Basisdocument bewegingsonderwijs voor het
basisonderwijs
1.1 Het vakconcept bewegingsonderwijs in het basisonderwijs
Algemene doelstelling
Brede introductie
Bewegingsonderwijs is gericht op verantwoorde deelname aan
bewegingsactiviteiten. Dit gaat niet alleen om sportieve activiteiten, maar ook
om bewegingsrecreatie en deelnemen aan de actuele bewegingswereld van de
kinderen (schoolplein en woonomgeving). Bewegen is van essentieel belang,
daarom moet de school de leerlingen in staat stellen een breed en wendbaar
bewegingsrepertoire op te bouwen.
Ordening rond hoofdproblemen
Belangrijk is dat kinderen aansprekende bewegingssituaties ervaren en leren
realiseren. Binnen het bewegingsonderwijs zijn er 12 leerlijnen:
- Balanceren - Mikken
- Klimmen - Jongleren
- Zwaaien - Doelspelen
- Over de kop gaan - Tikspelen
- Springen - Stoeispelen
- Hardlopen - Bewegen op muziek
Iedere leerlijn heeft een bewegingsuitdaging. Vanuit deze uitdaging kan de
vordering van leerlingen bekeken worden. De brede introductie komt in de
leerlijnen tot uiting in de verschillende bewegingsthema’s.
Met behulp van arrangement (opstelling), uitvoeringswijze en reguleringswijze
(hoe kom je tot gezamenlijk bewegen) kunnen bewegingssituaties op maat
gemaakt worden en kan leerhulp geboden worden.
Reguleringsdoelen
Voor kinderen is het belangrijk om in te zien en te ervaren dat regels e
omstandigheden in bewegingssituaties veranderbaar zijn en dat dit de kwaliteit
mede kan bepalen. De kinderen moeten leren zelf eenvoudige aanpassingen te
kunnen doen en een spel zelfstandig op gang te houden met elkaar.
Bewegingsonderwijs moet zo ingericht worden dat leerlingen de kans hebben om
zelf grenzen en eigen mogelijkheden te verkennen. Leerlingen moeten ook
kennis hebben over bewegen, zodat zij op basis hiervan een zelfreflectie kunnen
uitvoeren en zelf het bewegingsonderwijs kunnen reguleren.
Plaats van bewegingsonderwijs in de school
Bewegingsonderwijs is een leervak, net als alle andere schoolvakken. Voor
kinderen is het daarom belangrijk dat de school een sociaal veilig, boeiend en
uitdagend leefklimaat biedt. Belangrijk is ook dat het bewegingsonderwijs zich
niet beperkt tot binnen de school, maar ook tot buiten de school. Bijvoorbeeld
met behulp van de Brede School of de NSO.
Maatschappelijke betekenis van bewegen
Kinderen zijn dol op bewegen, dit moet benut worden in de bewegingslessen.
, Voor hen is bewegen een vitale en fascinerende wijze van omgaan met anderen
en de eigen lichamelijkheid.
Aard van bewegingsonderwijsleersituaties
Bij bewegingsonderwijs gaat het erom dat kinderen leren:
- Accepteren van verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor anderen
- Accepteren van de beginselen van fair play
- Respecteren van andermans grenzen en eigenheid
- Aanvaarde waardepatronen te toetsen
Op school moeten kinderen voorbereid worden voor de onbekende, toekomstige
samenleving. Hiervoor moeten de kinderen leren;
- Zelfstandig te werken
- Veranderingen te verwerken en in te voeren
- Hoofdprincipes te onderkennen en toe te passen
- In waardepatronen te denken
Dat betekend dat er binnen het onderwijs de nodige ruimte geboden moet
worden voor:
- Eigen inbreng van de leerlingen
- Onderwijsleersituaties moeten als sociaal veilig worden ervaren
- Er moet waardering zijn voor inbreng en prestatie van iedere leerling
Bewegingskansen
De basisschoolleeftijd is de perfecte leeftijd voor motorisch leren en het
ontwikkelen van een positieve bewegingsattitude. Hiervoor moeten leerlingen in
voldoende mate worden aangesproken. Kinderen leren snel, verwerken
aanwijzingen goed en kunnen geconcentreerd en intensief met bewegen bezig
zijn.
Evalueren van bewegingssituaties
Aan de kinderen moet duidelijk gemaakt worden wat zij die les gaan leren. De
evaluatie is ervoor om te kijken in welke mate zij erin geslaagd zijn het
hoofdprobleem eigen te maken. De evaluatie kan ook geschikt zijn voor het
onderscheiden van verbanden; bijvoorbeeld het vrij lopen bij voetbal is niet
anders dan het vrij lopen bij basketbal.
Verbanden kunnen ook eenvoudiger zijn, bijvoorbeeld; een leerling ziet het
verband tussen de leerling die achter hem staat en de bal gooit naar de leerling
voor hem.
Waarden kunnen ook verbanden hebben. De leerlingen moeten onderkennen dat
waarden over specifieke situaties heen gelden.
Door binnen bewegingsonderwijs te kiezen voor verschillende niveaus van
tussendoelen binnen de leerlijnen, kunnen zoveel mogelijk leerlingen optimaal op
het eigen niveau werken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nvvx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.