Hoofdstuk 1:
Mens is een sociaal wezen, kuddedier.
Sociaal werker heeft te maken met problemen van mensen;
- Probleem van mensen ontstaan in sociaal verband/ interactie met andere mensen,
voorbeeld: eenzaamheid, criminaliteit, echtscheiding, etc.
- Wisselwerking tussen individu en sociale context. Dus is iemand crimineel door zijn
hersenen of door de mensen om hem heen zoals zijn vrienden.
Sociologie:
Waarom trouwen mensen met elkaar?;
a) Liefde brengt mensen bij elkaar (natuur)
b) Vrije wil (persoonlijke keuzes)
c) Samenleving heeft (geschreven en ongeschreven) regeltjes geschapen
Wat is sociologie:
Definitie: het systematisch onderzoek van de menselijke samenleving.
De kern van deze discipline bestaat uit een geheel eigen gezichtspunt dat we de
sociologische visie of het sociologisch perspectief noemen
- Voorbeeld: sociologisch onderzoek naar zelfdoding ( Emile Durkheim deed
onderzoek)
- Werkelijkheid: bepaalde categorieën die aan zelfdoding doen (rijken, protestanten,
mannen en ongehuwden) deze mensen plegen vaker zelfmoord of in een term;
Sociale integratie
mensen met sterke sociale banden zullen minder gauw tot zelfdoding overgaan dan
meer individualistische mensen.
- Conclusie: mate sociale integratie bepaalt zelfdoding.
Weinig licht en alleen zijn kunnen met zelfdoding te maken hebben. Zelfdoding is een
individuele keuze maar de omgeving kan weldegelijk een rol spelen.
Systematisch: wetenschappelijk
Twee aspecten van sociologie:
- Wetenschap (comte’s positivisme)
- Maatschappij kritisch (er gebeurt meer dan er op tafel word gelegd)
,Betekenis Sociologie:
Sociologie: sociale werkelijkheid als resultaat van menselijk (sociaal) handelen
- De Sociale werkelijkheid verandert voortdurend
- Sociologie in het kader van overheidsbeleid (emancipatie bijvoorbeeld)
Sociologisch perspectief:
Samenleving waar men een deel van uitmaakt beïnvloedt zijn denken, voelen en handelen.
- Als samenleving verandert, vraagt dat om een aanpassing van een individu
- Zichzelf veranderen levert een bijdrage aan maatschappelijke ontwikkeling
Marginaliteit: de mensen die niet mee kunnen doen. het leven in de marge. Voelen zich vaak
een buitenstaander.
Een voorbeeld van diversiteit:
- Iedereen is wel eens buitenstaander, maar sommige categorieën mensen voelen zich
meer buitengesloten (islamitische vrouw met donkere huidskleur in een persoon)
- Etnische afkomst kan soms een reden zijn om zich een buitenstaander te voelen of
als buitenstaander bejegend te worden
Sociologisch perspectief is in veel opzichten zinvol:
1. Sociologie speelt een belangrijke rol in het tot stand komen van de wetten en
overheidsmaatregelen die ons leven beïnvloeden.
2. Op individueel niveau bevordert het sociologisch perspectief onze persoonlijke groei
en bewustwording.
3. Een studie sociologie is een uitstekende voorbereiding op de arbeidsmarkt.
De sociologie heeft 4 positieve effecten:
1. Aan de hand van het sociologisch perspectief kunnen we nagaan wat er wel en niet
klopt aan het alledaags denken (wat wordt er gezegd en klopt dit wel?)
2. Het sociologisch perspectief geeft ons een beter inzicht in de mogelijkheden en de
hindernissen die we in het dagelijks leven tegenkomen.
3. Het sociologisch perspectief geeft ons de mogelijkheid een actieve rol te spelen in de
samenleving waarvan we deel uitmaken.
4. De sociologie helpt ons om in een wereld te leven die zich kenmerkt door diversiteit.
Mondiaal of globaal perspectief: het bestuderen van de wereld in zijn geheel en de plaats
die onze samenleving daarin inneemt.
,De wereld kent ongeveer 200 landen, die we aan de hand van het niveau van hun
economische ontwikkeling in drie brede categorieën kunnen onderverdelen.
1. Hoge-inkomenslanden; zijn landen met de hoogste algemene levensstandaard.
(bijvoorbeeld Nederland).
2. Midden-inkomenslanden; landen met een levensstandaard, die we als we de wereld in
zijn geheel bekijken, gemiddeld kunnen noemen. (bijvoorbeeld de Latijns-Amerikaanse
landen). De mensen zijn hier of heel rijk maar de meeste heel arm.
3. Lage-inkomenslanden; landen met een lage levensstandaard, waarvan de , meeste
inwoners arm zijn. (bijvoorbeeld; Afrika)
In elk hoofdstuk van het boek vergelijken we de situatie in de rijke westerse landen me die
in andere landen. Dit doen we om vier redenen:
1. Het leven dat we leiden wordt gevormd door het land waarin we leven.
2. De contacten tussen samenlevingen zijn zeer sterk toegenomen.
3. Veel sociale problemen waarmee de westerse wereld geconfronteerd wordt, zijn
elders veel ernstiger.
4. Globaal denken helpt ons om meer inzicht in onszelf te krijgen.
Sociologische verbeeldingskracht:
Definitie: “Het vermogen om brede maatschappelijke ontwikkelingen in verband te brengen
met de individuele ervarings- en belevingswereld “(W. Mills).
Ben je instaat om een probleem vanuit meerdere perspectieven te bekijken.
Externaliseren: probleem ontstaat door te doen van buitenaf (sociale omgeving).
Depolitiseren: eigen schuld dikke bult. Het is je eigen schuld dat je in de problemen zit.
Private troubles (privé problemen) en public issues (publieke problemen);
Bijvoorbeeld: Als iemand werkloos is, is dat zijn eigen individueel probleem, maar wellicht
ook een maatschappelijk probleem, bijvoorbeeld een hoge percentage vrouwen in
Nederland zonder of met een gering aantal uren werk.
Sociale veranderingen en sociologie:
We kunnen drie belangrijke veranderingen noemen die een transformatie van de
samenleving teweegbrachten;
1. De industrialisering; van een klein stukje land verbouwen naar werken in een
gebouw met grote machines met onbekende mensen, er kwam een scheiding tussen
werk en prive.
2. De groei van steden; de mensen moesten van het platte land naar de steden voor
werk en liepen tegen nieuwe sociale problemen op zoals vervuiling, uitbuiting op het
werk, misdaad en gebrek aan woonruimte.
, 3. Politiek veranderingen; mensen gingen anders denken, de menselijke rede (het
verstand) werd de nieuwe maatstaaf. De mensen zagen dat de wereld minder
ontstaan was door god of het lot.
Wetenschap en sociologie:
Positivisme: inzicht verwerven op basis van wetenschappelijk onderzoek.
Wetenschappelijke waarneming is voor positivisten de enige bron van geldige kennis over de
werkelijkheid.
Moderniteit: sociale patronen die het resultaat zijn van industrialisering.
Modernisering: het sociale veranderingsproces dat in gang is gezet door de industrialisering.
De Amerikaanse socioloog peter berger onderscheidde 4 belangrijke kenmerken van
modernisering:
1. Het verdwijnen van kleine, traditionele gemeenschappen
2. De uitbereiding van persoonlijke keuzemogelijkheden
3. Grote sociale diversiteit
4. Oriëntatie op de toekomst en een groeiend tijdbewustzijn
De Duitse socioloog Ferdinand Tönnies heeft het over Gemeinschaft en Gezsellschaft.
Gemeinschaft: Groepsbelang, Positie in de groep (hoe belangrijk is iemand voor de groep),
Traditie in ere houden en groep bij elkaar houden, Saamhorigheid en Schaamte (eer). Kijk
naar een dorp dat families uit vele generaties heeft en alles samen deden zonder auto’s en
tv’s zoals urk of volendam.
Gesellschaft: Individuele vrijheid, Gelijkheid, Persoonlijke mening, persoonlijke ontplooiing en
verantwoordelijkheid, Eigen belang, Schuld. Denk aan een grote stad waar de mensen vreemden
voor elkaar zijn en elkaar op straat negeren. Mensen hechten meer waarde aan zichzelf.
De Franse socioloog Emile Durkheim deelde Tönnies belangstelling voor de belangrijke
sociale veranderingen die de industriële revolutie met zich meebracht. Voor Durkheim
werd de modernisering gekenmerkt door een toenemende arbeidsverdeling.
Arbeidsverdeling; een gespecialiseerde economische activiteit.
Mechanische solidariteit of gedeelde morele waarde; de leden van deze samenleving zien
elkaar als gelijken, verrichten dezelfde werkzaamheden en horen bij elkaar. Dit begrip komt
overeen met Gemeinschaft van Tönnies.
Organische solidariteit; de wederzijdse afhankelijkheid van mensen die gespecialiseerde
arbeid verrichten. De moderne samenlevingen worden niet bijeengehouden
doorovereenkomsten maar door verschillen. We zijn, als we aan onze eigen behoeften
tegemoet willen komen, van anderen afhankelijk. Dit begrip komt overeen met Gesellschaft
van Tönnies.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller svos2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.