100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding in de rechtswetenschap $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding in de rechtswetenschap

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van de werkgroepen van blok 2

Preview 3 out of 21  pages

  • May 23, 2022
  • 21
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Hoorcollege 1: wisselwerking recht en context

Contextualisme/ recht en taal

De algemene vraag is: Wat is recht? Dit wordt beantwoord aan de hand van drie elementen: het
concrete geval, omstandigheden waarin rechtsregels functioneren en omstandigheden van
totstandkoming. Je kan recht alleen begrijpen in de context van het concrete geval.

Taal is het instrument van recht. Het is namelijk belangrijk om visies te formuleren en discussies te
voeren. De term ‘open texture’ bedacht door Hart benadrukt het morele van recht. Er worden
algemene begrippen gebruikt die niet aansluiten op de werkelijkheid. De open texture van taal in het
recht zorgt voor contextualisme, want het geeft ruimte om verschil te hebben in perceptie en
interpretatie. De open texture heeft twee factoren: de aard van taal en de veranderingen in de
werkelijkheid waarop het recht moet worden toegepast

Rechtsvinding

Is het oordeel in een concreet geval op basis van het geldende recht. De rechter vindt dus het recht.
Er zijn twee vormen van rechtsvinding: De regelgeleide rechtsvinding is duidelijke vaststaande regels,
waarbij de toepassing van regels voorop staat. Is gericht op rechtsgelijkheid, rechtszekerheid en
rechtseenheid. De casuïstische rechtsvinding gaat anders. Daar is de betekenis en de rechtsgevolgen
bepaald door omstandigheden van het geval. Het is gericht op rechtvaardigheid.

Rechtsregels

Kenmerken van rechtsregels zijn: ze zijn algemeen, de persoon tot wie de rechtsregel gericht is een
abstracte categorie en ze zijn herhaalbaar. Ze sturen of beoordelen menselijk gedrag: normatieve en
niet-normatieve regels. Het zijn kwalificatieregels of definitiebepalingen, verwijzingsregels of
schakelbepalingen, constructies of ficties.

Probleem 1

Welke deelgebieden zijn er in het recht?

Er is verschil in privaat/publiek, materieel/formeel, dwingend/regelend, nationaal/internationaal
objectief en subjectief.

Privaatrecht of civielrecht is gericht op de regeling van de rechtsverhouding tussen de burgers
onderling. Het publiekrecht heeft betrekking op de organisatie van de gemeenschap of staat en de
zorg voor algemene belangen, dit is dus de bemoeienis van de overheid met het maatschappelijke
leven.

Formeel heeft betrekking op de vorm en de wijze waarop recht wordt gehandhaafd. Dit gaat dus over
regels en procedures, zoals de strafvordering. Materieel heeft betrekking op inhoudelijke
gedragsnormen, zoals wat is strafbaar en welke sancties zijn er.

Objectief recht: het geheel van rechtsregels dat in een bepaalde samenleving op een bepaald tijdstip
van kracht is. Objectief recht is dus het positieve recht. Subjectief recht: dit slaat niet op een geheel
van rechtsregels, maar op de bevoegdheid welke de gedrager ervan, de gerechtigde tegenover een
bepaald persoon, groep mensen of instelling. Het is toegepast recht voor een specifiek subject.

,Dwingend wordt gevormd door regels waarvan men niet mag afwijken, regelgeleid. Regelend is dat
de wetgever beoogd duidelijkheid te scheppen en onenigheid te vermijden in allerlei situaties
waarvan partijen de consequenties niet tevoren hebben overzien, van regels kan afgeweken worden
dus casuïstisch.




Welke criteria zijn er om het recht in te delen?

Het onderscheid tussen privaat en publiekrecht wordt gemaakt aan de hand van vier criteria:

 De aard van betrokken partijen: privaatrechtelijk of publiekrechtelijk
 De aard van het te beschermen belang: particulier of algemeen belang
 Het initiatief tot handhaving van het recht
 De middelen tot rechtshandhaving: Bij het publiekrecht mag alleen de overheid
optreden

Welke perspectieven zijn er om naar het recht te kijken?

Het driehoeksmodel van recht onderscheidt drie dimensies of momenten in het recht die ieder op
hun manier ook weer een context in en van het recht zijn.

 Het normatieve (juridische) moment: Het geheel van regels, beslissingen en beginselen dat
gewoonlijk onder het recht wordt verstaan. Het verschaft de normen van menselijk gedrag.

,  Het ideële (filosofische) moment: Het geheel van opvattingen en waarden dat als leidraad en
toetssteen fungeert voor het positieve recht. Rechters laten zich ook leiden door hun
overtuiging van rechtvaardigheid en goed of kwaad.
 Het actuele (sociologische) moment: Het geheel van maatschappelijke gebruiken en
praktijken dat tot het positieve recht heeft geleid. Er is een wisselwerking tussen recht en
maatschappij bij het tot stand komen van wetten.

Probleem 2

Hoe komt een wet tot stand?

Er zijn drie categorieën van wetten:

 Wetten in formele zin: verwijst naar het besluit van de wetgever in formele zin (formele
wetgever is de regering= koning en ministers en Staten-Generaal= Eerste en Tweede Kamer
gezamenlijk, de wetgever is representatief doordat hij door de bevolking gekozen is). Het
heeft betrekking op de vorm waarin dat besluit tot stand komt. Ieder besluit van de formele
wetgever is een wet in formele zin. De wet is meestal algemeen geldend, maar kan ook een
besluit voor een individueel geval betreffen.
 Wetten in materiële zin/ algemeen bindend voorschrift: Een algemene, abstracte, burgers
bindende rechtsregel, afkomstig van een van de overheidsorganen die bevoegd zijn tot het
maken van regels. Algemeen omdat het van toepassing is op een onbepaalde groep
personen en dus niet te herleiden tot concrete individuen. De wet is abstract omdat deze van
toepassing is op meerdere gevallen en niet voor een specifieke gebeurtenis is geschreven.
 Wetten in formele zin die tevens wet in materiële zin zijn: Omdat de Grondwet onder andere
aan de wetgever de bevoegdheid toekent om wetten in materiële zin te scheppen.


Volgens artikel 81 tot en met 88 van de Grondwet is er een stappenplan van totstandkoming van
wetten in formele zin:

 Stap 1: De minsteriele behandeling. De voorbereiding van een wetsvoorstel gebeurt op een
van de ministeries. Het ontwerp wordt samen met een memorie van toelichting behandeld
door de ministerraad en ter advies voorgelegd aan de Raad van State (art 73 Gw). Vervolgens
wordt het voorstel gezonden aan de Tweede Kamer (art 83 Gw).
 Stap 2: De parlementaire behandeling. Begint met voorbereidend onderzoek, geregeld door
het Reglement van Orde. De commissie brengt over het voorstel een verslag uit. Naar
aanleiding van dit verslag zendt de regering een nota.
 Stap 3: De volgende fase van de parlementaire behandeling. De openbare behandeling in de
Tweede Kamer. Het voorstel wordt verdedigd door de betrokken ministers. De Kamer
beraadslaagt eerst over de algemene strekking van het voorstel, daarna de artikelsgewijze
behandeling met gebruik van het recht van amendement. Dit is het recht om wijzigingen in
het voorstel aan te brengen (art 84 Gw). Daarna wordt er gestemd over eventuele
wijzigingen en de aanneming van de wet.
 Stap 4: In de Eerste Kamer is een openbare behandeling met voorbereidend onderzoek, maar
de leden kunnen niet wijzigen dus alleen aannemen of verwerpen.
 Stap 5: Na aanvaarding moet de wet bekrachtigd worden door de koning en
verantwoordelijke ministers. Dit is het contraseign. Daarna volgt de bekendmaking in het
Staatsblad. Op grond van artikel 3 van de Bekendmakingswet.

Legaliteitsvereisten van de wet als rechtsbron:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller winkelsenreclame. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
  Add to cart