dus ionen.
- Als een zuur oplost in water worden H+-ionen afgegeven aan watermoleculen. Het gevormde ion (H3O+)
heet oxoniumion.
- Een sterk zuur is een zuur dat in water volledig splitst in ionen, dit is een aflopende reactie. Een zwak zuur is
een zuur dat in water gedeeltelijk splitst in ionen, dit is een evenwichtsreactie.
- Een oplossing van een sterk zuur HZ noteren we als de ionen in de oplossing: H3O+(aq) + Z−(aq). Een
oplossing van een zwak zuur HZ noteren we als het zuur zelf: HZ(aq).
Een organisch zuur is een stof met een koolstofskelet en een −COOH groep.
- Het H-atoom in deze zuurgroep kan worden afgestaan als H+-ion. Een anorganisch zuur is een stof zonder
een koolstofskelet.
- Sommige ionen kunnen als zuur reageren. In Binas tabel 49 staan een groot aantal sterke en zwakke zuren.
Koolzuur en zwaveligzuur zijn instabiele zuren.
- Een meerwaardig zuur kan meerdere H+-ionen afstaan. Een meerwaardig zwak zuur verliest in water maar
één H+-ion.
De pH van een oplossing bereken je met pH = − log[H3O+]. Bij gegeven pH bereken je de H3O+-
concentratie met [H3O+] = 10−pH. Het aantal significante cijfers in de [H3O+] is gelijk aan het
aantal decimalen in de pH.
Bij een oplossing van sterk zuur kan je de pH rechtstreeks berekenen uit de molariteit van de oplossing.
- Voor een zwak zuur geldt: HZ(aq) + H2O(l) ⇄ H3O+(aq) + Z−(aq).
- De evenwichtsvoorwaarde is: Kz = 3 [H O ][Z ] [HZ]
- Hoe lager de waarde van Kz, hoe zwakker het zuur. Bij een zwak zuur kun je de pH berekenen als de
molariteit van het zuur en de Kz gegeven zijn.
- Je kunt de molariteit van het zuur berekenen als de pH en Kz gegeven zijn. De Kz kun je berekenen als de pH
en de molariteit gegeven zijn.
9 Basen
Een base is een deeltje dat H+ kan opnemen.
- Als een base een H+-ion van water opneemt ontstaat het hydroxide ion (OH−). Iedere basische oplossing
bevat OH−-ionen.
- Een sterke base reageert aflopend met water, bij een zwakke base treedt met water een evenwichtsreactie
op.
Als een goed oplosbaar zout een sterk basisch ion bevat reageert het zout direct aflopend met water. Je
noteert dan één reactievergelijking. Als een goed oplosbaar zout een zwak basisch ion bevat
noteer je twee reactievergelijkingen, een van het oplossen van het zout en een van de reactie van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialewetenschappen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.