100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige en Uitgebreide College Aantekeningen Instituties, Identiteit & Imago $5.43   Add to cart

Class notes

Volledige en Uitgebreide College Aantekeningen Instituties, Identiteit & Imago

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van alle hoorcolleges, korte en bondige samenvattingen van bijna alle verplichte artikelen, een aantal voorbeelden en antwoorden van tentamenvragen en drie uitwerkingen van de verplichte FD-opdrachten voor een cijfer.

Preview 3 out of 27  pages

  • May 23, 2022
  • 27
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Yvette taminiau
  • All classes
avatar-seller
Instituties, Identiteit & Imago 2021/2022
Docent: Dr. Yvette Taminiau

College 1: 04 april 2022
Industrie Creatie vanuit een Historische en Institutionele Context
Waar gaat het artikel van Aldrich & Fiol (1994) over?
 What are the social processes surrounding the emergence of new industries?
 What are the factors hindering and supporting the progression from the founding of
a completely new activity?
 How do institutional entrepreneurs legitimate new kinds of organizations in
emerging fields?

Met andere woorden: hoe verkrijgt een radicaal nieuwe onderneming de status van een
gevestigde (2-50 jaar), legitieme en vertrouwenwekkende industrie. Het proces van ‘ontstaan
tot stabiliteit’.

Er zijn twee typen legitimiteit:
 Cognitief, ‘knowledge about the new activity and what is needed to succeed in an
industry, the highest form is when a product or service is taken for granted’
o De kennis die in een product zit en het nieuwe product zelf moeten
geloofwaardig zijn, wat je verkondigt moet ook echt gegrond zijn
 Socio-politiek, ‘the value placed on an activity by cultural norms and political
authorities, refers to the process by which key stakeholders, general public and
government officials venture as appropriate and right’
o Het moet passen bij de normen van de tegenwoordige tijd

Binnen sociale contexten is er sprake van ‘renegotiations of meaning’, wat resulteert in
beperkingen en kansen op vier niveaus.

Deze niveaus van sociale context worden gezien als steeds breder wordende sites waarbinnen
ondernemers die een eigen bedrijf oprichten vertrouwen, betrouwbaarheid, reputatie en
institutionele legitimiteit opbouwen (organizational, intrandustry, interindustry &
institutional).

Essentie van het artikel: beeld van de complexiteit en gelaagdheid van belang verkrijgen
legitimiteit en vertrouwen in een beginperiode van een nieuwe industrie

Artikel van David, Sine en Haveman (2013): how do institutional entrepreneurs legitimate
new kinds of organizations in emerging fields? What do institutional entrepreneurs do?
 Deze ondernemers gebruiken sociale vaardigheden om mensen te overtuigen van
de verhalen die ze naar voren halen over de voordelen van hun innovaties
 De historische case die hier als voorbeeld wordt genomen is de geboorte van de
consultancy sector in de VS

1

,Verschillende soorten legitimiteit en de vier niveaus van analyse (Aldrich & Fiol, 1994):




Theoretisch model uit het artikel van David et al. (2013):
 Theorievorming (theoretization), institutionele ondernemers theoretiseren de sociale
verandering die ze willen bewerkstelligen, ze ontwikkelen en specificeren abstracte
oorzaak-gevolg relaties tussen actoren, structuren en gebeurtenissen
 Verbondenheid (affiliation), banden met erkende instellingen en instituties kunnen
objectieve prestaties vervangen, netwerken en verbintenis zoeken
 Collectieve actie, samenwerken kan ondernemers helpen de onvermijdelijke
weerstand van degenen die waarde hechten aan de status-quo te weerstaan

De ‘founding fathers’ van management consulting zijn Arthur D. Little, James McKinsey,
Edwin Booz en George S. May.

Het artikel samenvattend, vroege managementconsultants beweerden in staat te zijn
organisatorische problemen op te lossen door gebruik te maken van expertise die werden
geaccepteerd, maar nog niet waren toegepast op topmanagement kwesties.

Ze beloofden het management rationeler en efficiënter te maken en zo de organisatorische
problemen op te lossen die ze zelf opvallend hadden gemaakt (theorievorming).

Theorievorming is het verwijzen naar een wetenschappelijke basis: psychologie, accountancy
en natuurwetenschappen
 Altruïsme is het welzijn van de klant en zijn bedrijf en is belangrijker dan het
eigen welzijn, onbaatzuchtigheid is een handeling
 Collectieve actie door het oprichten van branchevereniging ACME om af te zetten
tegen te commerciële partijen door middel van codes of conducts en practices



2

, College 2: 06 april 2022
Institutionele Theorie
De basisgedachte van de institutionele theorie: organisaties en bedrijven bevinden zich in
een maatschappelijke omgeving en door druk van die omgeving is het zo dat bedrijven steeds
meer op elkaar gaan lijken.

Suddaby & Greenwood (2001) over de dynamiek en de toename van institutionele druk.
Hoe kan het dat de Big Four (grote accountancy bedrijven) alsmaar groter worden?
 De expansie van deze bedrijven wordt gedreven door kolonisatie, door andere
disciplines toe te eigenen, gedreven door de vraag van de klant
 Samenwerking met business schools (universiteiten), de bestaande kennis
verfijnen, innovatie en een nieuwe generatie managerial kennis, innovatie
 Legitimation, goeroes vertalen de theoretische kennis naar andere
gemeenschappen
 Commodification bij andere grote consultancy bedrijven voornamelijk om
abstracte kennis om te zetten naar iets bruikbaars, kennis reduceren tot
routinematige en gecodificeerde producten

De definitie van kolonisatie die gebruikt wordt in dit artikel is de migratie van professionele
service bedrijven/dienstverleners naar aangrenzende professionele jurisdictie.

Verschillende soorten druk waardoor bedrijven steeds meer op elkaar gaan lijken: bedrijven
apen elkaar na en houden elkaar in de gaten (mimetic pressure), er zijn bepaalde standaarden
en normen binnen een bedrijfstak (normative pressure), wetgeving/regels (coercive
pressure).

Theoretical Framework: Olivers’ Work (1991), het is dan aan het bedrijf zelf de keuze om
mee te gaan met deze pressures of om zich ertegen te verzetten.

Strategische reacties op deze institutionele processen: neerleggen (acquiesce), een compromis
sluiten, vermijden, trotseren/defy of manipuleren:
 Neerleggen, bijvoorbeeld uit gewoonte iets doen (habit), iets doen omdat een ander
het doet (imitate) of bewust accepteren van de bestaande druk (comply)
 Compromis, tegemoetkomen aan verschillende belangengroepen, balanceren,
tegemoetkomen aan de ander (verzachten, pacify) of onderhandelen (bargain)
 Vermijden, doen alsof je de wet conformeert (conceal), afschermen (buffer) of
vluchten zoals belastingontduiking (escape)
 Trotseren, verwerpen of negeren, het aanvechten of uitdagen van iets (challenge) of
een directe aanval op de overheid of de media
 Manipulatie, hier wordt bewust een poging gedaan om de krachten en druk te
beïnvloeden, door middel van coöpteren, controleren en influence



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IBS2000. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.43
  • (0)
  Add to cart