Deze samenvatting is gebaseerd op de notities en slides vanuit de colleges. De structuur in de samenvatting is overgenomen vanuit het boek wat zorgt voor een beter overzicht.
Samenvatting:
Rechtssociologie
(1ste Bach. Rechten)
Hoofdstuk 1. Wat is rechtssociologie?
1.1 Inleiding
Rechtssociologie hanteert:
Empirische methode: Het gaat om ‘the law in action’.
=> Trefwoorden gebruikt voor het herkennen van de empirische methode:
De effectiviteit van, de doelmatigheid van, de werking van, de effecten of risico’s van,
het functioneren van, …
=> Vragen die je je moet stellen: “Hoe werkt het recht?”, “Hoe is het recht
ontstaan?”.
Extern perspectief:
Extern perspectief
Toeschouwersperspectief
Relatie tot maatschappelijke context
Onzekerheid en variatie
Vragen over recht
Gericht op beleid
Constructief subversief
Ook rollen voor wetgever, handhaver en uitvoerder, onderzoeker.
Toetsing van effectiviteit van het recht.
Interdisciplinair door aanvullende disciplines, meestal empirisch (soc, psy, eco...) soms ook
normatief (filo, ethiek)
Methoden belangrijk.
Hoe werkt het recht?
Hoe ontstaat het recht?
“is ≠ ought”
,-> Toeschouwersperspectief = socioloog mag niet een toga aantrekken maar mag wel kritiek
geven en erover nadenken.
-> Relatie tot maatschappelijke context = deze context is voor de sociologie zeer belangrijk
want men kan het recht enkel hierin bekijken en bestuderen.
-> Vragen over het recht = bv: waarom werkt het recht niet goed?
-> Beleid = zegt iets over het functioneren van justitie.
-> Constructief = hier mag men veel kritischer zijn. Hier wordt het recht eerder gezien als
‘chaotisch’ radarwerk dat blijft draaien. Het is niet de bedoeling om het recht af te breken
maar het juist beter te maken.
=> Voorbeeld van het extern perspectief:
Waarom waren de eerste rookverboden succesvol in California in de jaren ’80 – terwijl roken
daarvoor erg populair was in de US?
-> In California was er vrijwel geen weerstand tegen dit rookverbod, omdat er in
California in de jaren ‘80 een groot maatschappelijk draagvlak om dit verbod goed te
onthalen. California is een zeer vooruitstrevende staat waar ook Hollywood en
moderne technologie ontwikkeld werd, …
-> er is dus veel maatschappelijke steun!
Juristen/het recht hanteert:
Doctrinaire methode: Het gaat om ‘law in the books’.
=> Trefwoorden gebruikt voor het herkennen van de doctrinaire methode:
De rechtmatigheid van, de bevoegdheid om, de strijd van, de aansprakelijkheid van,
de strafbaarheid van, de gebondenheid aan, de rechtsgevolgen van, de geldigheid, …
=> Vragen die je je moet stellen: “Hoe luidt het recht?” “Wat omvat het recht?” ‘Wat
is het toepasselijke recht?”“Hoe zou het recht moeten luiden?”.
=> Coherentie = een diepere kijk in het recht, het recht is een goed gestructureerde
‘chaos’. Recht is opgebouwd uit samenhang en coherentie,
(bv: rechtspraak die op elkaar moet afgestemd zijn, normen moeten voor België of
dergelijke dezelfde zijn, dezelfde interpretatie, …)
=> Heel wat methoden vallen hieronder:
• Feiten verzamelen Empirisch
• De regel moet worden ‘gevonden’ Heuristiek
• De regel kan open of vage normen bevatten Interpreteren
• Meerdere regels zijn mogelijk Afwegen
• De regel kent gebreken Verbeteren van de regel (normatief)
• Deze beslissingen moeten worden gelegitimeerd Argumentatie
, => Subsumptie: Dit is de standaard doctrine die juristen hanteren. (= Zoeken naar
regels en wetten die je op de feiten kan plaatsen) Maar het is wel meer dan dat zie
lijst hierboven.
=> Voorbeeld van de doctrinaire methode: “Genital mutilation/cutting in Senegal”
-> De vraag is = welke juridische regels kunnen we ‘boven’ deze feiten plaatsen om
dit te doen stoppen?
-> Zoeken naar bronnen en de interpretaties ervan. (GW, Mensenrechtenverdragen)
-> Dus de doctrinaire methode onderzoekt via wetgeving, rechtspraak en rechtsleer.
-> Niet enkel onderzoek naar deze normen en hun interpretaties is voldoende, men
moet ook de inwerking ervan in Senegal zelf bestuderen. (Empirisch onderzoek is dus
nodig)
Intern perspectief:
Intern perspectief
Deelnemersperspectief
Interne, autonome logica
Rechtszekerheid en rechtseenheid
Rechtsvragen
Gericht op rechtspraktijk
Structureel gericht op bewaken en versterken van de coherentie van het recht
Rolmodel van de rechter centraal
Vooronderstelling dat recht praktisch een verschil uitmaakt.
Monodisciplinair; doctrinair.
Vooral ‘casus-methode’ en belang argumentatie. Juridisch-normatief.
Hoe luidt het recht?
Hoe zou het moeten luiden?
“is = ought”
-> Deelnemersperspectief = jurist neemt deel als een ‘professional’, ze nemen deel aan het
juridisch spel en verdienen er hun brood mee.
-> Interne logica = het recht kan hier bestudeerd worden op zichzelf als abstract systeem.
Ideaalbeeld dat juristen hebben waarbij men de inhoud van het recht kent en denkt dat het
overal hetzelfde is.
-> Rechtsvragen = vanuit een doctrinair perspectief vanzelf een rechtsvraag opstellen. Het is
normatief, er is een wetsartikel in vermeld,..
-> Rechtspraktijk = bv: gerechtsdeurwaarders,…
-> Coherentie van het recht = ijkpunt van het recht. Interpretatie, ordening, begrijpen van
rechterlijke uitspraken. Alles moet namelijk passen in het enorme radarwerk dat het recht is.
, (=> Extern en intern perspectief coexisteren! Het ene is niet beter of slechter dan het ander!)
1.2 Het belang van de sociologie voor de beoefening van het recht
1. De pleinvrees van juristen
=> Het is opvallend hoe sterk juristen zwijgen in het publieke debat, dit is jammer want elke
gediplomeerde jurist zou een soort verantwoordelijkheid moeten opnemen. Juristen zouden
‘op de barricades moeten gaan staan’.
=> Veel juristen kijken naar het recht als middel/instrument. Ze kijken niet meer naar de
vrijheden en waarden. Het recht wordt zo gezien als een vaardigheid en een abstracte
‘toverdoos’ om zijn gelijk te halen in een rechtzaak.
=> Voorbeelden:
-> De corona pandemie, de juristen kwamen weinig aan bod. De virologen
daarentegen.
-> De Dutroux periode, ook hier kwamen juristen weinig aan bod in het publieke
debat.
Het recht wordt gedevalueerd tot een middel om geld te verdienen, meer dan dat
het recht een ideaal is dat normen en waarden aanbied om onze samenleving te
sturen zoals bv vrijheden.
Er ontstaan ergernissen en frustraties: bijvoorbeeld het feit dat zeer grote bedrijven
bijna geen belastingen betalen. Dit omdat landen zeer lage belastingen aanbieden in
ruil voor vestiging van het bedrijf in hun land. Een ander voorbeeld zijn de coockies
die je op bijna elke site op je scherm krijgt die een schending is op je privacy.
2. ‘Sire, il n’y a plus d’intellectuels’
Rechtintsrumentalisme. Bv: veel studenten geven toe dat ze zo snel mogelijk willen
afstuderen om aan de slag te kunnen en de inhoud van het recht zelf niet echt nog belang
heeft. Waarbij een groot deel van studenten aan rendementsdenken doen en niet zozeer
recht volgt omdat ze de samenleving willen verbeteren en dergelijke.
=> Afgestudeerde juristen en ook hoogleraren zullen nauwelijks zelf op de barricades gaan
staan. Zij zijn dus ook geen helden die strijden voor het recht. Hier is ook bijna geen tijd
meer voor omdat er aan zoveel criteria moet voldoen zijn en er komt bij onderzoek en zo
veel administratie kijken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller quieran22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.