100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting didactiek 3 $7.91   Add to cart

Summary

Samenvatting didactiek 3

1 review
 17 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Ik heb de ppt's, leerpaden & het boek samengevat.

Preview 4 out of 31  pages

  • May 22, 2022
  • 31
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: margauxcasteur26 • 1 year ago

avatar-seller
DIDACTIEK 3
Hoofdstuk I: Hoe leren kinderen?
INLEIDING

Doelstelling
- De student bespreekt onderwijskundige toepassingen van het behaviorisme en cognitivisme.
- De student bespreekt hoe je de (autonome) motivatie van kinderen kan versterken.
- De student bespreekt de voorwaarden voor effectieve feedback.

WAT IS LEREN?

Leren of intentioneel proces
= Leren is een gevolg van een activiteit
= Een mentaal proces waarbij als gevolg van een leeractiviteit een relatief stabiele gedragsverandering tot stand komt.

Verschillende leerprocessen
- feiten begrippen
- procedures uitvoeren
- leerstrategieën
- probleemoplossende strategieën of denkstrategieën
- motorisch leren
- affectief leren
- metacognitieve kennis
- zelfregulatie

Constructivisme
= De leerling speelt een actieve rol bij het verwerken van informatie, bij het verwerven van kennis, vaardigheden en
attitudes.

Ervaringsgericht onderwijs
= Aan de ene kant gaat het over welbevinden hieronder verstaan we het goed voelen in hun vel. En anderzijds hebben
we het over de betrokkenheid die zich uit in concentratie.

Competentiegericht leren
= Een competentie bezitten betekent dat een leerling onderstaande vier vaardigheden geïntegreerd verworven heeft:
- een goed georganiseerde en flexibel toegankelijke domeinspecifieke kennis
- cognitieve strategieën
- metacognitie
- affectieve componenten (emoties, houdingen of overtuigingen)

,WAT ZEGGEN LEERTHEORIEËN?

BEHAVIORISME: KLASSIEKE CONDITIONERING (PAVLOV = HOND)




Stimulus Response

Black box
= iets doen zonder er bij na te denken

Er wordt een stimulus (prikkel) gegeven en daarop volgt een reactie in termen van observeerbaar gedrag. Wat
daartussen gebeurt -m.a.w. wat we denken, voelen, hoe we informatie verwerken – is een zwarte doos.


EXPERIMENT MET DE HOND


Eerste fase
OS OR = Wanneer de hond vlees
krijgt, produceert hij speeksel
(vlees) (kwijlen)



Tweede fase
nx (NS OS) OR = Er wordt een belsignaal
aangeboden, waarna
(bel + vlees) (kwillen) onmiddellijk het eten komt.



Derde fase
= Er werd enkel nog maar een
GS GR belsignaal aangeboden. De
hond scheidde speeksel af
(bel) (kwijlen)
zonder dat hij eten kreeg.


(OS = ongeconditioneerde stimulus) (GS = geconditioneerde stimulus)
(OR = ongeconditioneerde respons) (GR = geconditioneerde respons)
(NS = neutrale stimulus)

, 1) De hond krijgt eten en geeft
speeksela af.


2) Ze voegen een belsignaal toe.


3) Ze laten een belletje afgaan en
daarna krijgt de hond zijn eten. Hij
begint speeksel af te geven.


4) Ze laten enkel het belletje afgaan
en de hond geeft speeksel af.



TOEPASSINGEN

EXTINCTIE OF UITDOVING

= Wanneer de geconditioneerde stimulus herhaaldelijk zonder de ongeconditioneerde stimulus wordt aangeboden, dan
zal de geconditioneerde respons verzwakken. Maar de associatie verdwijnt niet volledig.

VB. Wanneer het belsignaal zal blijven luiden voor de hond zonder dat er nog voedsel komt, dan zal de hond na enige
tijd stoppen met kwijlen omdat hij nu aangeleerd heeft dat er geen voedsel meer volgt op het belsignaal.


SIGNAALFUNCTIE

= Men kan leren dat de waarneming van een bepaalde prikkel het signaal is voor het verschijnen van een andere prikkel,
een andere gewaarwording.

VB. De waarneming van de bel is dan het signaal voor het verschijnen van het vlees.


STIMULUSGENERALISATIE OF STIMULUSVERALGEMENING

= Dit houdt in dat men op prikkels die gelijkaardig zijn aan de geconditioneerde stimulus op eenzelfde manier zal
reageren als op de geconditioneerde stimulus.

VB. De hond zal gelijkaardig reageren op hoge tonen van een instrument als op het belsignaal.
VB. Een kind leert spreken en benoemt alle mensen met grijs haar als ‘oma’


STIMILUSDISCRIMINATIE

= Het afremmen door een tegengesteld proces.

VB. Men kan een angst hebben voor spinnen en door de gelijkenis ook voor schorpioenen. Na verloop van tijd merkt men
dat enkel schorpioenen gevaarlijk zijn.

, BEHAVIORISME: OPERANTE OF INSTRUMENTELE CONDITIONERING
(THORNDIKE = KAT & SKINNER = RAT)

= De manier waarop onze gedragingen veranderd worden door hun effect.


THORNDIKE

Een hongerige kat wordt voor het experiment in de puzzelbox geplaatst.
Buiten wordt een stukje vis gelegd dat de kat kan zien liggen. De kat zal
verschillende handelingen uitvoeren om uit de box te geraken. Uiteindelijk
lukt er één beweging dat de kat bevrijdt uit de box, namelijk aan de lus
trekken.

Trial en error
= willekeurige, ondoelmatige probeerhandelingen

VB. krabben aan tralies, rondlopen, springen…
opengaan van de
trekken aan de lus
puzzelbox
(stimulus)
(respons)




SKINNER

De box bevat een hendel aan één van de wanden, waarop een hongerige rat
kan drukken om een beloning te verkrijgen. Gewoonlijk bestaat het voedsel
uit een kleine pil die in een bakje naast de hendel valt. Het voedsel versterkt
de handeling die de rat uitvoert.

Wet van het effect
= Wanneer uit de vele pogingen (trial) het effect van de handelingen succes
oplevert, dan zal de lerende dat gedrag in de toekomst opnieuw proberen. Dit
gedrag wordt verstevigd, bekrachtigd door het succes.
= Wanneer uit de vele pogingen (trial) het effect van de handelingen niet
succesvol is (error), dan zal de lerende vlug ondervinden dat het geen zin
heeft dit gedrag te blijven stellen. Dit gedrag wordt niet bekrachtigd.


BEKRACHTIGEN EN STRAFFEN

Primaire bekrachtigers
= De bekrachtigers die op zichzelf een belonende waarde hebben
VB. snoep, water, andere biologische behoeften…

Secundaire bekrachtigers
= Deze bekrachtigers hebben geen waarde op zich maar verwijzen op een of andere manier naar primaire bekrachtigers
S = sociale versterkers
R = ruil versterkers
A = activiteiten
M = materiële versterkers
VB. sociale goedkeuring, geld, diploma…

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celinebulteel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77764 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.91  2x  sold
  • (1)
  Add to cart