Antoni leeuwenhoek (17e eeuw): eerste microscoop (micro-organime zag en beschreef.
Louis pasteur (19e eeuw): bewees dat microbieel leven niet sontaan ontstaat.
Robert Koch (19e eeuw): kochs experiment (belangrijk voor etiologie). Kweken bacteriën op vaste
grond.
John Snow (19e eeuw): bracht cholera in kaart, besmet riool water
Edward jenner (18e eeuw) eerste vaccinatie
Alexander flemming (19e eeuw): antibiotica : penicilline
Les 2
Fylum: actinobacteria en firmicutus (gram-positief) & proteobacteria en bacteroidetes (meest
voorkomende fylum in ons lichaam
Huid: relatief veel gram positieven (actinobacteria en firmicutis)
Mond: oppervlakte tanden, wangen, tandvlees. Tandplak door bio-film veroorzaakt door zuur
productie van streptococcus mutans.
Bovenste luchtwegen: bevestigen zich bacteriën, staphylococcus, streptococcus bijvoorbeeld.
Onderste lucht wegen: weinig bacteriën en geen bacteriën in alveoli (axenisch)
Urinewegen: onderste urinebuis permanent gekoloniseerd, nieren en blaas axendisch.
Voortplantingssysteem: baarmoeder axendisch, vagina lactobacilli,
Spijsverteringskanaal: populatie relatief contant.
Maag: helicobacter pylori (kan lage pH weerstaan)
Dikke darm: bacteriodetes en firmicutes domineren, meeste anearoob (Maar ook facultatief
anaeroben → vangen laatste beetje zuurstof weg)
Portal of entry: huid, slijmvliezen, placenta of parenteraal
Les 3
Virulentie: zegt niks over de ernst van de ziekt, maar gemak waarmee pathogeen een ziekte kan
veroorzaken
Virulentie factoren: adhesie, vorming biofilm, extracellulaire enzymen, toxines, anti-fagocytotische
factoren.
Adhesie factoren: aanhechting cellen.
Liganden, speciale moleculen aan oppervlakte, lipo of glycoeiwitten, receptoren zijn glycoproteïnen.
Binding is specifiek
LTA (lipoteichoinezuur: onderdeel gram-positieve celwand, hecht aan epitheel
Streptokinase & staphyolokinase: breekt bloedstolsels af.
coagulase: vormt bloed stolsels (bacterie kan zich hier in verstoppen en verder versprijden
Collagenase breekt collageen af (kan zo verder ons lichaam in komen).
Hyaluronidase breekt hyaluron zuur af (glue tussen de cellen)
Antifagocytische factoren:
kapsel, zorgt voor glibberigheid (dus moeilijk te fagocyteren of als camouflage door hyaluronic acid
M proteïne: voorkomt opsonisatie
, Leukocidines: vernietigd witte bloedcellen
Exotoxines: toxines die de bacterie uitscheid, deze kunnen direct schade aanrichten of immuun
respons opwekken. Voorbeelden:
Cytotoxines: vernietigen de cel of cel functie
Neurotoxines: verstoren zenuwgeleiding
Enterotoxines: verstoren het maagdarmstelsel
Endotoxine: toxines die in de bacterie gemaakt wordt (en blijft)
Lipide A: onderdeel LPS van gram-negatieve bacteriën. Veroorzaakt: koorts, ontsteking, diarree,
bloedingen, shcok en bloedstolling. Is hittestabiel
Lal-test: aantonen endotoxines in klinisch monster
Les 4
(begrippen lijst)
Les 5
Bloed = axendisch, bij afname voldoende bloed, omdat vaak 1 micro-organisme per mililiter bloed
aanwezig is. Zowel anaeroob als aeroob gekweekt.
(voor de rest zie andere samevatting)
Les 6
Cystitis = blaasontsteking
Pyelitis = nierbek ontsteking
Pyolonefritis = nierbekken en nierweefsel onsteking
Sneldiagnsotiek door nitriettest, omzetting nitraat naar nitriet door nitraatreductase
Sensitiviteit: minimale hoeveelheid die kan worden gedetecteerd, hoe hoger de sensitiviteit hoe
kleiner de kans op vals-negatieven.
Specificiteit: vermogen van de test om één specifieke pathogeen te detecteren, hoe hoger de
specificiteit hoe kleiner de kans op vals-positieven.
Detectie bacteriën: biochemisch,PCR, serologisch, 16S rRNA, massaspectrometrie. Ook: gevoeligheid
antibiotica
Agglutinatie: reactie tussen antilichaam en antigen waarbij 1 van beide aan een deeltje gebonden is
(er ontstaat klontering).
Direct fluorescent antibody test: doel is testen of patient de bacterie bij zich draagt
Indirect fluorescent antibody test: doel is testen of patiënt antilichamen tegen de bacterie heeft
Malditof: scheiden van stoffen op basis van massa.
Antibioticumresistentie bepalen: disk test, mic test, e-test en automatisch
Disk: screent op gevoeligheid en resistentie van meerdere antibiotica (semikwantitatief)
MIC: gevoeligheid van 1 antibioticum kwantificeren
MBC: minimum bactericidal concentration minimale concentratie waarbij bacteriën dood zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavanvessem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.38. You're not tied to anything after your purchase.