Samenvatting van hoofdstuk 3 Zuid Amerika uit buiteNLand 3e ed vwo 5. Inclusief de uitgewerkte begrippenlijst van het hoofdstuk. Sinds onderdeel van het examen.
Samenvatting aardrijkskunde H3 endogene en exogene processen
3.1 natuurlijke gevaren in Zuid-Amerika
Vulkanen en aardbevingen
Aan westkant Zuid-Amerika duiken Nazcaplaat en Antarctische plaat onder Amerikaanse plaat. In
subductiezone veel aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. Vooral Chili vaak getroffen (zwaarste
aardbeving ter wereld met kracht van 9.5 op schaal van Richter in Chili in 1960). Direct gevolg
aardbevingen in zeebodem voor kust zijn tsunami’s: vloedgolven die voor grote rampen zorgen. Ook
vulkanen actief in dat aardbevingsgebied, want dat is direct gevolg van subductie. In Zuid-Amerika
zijn veel vulkanen, in Chili al zo’n 90 actieve (stratovulkanen die regelmatig uitbarsten, maar niet erg
gevaarlijk. Erupties die zich beperken tot uitstoot aswolken in dunbevolkt gebied).
Massabewegingen
Indirecte gevolgen van bevingen zijn aardverschuivingen. Massabewegingen ontstaan doordat:
- Bij aardbeving delen afschuiven op instabiele hellingen
- Bij overvloedige neerslag modder, puin en gesteente van een helling schuiven, bijvoorbeeld
tijdens El Niño. Meestal alleen schade aan wegen, gebouwen en landbouwgrond
- Er lahars ontstaan bij vulkaanuitbarsting. Modderstromen ontstaan doordat sneeuw en ijs hoog
op vulkaanhellingen smelten als vulkaan uitbarst. Deze verwoestende stromen modder, puin, ijs
en stenen komen soms met grote snelheid naar beneden en vernielen alles onderweg. Bij aantal
lahars kwamen in Peru tussen 1940 – 1975 37500 mensen om.
Ook in steden aardverschuivingen. Arme inwoners en nieuwkomers bouwen hun krotwoning op
hellingen aan rand van stad, die huizen schuiven vaak naar beneden in reliëfrijke steden zoals São
Paulo, Rio de Janeiro, Buenos Aires, Caracas, Bogotá en La Paz.
Overstromingen
Nattere gedeelten Zuid-Amerika last van overstromingen. In berggebieden zijn dat flash floods,
waarbij rivieren plotseling zeer hoge piekafvoer hebben. Door hevige regenval in bovenloop loopt
bedding snel vol en stort het water (vermengd met alles wat meegenomen wordt) zich naar
beneden. In vlakkere gebieden komen bij rivieren met vaak groot debiet high floods voor. Niveau
stijgt relatief traag tot rivier buiten oevers treedt. Oorzaak: langdurige regenbuien en tropische
stortbuien. In vlakkere gebieden in benedenloop van grote rivieren zoals Amazone, Paraná, Orinco
en São Francisco > catastrofale overstromingen met veel slachtoffers. In 1999 in Caracas: flash floods
met 30 000 doden.
Menselijke invloed
Vaak is mens oorzaak. Door ontbossing zijn hellingen kaal, infiltreert er bijna geen water meer in de
bodem, maar stroomt het af via oppervlak. Verkeerd landgebruik kan afstroming bevorderen,
bijvoorbeeld zonder terrassering in reliëfrijk gebied. Ook stedenbouw en wegenaanleg zijn schuldig.
Elke verharding van oppervlak leidt tot kortere vertragingstijd. In alle gevallen kan rivier plotselinge
toestroom water niet aan en treedt buiten oevers. Slecht rioleringssysteem zorgt ervoor dat
bepaalde stadswijken blank staan na hevige regenbui.
3.2 Hazard management
In Zuid-Amerika waren tussen 1990 – 2000 40 miljoen mensen betrokken bij natuurramp, 20 miljard
dollar schade en 45 000 doden.
Schade
Sinds 1960 is economische schade natuurrampen in Zuid-Amerika verachtvoudigd. Oorzaken:
ongebreidelde urbanisatie, armoede, slecht bestuur, constructie van gebouwen en infrastructuur op
kwetsbare plekken, klimaatverandering, El Niño, ontbossing. Economisch gezien zijn rampen
desastreus voor ontwikkelingslanden. Verliezen mensenlevens door natuurrampen zijn 20x hoger in
zulke landen t.o.v. rijke landen. Komt vooral door verkeerde locatiekeuze voor bouw- en
, infrastructuur, zich niet houden aan bouwvoorschriften, verkeerd omgaan met natuurlijke bronnen
(bv. ontbossing) en gebrek aan rampenplan. Voorbeelden zijn hoge bevolkingsdichtheden in
rivierdalen en delta’s, wegen en woningbouw op instabiele hellingen, gevaarlijke mijnen. Met name
armen zijn de dupe. In 1999 in Venezuela viel helft slachtoffers in krottenwijken bij aardverschuiving.
Risico’s
Hoogte risico natuurramp met catastrofale gevolgen hangt af van drie elkaar versterkende factoren:
1. Aard natuurramp: soort ramp en intensiteit ervan, schaal van ramp en eventuele gerelateerde
schadelijke gevolgen (bv. bosbranden die ontstaan).
2. Aantal mensen en gebouwen dat bij ramp betrokken is en hoeveel infrastructuur verwoest
wordt. Dunbevolkt gebied in plaats van hoofdstad bijvoorbeeld.
3. Kwetsbaarheid samenleving, wordt onder andere bepaald door:
- fysieke factoren zoals slechte constructie van gebouwen en landgebruik dat bodemerosie
bevordert
- Sociale factoren zoals bepaalde bevolkingsgroepen die achtergesteld worden, arm zijn en
minder kansen hebben op bijvoorbeeld adequate huisvesting
- economische factoren zoals onverzekerde informele sector, afhankelijkheid 1 inkomstenbron,
precaire voedselvoorziening
- milieufactoren: uitputting hulpbronnen zoals water en landbouwgrond, klimaatverandering
Armere bevolkingsgroepen in krottenwijken lopen grootste risico. Juist bij die groep is
risicoperceptie, mate waarin men het risico om zelf slachtoffer te worden inschat, vaak laag. Komt
onder andere omdat natuurlijke gevaren zich vaak met lange en wisselende tussenpozen voordoen.
Maatregelen
Tot 1970 was in Zuid-Amerika nauwelijks sprake van hazard management, beleid om schade bij
natuurrampen te beperken/voorkomen. In loop jaren ‘70 en ‘80 ontstond steeds meer besef
rekening te moeten houden met mogelijke ramp, maar kwamen pas in actie na aantal catastrofale
rampen. Tegenwoordig bestaat hazard management uit maatregelen vooraf (risico-inschatting,
rampenplan aanwezig) en maatregelen erna (eerste hulp, herstel, reconstructie). Onderdelen
actieplannen zijn volgende:
1. Door doen onderzoek mogelijke risico’s herkennen, vaststellen en begrijpen.
2. Verminderen risico, bijvoorbeeld door opstellen wetten met betrekking tot bouwlocaties,
bouwvoorschriften; behoud moerasgebieden, mangrovebossen, lagunes en riffen aan kusten;
tegengaan houtkap hellingen; milieumanagement in stroomgebieden en vooral handhaven van
wetten.
3. Klaar zijn voor als het toch misgaat, om zoveel mogelijk levens en leefomgeving te redden.
Gebeurt door gebruik wetenschappelijke voorspellingen en waarschuwingssystemen, opstellen
reddingsplannen en voorbereiden hulp aan lokale gemeenschappen.
4. Opzetten rampenfondsen en afsluiten verzekeringen om schade te kunnen dekken.
5. Stimuleren veerkracht onder bevolking en efficiënt organiseren redding en reconstructie na
ramp.
Maatregelen om de risico’s te verminderen
Vooral in steden is risicobewustzijn, voorkoming natuurrampen en bestrijding gevolgen belangrijk.
- Verbeteren stedelijke planning, infrastructuur, bouwveiligheid
- Versterken riolering en waterafvoer om overstromingen te voorkomen
- Installeren waarschuwingssystemen en doen van rampentrainingen
- Nemen maatregelen om aan te passen aan klimaatverandering
Risico’s vulkaanuitbarstingen in Andes verminderen door:
- Bestudering gedrag vulkanen om toekomstige vulkanische activiteit te voorspellen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulamarjolijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.