100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie Voor Jou 2 vwo gymnasium thema 3 (De bloedsomloop) antwoordenboek $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie Voor Jou 2 vwo gymnasium thema 3 (De bloedsomloop) antwoordenboek

 0 purchase
  • Course
  • Level

Bevat de antwoorden van alle opdrachten van thema 3 De bloedsomloop van Biologie Voor Jou 2 vwo gymnasium (7e editie)

Preview 4 out of 43  pages

  • May 22, 2022
  • 43
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 2
avatar-seller
1
BASISSTOF 2 vwo | gymnasium thema 3 De bloedsomloop




Bloed
opdracht 1
Beantwoord de volgende vragen.
▼ Afb. 1
1 Waaruit bestaat bloed?
Ui t bl oe d p l asm a , (rod e e n w i t te) bl oe d c e l l e n e n
bl oe d p l a a tjes.
2 In afbeelding 1 is een reageerbuis met bloed getekend dat enkele dagen heeft gestaan.
Twee delen zijn aangegeven met 1 en 2.
Welke bestanddelen bevat deel 2?
De (rod e e n w i t te) bl oe d c e l l e n e n bl oe d p l a a tjes.
3 Een onderzoeker heeft een reageerbuis met 80 mL bloed. Via een bepaalde techniek deel 1
scheidt zij het bloedplasma van de vaste bestanddelen. Ze doet het bloedplasma in
een aparte reageerbuis.
Hoeveel milliliter bloedplasma heeft ze dan ongeveer? Geef bij je antwoord een berekening.
44 mL bl oe d p l asm a (be re k e n i n g: 0,55 × 80 mL = 44 mL).
deel 2
opdracht 2
In afbeelding 2 staan stoffen die in het bloedplasma voorkomen.
Vul het schema in met de woorden in de afbeelding.

▼ Afb. 2




fi b ri n o g e e n o p g e lo s te
afvals tof fen s to f fe n


water
zu ur s to f voedingss tof fen


plasma- zo ut en
eiwitten ko ol s to fd io xi de



plasma-eiwitten (7%) bijv. fibrinogeen
zouten
bloedplasma water (91%)
zuurstof
(een klein beetje)


opgeloste stoffen (2%) voedingsstoffen
afvalstoffen bijv. koolstofdioxide
551110-03-002
92 © Uitgeverij Malmberg

, BASISSTOF thema 3 De bloedsomloop


opdracht 3
Beantwoord de volgende vragen. Gebruik hierbij afbeelding 3.
1 Heeft Sophie uit afbeelding 6 van je handboek bloedarmoede? Leg je antwoord uit.
Ja , w a n t Sop h i e heef t e e n te k ort a a n h e m ogl obi n e .
2 Leg uit waarom zowel een ijzertekort als een beschadiging van het rode beenmerg de oorzaak
van de gezondheidsproblemen van Sophie kan zijn.
Voor d e aanmaak van hemoglobine heef t het rode beenmerg ijzer nodig. Als het
rode beenmerg te weinig ijzer krijgt of beschadigd is, kan het niet voldoende
hemoglobine maken. Dan ontstaat er bloedarmoe d e .
3 Welke stof zit waarschijnlijk in de pilletjes van Sophie? Leg je antwoord uit aan de hand van het
bloedonderzoek.
IJze r, w a n t uit het bloedonderzoek blijkt dat Sophie een tekor t aan ijzer heef t.
▼ Afb. 3


Bloedarmoede (anemie)
Men spreekt van bloedarmoede als het aantal rode kan worden veroorzaakt door beschadiging van het rode
bloedcellen in het bloed te laag is. Ook kan het gehalte beenmerg, vitaminegebrek of te weinig ijzerzouten in het
aan hemoglobine te laag zijn. In beide gevallen krijgen de voedsel. Rode bloedcellen worden gevormd in het rode
cellen van het lichaam minder zuurstof aangevoerd. Als beenmerg. Voor de aanmaak van hemoglobine heeft het
je bloedarmoede hebt, voel je je zwak en vermoeid, heb rode beenmerg ijzer nodig. Een arts kan dan staalpillen
je vaak hoofdpijn en ben je kortademig. Bloedarmoede voorschrijven. Staalpillen bevatten ijzer.


opdracht 4
Huisarts Gineke voert bij patiënt Sophie een bloedonderzoek uit naar diabetes (zie afbeelding 6
van je handboek). In het schema hierna staan de eerste twee stappen van dit onderzoek.
1 Noteer de ontbrekende stappen in het schema.

ONDERZOEK OORZAAK VAN FLAUWVALLEN

Probleemstelling Waardoor valt deze patiënt steeds flauw?

Hypothese Deze patiënt heeft diabetes.
Experiment Di a be testest u i tv oe re n : bl oe d a f n e m e n m e t e e n v i n ge rp ri k je
e n d e bl oe d gl u c osesp i e ge l teste n .
Resultaten Di a be testest toon t ge e n d i a be tes a a n .
Conclusie Deze p a ti ën t h e e f t ge e n d i a be tes.
2 Wat is de conclusie van het tweede bloedonderzoek dat de huisarts laat uitvoeren in het
ziekenhuis?
Sophie heef t een te laag gehalte aan hemoglobine en ijzer in haar bloed.
opdracht 5
Beantwoord de volgende vragen.
1 Hoe komt het dat witte bloedcellen hun functie ook buiten de bloedvaten kunnen vervullen?
Witte bloedcellen kunnen van vorm veranderen. Hierdoor kunnen ze door
kleine openingen in de wand van de kleinste bloedvaten heen.


93 © Uitgeverij Malmberg

, BASISSTOF thema 3 De bloedsomloop


2 Bij iemand met een blauw oog komt bloed tussen de weefselcellen (zie afbeelding 4). Het bloed
gaat dan stollen.
Welke twee bestanddelen van bloed spelen een rol bij de bloedstolling?
Bloedplaatjes en bloedplasma (fibrinogeen).
▼ Afb. 4


Een blauw oog
Een blauw oog is meestal het gevolg van een harde stoot
tegen de oogkas. Door de stoot worden bloedvaatjes
beschadigd, waardoor er bloed tussen de weefselcellen
komt. Er ontstaat een blauwe plek. Dit bloed gaat dan
stollen, zodat verder inwendig bloedverlies wordt voor-
komen. Door afbraak van een stof uit de rode bloedcellen
wordt een blauw oog later geel en groen. Om dik worden
van het oog te voorkomen en de pijn te verminderen, kan
ijs of een koude, natte doek op het oog worden gelegd.


3 Een blauw oog verandert van kleur doordat een bepaalde kleurstof wordt afgebroken.
Hoe heet deze kleurstof?
He m ogl obi n e (rode bl oe d c e l l e n be v a t te n h e m ogl obi n e).
4 Wat is er aan de hand bij iemand die trombose heeft?
Er is dan een (gestolde) bloedprop binnen een bloedvat ontstaan. De bloedprop
kan het bloedvat afsluiten.
5 Ruud is een volwassen man met 5 liter (L) bloed.
Bereken hoeveel rode bloedcellen Ruud heeft. Om je te helpen: 1 L is 1 dm3; 1 dm3 is 1000 cm3.
Ruud heef t 25 000 miljard (25 biljoen) rode bloedcellen.
Berekening: 5 L bloed = 5 000 000 mm 3 bloed; 5 000 000 mm 3 bloed
× 5 000 000 rode bloedcellen = 25 000 000 000 000 rode bloedcellen.
Lees afbeelding 5 over epo en bloeddoping. Vraag 6 en 7 gaan over deze afbeelding.

▼ Afb. 5


Epo en bloeddoping
Zevenvoudig Tour de France winnaar Lance Armstrong
(zie foto) bleek achteraf epo te hebben gebruikt en
bloeddoping te hebben toegepast. Met het inspuiten
van epo wordt het aantal rode bloedcellen kunstmatig
verhoogd. Bij bloeddoping wordt bloed van de sporter
afgetapt en enkele dagen voor een wedstrijd weer
teruggebracht in het lichaam.




6 Leg aan de hand van de functie van bloed en bloeddeeltjes uit waarom sommige duursporters,
zoals wielrenners en atleten, bloeddoping toepassen of epo willen gebruiken.
Door bloeddoping en epo neemt het aantal rode bloedcellen toe. Rode
bloedcellen vervoeren zuurstof. De spor ter kan dan beter presteren, omdat hij
meer zuurstof op kan nemen en de spieren beter en langer kunnen worden
gebruikt.
94 © Uitgeverij Malmberg

, BASISSTOF thema 3 De bloedsomloop


7 Bij een hardloopster zijn in 5 mm3 bloed 35 000 000 rode bloedcellen aangetroffen.
Leg uit waarom deze hardloopster verdacht kan worden van bloeddoping.
3
Haar aantal rode bloedcellen is verhoogd (in 1 mm bloed zitten 7 000 000
rode bloedcellen, normaal 5 000 000 per mm 3 ).
opdracht 6 practicum
BLOEDCELLEN
BENODIGDHEDEN
– een klaargemaakt preparaat van bloed
– een microscoop
– tekenmateriaal
WERKWIJZE
– Bekijk het preparaat bij een vergroting van 100×. Zoek een gedeelte van het preparaat op,
waarin je zowel rode als witte bloedcellen ziet.
– Bekijk het preparaat vervolgens bij een vergroting van 400×.
– Maak een tekening van een rode bloedcel en van een witte bloedcel. Zet onder de tekeningen:
rode bloedcel of witte bloedcel. Geef in de witte bloedcel aan: celkern.


LAAT JE DOCENT DE TEKENING CONTROLEREN.




HB BASISSTOF 2 BLZ. 106




95 © Uitgeverij Malmberg

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller qdro. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

65507 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
Add to cart
Added