H1, 2, 3.1 en 3.2, 4, 5, 6, 7, 9.1 en 10.1
May 22, 2022
11
2021/2022
Summary
Subjects
financieel
communicatie
roi
marketing
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Bachelor Communicatie
Financieel Management Voor De Creatieve Sector (2000C20721)
All documents for this subject (5)
1
review
By: cbrog16 • 2 year ago
Seller
Follow
lunawolters
Reviews received
Content preview
FINANCIEEL MANAGEMENT VOOR DE CREATIEVE INDUSTRIE
WC1: Financiële administratie, basis van een onderneming, balans en
investeringsplan (H1 + H2)
H1 Het investeringsplan
Het verwoorden van wat je nodig hebt, leidt uiteindelijk tot een investeringsplan.
Bedrijfseconomisch wordt van jou verwacht dat je met zo min mogelijk middelen zo’n hoog
mogelijke omzet weet te bereiken. Efficiënt, berekenend aankopen is belangrijk.
Het verwoorden van hoe je dit gaat financieren, leidt tot het financieringsplan. Wanneer je
het investerings- en het financieringsplan naast elkaar zet, heb je de beginbalans.
Aan de linkerkant – de debetkant van de balans – zie je de bezittingen staan. Aan de
rechterkant – de creditkant van de balans – staan de vermogens die je nodig hebt om de
bezittingen te financieren.
H2 De balans
De doelstellingen en het beleid gebaseerd op brainstormsessies en marktonderzoek komen
gedetailleerd terug in het ondernemingsplan. Het totale ondernemingsplan bestaat uit een
aantal delen op commercieel-economisch, organisatorisch en bedrijfseconomisch gebied.
Een balans is een overzicht van de bezittingen en schulden van een onderneming op een
bepaald moment, waarbij het eigen vermogen de balans in evenwicht maakt. Bezittingen
noemen we activa, schulden plus eigen vermogen noemen we passiva.
Activa Passiva
Vaste activa: Eigen vermogen:
- Pand/gebouw - Eigen vermogen EV
- Inventaris - Gift
- Computers etc.
Vlottende activa: Kort vreemd vermogen:
- Debiteuren - Rekening courant
- Voorraad - Crediteuren
- Kas (liquide middelen) Lang vreemd vermogen:
- Hypotheek
- Lening > 1 jaar
§2.1 Activa: vaste activa, vlottende activa en liquide activa
Activa kunnen worden onderverdeeld in vaste activa, vlottende activa en liquide activa.
Deze middelen zijn gefinancierd met óf eigen vermogen óf vreemd vermogen.
1. Vaste activa
Vaste of duurzame activa zijn activa die langer dan een jaar kunnen worden gebruikt.
Voorbeelden hiervan zijn een gebouw, kassa of een machine. Ook wel inventaris
genoemd.
, 2. Vlottende activa
Vlottende activa zijn activa die gewoonlijk binnen een jaar in geld worden omgezet.
Voorbeelden hiervan zijn de voorraden en de vorderingen op de klanten (debiteuren).
3. Liquide middelen
Liquide middelen zijn de geldmiddelen die in de kas (contant geld) zitten of op een
bankrekening staan.
§2.2 Eigen en vreemd vermogen
Het eigen vermogen is door de eigenaar of eigenaren zelf ingebracht. Dit eigen vermogen
blijft in principe permanent in de onderneming. Het verschil tussen het nieuwe en eigen
vermogen is winst (wanneer er tussentijds geen geld is opgenomen voor privé-uitgaven).
Het vreemd vermogen is door anderen ter beschikking gesteld, bijvoorbeeld door een bank.
Dit wordt gesplitst in:
1. Kort vreemd vermogen
Kort vreemd vermogen dient binnen één jaar te worden afgelost. Voorbeelden hiervan
zijn o.a. de schuld aan leveranciers (crediteuren), af te dragen (te betalen) btw, te betalen
lonen.
2. Lang vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen is een schuld waarvan de terugbetalingstermijn langer dan een
jaar is. Dit geldt bijvoorbeeld voor een hypothecaire lening, waarvan de looptijd meestal
twintig jaar of langer bedraagt.
Tussen de activa (= de bezittingen) en het vermogen bestaat een belangrijk verband. Het
vermogen is gebruikt om de activa te betalen. Het vermogen is dus precies gelijk aan de
waarde van de activa.
WC 2: Functie van een balans, EV, VV, liquiditeit, solvabiliteit (H3.1 + H3.2 +
H4)
H3 De functie van de balans
§3.1 De liquiditeit
De liquiditeit van een onderneming geeft aan in welke mate zij aan de lopende
betalingsverplichtingen, zoals betalingen aan crediteuren, kan voldoen. Om de liquiditeit
van een onderneming te kunnen beoordelen, moet je enig inzicht hebben in de in- en
uitgaande geldstromen.
1. Dynamische liquiditeit
De dynamische liquiditeit geeft aan of gedurende een bepaalde periode de
binnenkomende geldstroom de uitgaande geldstroom overtreft.
2. Statische liquiditeit
De statische liquiditeit geeft aan of de onderneming kan voldoen aan de
betalingsverplichting op korte termijn.
Een liquiditeitsbalans is een balans waarin de balansposten zijn opgenomen qua tijdsduur.
We sorteren tijdsduur naar:
- Langer dan een jaar;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunawolters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.