100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Economie samenvatting Wereldeconomie H1t/mH3 lweo 2e druk $5.35
Add to cart

Summary

Economie samenvatting Wereldeconomie H1t/mH3 lweo 2e druk

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting Economie Wereldeconomie Hoofdstuk 1 t/m 3 van de methode lweo. Deze samenvatting is uitgebreid en duidelijk over dit hoofdstuk. De samenvatting is goedgekeurd door mijn docent. Voor deze toets had ik een 8,3.

Preview 2 out of 5  pages

  • May 23, 2022
  • 5
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Wereldeconomie
Hoofdstuk 1 Een wereld van verschillen

Armoedegrens = bedrag dat minimaal nodig is om menswaardig te kunnen leven.
Welvaartsindicator = maatstaf voor het meten van de welvaart.
Human Development Index (HDI) = welvaartsbegrip waarbij naast bbp ook rekening wordt
gehouden met opleidingsniveau van bevolking en met gezondheidszorg.
Deviezen = (vreemde valuta) buitenlandse munten en internationale betaalmiddelen.
OESO = internationaal orgaan voor overleg en samenwerking op sociaaleconomisch terrein.
IMF = instelling die landen helpt met tekort aan deviezen.
Wereldbank = instelling die leningen verstrekt tegen zachte voorwaarden aan ontwikkelingslanden.

Lorenzcurve geeft inkomensverdeling weer van een land. Lorenzcurven van landen verschillen
omdat inkomensverdeling niet hetzelfde is. Als primaire inkomensverdeling hetzelfde is, kan
secundaire inkomensverdeling anders zijn. Mogelijke oorzaken:
 Minimumloon
 Sociale verzekeringen
 Progressief belastingstelsel

Wisselkoers is gebrekkige omrekeningsfactor bij koopkrachtvergelijkingen tussen landen, omdat er
enorme verschillen in prijsniveau zijn tussen landen. Vaak wordt als welvaartsindicator bbp per
hoofd gebruikt, maar dit is beperkte maatstaf. Andere welvaartsmaatstaven zijn de koopkracht en
HDI. Deze maatstaf is gewogen gemiddelde van aantal indicatoren, zoals gezondheidszorg en
levensverwachting.

Hoofdstuk 2 Het internati onale economisch verkeer

Administratieve handelsbelemmeringen = toegang van buitenlandse producten tot binnenlandse
markt moeilijk maken door kwaliteitseisen aan die producten te stellen en door
administratieve rompslomp aan de grens.
Allocatie = manier waarop productiefactoren worden ingezet bij fabriceren van goederen.
Arbeidsverdeling (arbeidsdeling) = splitsen van productieproces in kleinere onderdelen waardoor
arbeidsproductiviteit kan worden vergroot.
Dienstenverkeer = handel in producten die niet tastbaar zijn.
Dumping = exporteren van producten tegen lagere prijs dan kostprijs.
Gesloten economie (autarkie) = economie zonder export en import.
Goederenverkeer = handel in producten.
Invoer (import) = kopen van goederen in het buitenland.
Invoerheffing = belasting op geïmporteerde goederen die wordt doorberekend in de prijs.
Invoerquote = waarde van invoer van goederen en diensten in procenten van bbp.
Invoerquotum (invoercontingent) = maximale hoeveelheid goederen die mag worden ingevoerd.
Invoervolume = hoeveelheid goederen (in aantal, kilo’s, liters, enz.) die worden ingevoerd.
Kapitaalverkeer = betalingen door investeringen en beleggingen.
Menselijk kapitaal (human capital) = geheel aan kennis, ervaring en vaardigheden van
beroepsbevolking.
Offshoring = (deel van) productieproces wordt verplaatst naar ander land.
Open economie = er is in verhouding tot bbp veel buitenlandse handel.

, Outsourcing = productietaken worden uitbesteed aan een bedrijf in een ander land.
Protectie = maatregelen ter bevordering van export en belemmering van import.
Saldo handelsbalans = verschil tussen waarde van goederenuitvoer en waarde van goedereninvoer.
Schaalvoordelen = kostenvoordelen die ontstaan door productie op grote schaal.
Uitvoer (export) = verkopen van goederen en diensten aan het buitenland.
Uitvoerquote = (=exportquote) waarde van uitvoer van goederen en diensten in procenten van
bbp.
Uitvoersubsidie = (=exportsubsidie) subsidie aan binnenlandse producenten zodat ze kunnen
concurreren met buitenlandse producenten.
Uitvoervolume = hoeveelheid goederen (in aantal, kilo’s, liters, enz.) die worden uitgevoerd.
Verloren surplus (deadweight loss) = afname van totale surplus als gevolg van inefficiënties.
Vrijhandel = internationale handel zonder belemmeringen.
Wederuitvoer = goederen die geïmporteerd worden in Nederland en vervolgens weer worden
geëxporteerd naar derde land.
WTO (World Trade Organisation) = organisatie die zich inzet voor vrijhandel.

Bij import stroomt er geld naar buitenland en bij export is er geldstroom van buitenland naar
Nederland.
Dienstenverkeer wordt ook wel onzichtbare handel genoemd.
Nederland is relatief klein land en daarom is buitenlandse handel voor Nederland van groot belang.
Belang van handel met buitenland wordt gemeten aan verhouding tot bbp.

Importquote = waarde invoer van goederen en diensten * 100% Importquote en exportquote
Bbp geven aan hoe open een
economie is.
Exportquote = waarde uitvoer van goederen en diensten * 100%
Bbp

Directe buitenlandse investeringen bestaan uit:
 Transacties in aandelen met als doel zeggenschap in buitenlandse onderneming te
verwerven
 Investeringen in buitenlands onroerend goed
 Onderlinge leningen binnen een concern

Motieven voor produceren in verschillende landen en ook in buitenland investeren:
 Onderzoek naar aanwezigheid en exploitatie van bodemschatten
 Producten verkopen in buitenland
 Hoge invoerheffingen omzeilen
 Aanwezigheid van arbeid en kapitaal

Redenen om te kiezen voor outsourcing zijn:
1. Lage lonen
2. Capaciteitsgebrek bij bedrijf zelf
3. Schaarste op arbeidsmarkt van bepaald type werknemers
4. Besparing op kapitaalkosten

Protectie (om binnenlandse producenten te beschermen tegen buitenlandse concurrentie)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnjeulink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35
  • (0)
Add to cart
Added