Goede samenvatting van het vak pedagogiek en orthopedagogiek
2 views 0 purchase
Course
Pedagogiek En Orthopedagogiek
Institution
Saxion Hogeschool (Saxion)
Book
Ontwikkelingspedagogiek
Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1 tot en met 7 van het vak pedagogiek en orthopedagogiek. De samenvatting is van het boek ontwikkelingspedagogiek. Deze samenvatting heeft mij erg geholpen met het halen van een goed cijfer voor dit vak
1.1
De leer van opvoeding noemen we pedagogiek. Pais/ Paidos = knaap of kind en
agogein = begeleiding. Pedagogiek is daarmee de wetenschap van het begeleiden
van kinderen tot aan volwassenheid.
Deelgebieden binnen pedagogiek zijn
- klinische pedagogiek, gericht op het onderzoek naar opvoedingsprocessen in
het algemeen en naar sociale, culturele en economische factoren.
- OrthopedagogieK: richt zich op het onderzoek van de hulpverlening aan
kinderen die van het gemiddelde afwijken.
- Onderwijskunde: richt zich op alle vormen van scholing en op schoolsystemen
- Sociale pedagogiek: richt zich vooral op sociale omstandigheden
- Wijsgerig historische pedagogiek: richt zich op de opvoedingswetenschap in
het algemeen en daarmee een meer theoretisch deelgebied is.
- Transculturele pedagogiek: richt zich op onderzoek naar de opvoeding van
kinderen die in een andere cultuur wonen dan in het land van oorsprong
Co- evalutie: de opvoeding neemt als omgevingsfactor een deel over van de functie
van de baarmoeder. Met als gevolg dat de hersenen zich mede vormen naar het
opvoedingsklimaat.
De gedachte achter co- evolutietheorie is eenvoudig.
Opponeerbare duim: pincetgreep. Dieren met deze duim zijn in staat om voorwerpen
vast te pakken, waardoor ze voorwerpen kunnen grijpen. Mensen hebben er 2.
Animal educandum: dier dat opgevoed dient te worden.
Humanisatie: is belangrijk als het inslijpen van een gedragspatroon oftewel modeling
en imitatie van de menselijke soort.
Het kind wordt in staat gesteld zijn aanleg als mens te ontplooien door te
communiceren met de hechtingspersonen. Bij opvoeding is per definitie sprake van
een asymmetrische relatie met de opvoeder en kind. als het kind 20 is, is het een
symmetrische relatie.
De opvoedingsplichtigen zijn in eerste plaats de ouders uit het kerngezin. De totale
opvoeding speelt zich echter af in een veel breder gebied tussen
opvoedingsplichtigen, andere opvoeders en degene die wordt opgevoed, de
opvoedeling.
Opvoeding is per definitie een proces waarin een onvolwassen mens wordt
geholpen en begeleid tot aan het punt waarop hij of zij de regie over het leven verder
zelf kan overnemen. Het kind is dan van derde persoon tot tweede persoon
getransformeerd. Het is uitgegroeid tot iemand met wie gesproken wordt als een
gelijkwaardige ´jij´. Als dat punt is bereikt spreken we van volwassenheid.
Opvoeden betekent ook stimuleren van kinderen. Subsysteem betekent: dat er
steeds twee fronten tegenover elkaar staan, de kinderen versus de ouders
enzovoort. Het ene front voed het andere front op en dit heeft gevolgen.
1
,Opvoeders onderscheiden zich op basis van capaciteit en persoonlijkheid. De
beperkingen of kwaliteiten van de opvoeder zijn van invloed op de kwaliteiten en
beperkingen van de opvoedeling.
Zelfverantwoordelijke zelfbepaling: de opvoeding is eindig, gezien vanuit de positie
van de opvoeder.
Zelfopvoeding: samenlevingen zijn voortdurend onderhevig aan verandering en
daarom zal ieder lid ervan zich steeds moeten blijven aanpassen.
1.1.1 autonomie
Opvoeding behelst dus enerzijds het helpen ingroeien in een steeds veranderende
en zich verder ontwikkelende maatschappij, en anderzijds het helpen om de
opvoedeling tot zijn of haar recht te laten komen in de maatschappij.
Persoonlijkheidsontwikkeling: kinderen worden niet alleen begeleid tot aanpassing
aan de samenleving, maar ook tot het uitgroeien tot een uniek individu dat van
anderen te onderscheiden is. Het betekent dat er rekening wordt gehouden met de
groeiende autonomie van het kind en dat deze autonomie wordt gestimuleerd door
de ouders.
Een grootschalige enquête onder jonge ouders in Duitsland, Finland en Polen ging
uit van 5 typen opvoeders:
1. De conservatieve materialisten: dit zijn opvoeders die behulpzaamheid hoog
in het vaandel hebben. Zij sturen vooral aan op goede banen en goed
inkomen
2. De doeners: ouders die primaire deugden zoals hoffelijkheid en goede
manieren centraal stellen. Zij willen graag dat hun kinderen goed presenteren
in de maatschappij
3. De sociale idealisten: deze ouders sturen aan op het ontwikkelen van sociale
eigenschappen, zoals goede communicatie etc.
4. De onopvallende conservisten: opvoeders die aansturen op eerlijkheid en op
bevordering van de gezondheid
5. De gematigde hedonisten: bij deze ouders staat levensvreugde hoog in het
vaandel, samen met humor, tolerantie en oog hebben voor de mede mens.
1.1.2 een stukje geschiedenis
In de geschiedenis van de pedagogiek kennen we voorbeelden van collectieve
opvoeding en duidelijke voorschriften van levensbeschouwingen.
Het onderwijs zag er anders uit dan we nu gewend zijn. aan het eind van de 17 e
eeuw waren er geen schoollokalen, maar was er een vertrek waarin de oudere
leerlingen verspreid aan tafels zaten om te schrijven. In de tweede helft van de 19 e
eeuw veranderde dit. In deze tijd werd het onderwijs massaal klassikaal en niet meer
hoofdelijk gegeven. Op basis van efficiëntie in plaats van op basis van een
opvoedkundig doel; de klassen van 40 waren gemakkelijker onder controle te
houden als alle kinderen op hetzelfde moment met dezelfde stof bezig waren. In de
19e eeuw kwam persoonlijke vrijheid meer centraal te staan in de opvoeding, onder
invloed van het liberalisme
2
, 1.1.3 pedagogische programma’s
STEP- programma: dit is een trainingsprogramma waarbij een concrete rollenspel
wordt geoefend. De gelijkwaardigheid tussen ouder en kind en hun behoefte aan
verbondenheid staat centraal.
- Een belangrijk uitgangspunt van STEP is het ondogmatisch opvoeden. Dat
betekent dat er geen vaste gedragsvoorschriften voorhanden zijn voor het
handelen van de opvoeder als het kind bijvoorbeeld liegt of schreeuwt.
SESK- programma: hecht veel waarde aan rechten van het kind, met name aan de
opvoeding zonder geweld. Ouders moeten leren uitleggen wat de zin is van regels en
grenzen.
Triple p programma: positieve pedagogiek. Deze pedagogiek kent 3 basisprincipes.
Het zorgen voor een veilige en stimulerende omgeving, het creëren van een
positieve leeromgeving, het leren hoe ouders het beste op ongewenst gedrag
kunnen reageren.
Paranoia van ouderschap: ouders worden bang en onzeker door de programma’s en
cursussen. Dit leidt tot hyperparenting: ouders maken zich voortdurend zorgen om
het lichamelijke en geestelijke welzijn van hun kind.
Fenotypen: de som van alle waarneembare eigenschappen en kenmerken van een
organisme.
Genotypen: de aangeboren erfelijke aanleg.
1.1.4 visies op pedagogiek
Langeveld: beschouwt de opvoedingswetenschap als een analyse van een
beschrijving van de opvoedingsverschijnselen. Gebeurtenissen en voorvallen worden
door de opvoeder centraal gesteld en worden geanalyseerd. Dit noemen we de
fenomenologische benadering. De subjectieve waarneming van de opvoeder staat
centraal.
Volgens Langeveld is er in de voorschoolse periode nog geen sprake van eigenlijke
opvoeding.
Brezinka: legt zijn visie op het opvoeden het accent op de interindividuele verschillen
in niveau, capaciteit en sociale ontwikkeling. De strikt gehanteerde grens tussen
opvoeding bij kinderen en volwassenen vervaagt bij Brezinka. Andragogiek: het
helpen en begeleiden van volwassenen met als doel hun welzijnssituatie verbeteren.
Litt: fenomenologische pedagoog. Dit gaat over begrijpbare kennis, die kern van de
verschijnselen die men direct kan vatten in de waarneming. Litt wil onderzoeken of in
een opvoedingssituatie meer sturend of kind volgend gehandeld wordt.
Montessori: heeft als visie dat de opvoeding vooral op het juiste moment zaken
aangereikt moet krijgen waarmee hij of zij zich kan ontwikkelen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Tarageu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.36. You're not tied to anything after your purchase.