We kunnen een mens opvatten als bestaande uit drie elementen: natuur, cultuur en
identiteit.
Cultuurdimensies:
★ Individualisme versus collectivisme;
★ Acceptatie van machtsafstand;
★ Masculiniteit versus feminiteit;
★ Vermijding van onzekerheid;
★ Termijnoriëntatie;
★ Genotzucht versus soberheid.
Een individualistische cultuur past goed bij een vrijemarkteconomie, omdat vriendjespolitiek,
nepotisme en corruptie niet geaccepteerd wordt.
In een collectivistische samenleving staat de groep centraal. De belangen van het individu
zijn ondergeschikt aan de belangen van de groep. Mensen in collectivistische
samenlevingen moeten zich schikken naar de groep waarvan de deel uitmaken. In ruil
hiervoor verschaft de groep hun bescherming en geborgenheid.
Masculien land: mensen leven om te werken
Feminien land: mensen werken om te leven
Een hogere welvaart maakt mensen onafhankelijker van de groep waarvan ze deel
uitmaken: ze hebben de bescherming van de groep minder hard nodig.
In een cultuur met een langetermijnoriëntatie spelen confuciaanse waarden als gevoel voor
status, volharding, geduld, spaarzaamheid en schaamtegevoel een belangrijke rol.
Een genotzuchtige cultuur staat mensen toe van het leven te genieten. Mensen in deze
cultuur zijn vrolijk en uitbundig en hebben het gevoel controle te hebben over hun leven. De
maatschappij kent weinig taboes die het verlangen om gelukkig te zijn inperken. Vrijwel alles
kan en mag: zeggen wat je wilt, doen wat je wilt, kopen wat je wilt. In een sobere cultuur
gelden strikte maatschappelijke taboes die het leven van mensen reguleren Niet alles kan
en mag. Integendeel, zelfbeperking in woord en daad is een groot goed.
Paragraaf drie:
, Ondernemingen zijn instituties waarvan het gedrag grotendeels wettelijk mogelijk wordt
gemaakt en door wetgeving wordt beperkt. Een onderneming is een economische institutie
omdat het doel van het handelen van een onderneming economisch van aard is.
De overheid behoort tot de formele institutionele omgeving. De overheid bepaalt in het
politieke krachtenveld de wet- en regelgeving voor een bedrijfstak. Daaruit vloeien allerlei
organisaties voort.
Voor ondernemingen is het van groot belang dat de informele groepen instemmen met de
doelstellingen van de onderneming. Als de normen van hechte informele groepen
overeenkomen met die van de formele groepen die de ondernemingsdoelen nastreven,
versterken ze elkaar. als de doelen en normen van hechte informele groepen in tegenspraak
zijn met de ondernemingsdoelen is oppositie mogelijk. Dat kan zich uiten in onzekerheid en
informatieasymmetrie, demoralisatie, opportunisme en wangedrag.
Hoofdstuk vijf:
Paragraaf 5.3.4:
Nederlandse ondernemers exporteren naar landen binnen en buiten Europa. Dit is de
export. Nederlandse ondernemers kopen producten uit andere landen. Dit is de import. De
ontwikkelingen in de export worden bepaald door twee groepen van oorzaken: de
wereldconjunctuur en de concurrentiepositie van het bedrijfsleven.
Innovatieve activiteiten leiden tot een verhoging van de arbeidsproductiviteit. De
loonontwikkelingen en de arbeidsproductiviteitsontwikkeling bepalen samen de
loonkostenontwikkeling per eenheid product. De laatste variabele bepaalt uiteindelijk de
prijsvorming van de exportproducten.
Paragraaf vijf:
Inflatie
Inflatie is een stijging van de gemiddelde consumentenprijzen, oftewel een stijging van het
algemeen prijsniveau. Dit is de keerzijde van de geldontwaarding.
Statistische bureaus meten de inflatie aan de hand van de stijging van de prijzen van
consumptiegoederen.
Oorzaken stijging van de consumentenprijzen in een economie:
★ toenemende bestedingen die uitgaan boven de productiecapaciteit;
★ stijgende loonkosten;
★ stijgende kosten van grondstoffen en halffabricaten;
★ overheidsmaatregelen met betrekking tot de belasting op de toegevoegde waarde,
accijnzen en prijzen van overheidsdiensten;
★ stijgende winsten kapitaalkosten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiedegroot70. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.66. You're not tied to anything after your purchase.