100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting SMW - 2e jaar, 2e semester $4.53
Add to cart

Summary

Samenvatting SMW - 2e jaar, 2e semester

 3 purchases
  • Course
  • Institution

Blended hulpverlening en chathulpverlening / De structurele systeembenadering / De contextuele systeembenadering / Motiverende gespreksvoering / Interculturele communicatie en TOPOI

Last document update: 2 year ago

Preview 4 out of 51  pages

  • May 23, 2022
  • June 12, 2022
  • 51
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Het DNA van sociaal werk in vijf krachtlijnen
1. Politiserend werken: (toegang tot) rechten waarborgen, dialoog rond my ontwikkelingen, evoluties en
problemen trekken en organiseren, my problemen aankaarten die sociale rechtvaardiging
belemmeren, samen met doelgroep zoeken naar oplossingen (werken aan beleid)
2. Nabijheid en laagdrempeligheid: aanwezig zijn in de leefwereld, fysieke en mentale betekenis
3. Proceslogica: uitkomst ligt nooit vooraf vast, nood aan alternatieve verantwoordingsmechanismen,
inspelen op concrete situaties en ervaringskennis doelgroep, participatie en inspraak = centraal
4. Verbindend werken: verbinden = sterker maken, individueel, collectief en my
5. Generalistisch werken: helikoptervisie, breed kijken, integraal perspectief, netwerkvorming,
brugfiguur, kruispuntwerker, client gidsen in landschap van sociale voorzieningen




Social Casework: het EDDA-proces
Inleiding

Professionele relatie
o Heeft een doel, duurt niet eeuwig en is niet vrijblijvend
o Tussen hulpverlener en cliënt (en eventueel omgeving)
o Gezag: deskundigheid hulpverlener en appél op de verantwoordelijkheid sociaal werker
o Zelfbeheersing (overdracht en tegenoverdracht): hulpverlener werkt begrenzend
o Basisattitudes (Rogers): echtheid, onvoorwaardelijke aanvaarding en empathie


De Wet van Maier
o Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie
o De effectiviteit van hulpverlening wordt bepaald door de kwaliteit die de hulpverlener levert en
de acceptatie van de cliënt
o Relationele competenties: kennis, vaardigheden en attitudes


Presentiebenadering van Baart
o Presentie = aanwezig zijn, erbij zijn, aansluiten, menselijke nabijheid, oprechte aandacht voor de
ander
o “Pas als je met iemand bent, kun je er voor iemand zijn.”




1

,1. Exploreren
Definitie:
= verkennen van de situatie, (zich laten) informeren, bevragen en verzamelen van gegevens
o Gedurende het hele procesverloop, niet éénmalig, bij elke nieuw probleemaspect exploreren
o Wederzijds communicatieproces, proces tussen ≠ actoren


Fasen in het exploratieproces:
Proloog: alles wat voorafgaat, kleurt start en het verdere hulpverleningsproces, voorgeschiedenis
Onthaal: 1e persoonlijk contact wanneer de hulpvrager zich persoonlijk aanbiedt bij een organisatie
Doel: de hulpvrager bij de ‘juiste’ hulpverlener brengen (wat en wie zoekt de hulpvrager hier?)
Aanmelding: 1e contact tussen hv en org & eerste kennismaking met hulpvraag of problematiek
Doel: informatie vragen en geven om uit te maken of de hulpvrager op de juiste plaats zit
Intakegesprek: proces van aanmelding tot start hulpverlening (info-uitwisseling, interactief, wederkerig)
Doel: bepalen of hulpvrager cliënt kan/mag/wil worden van de org & afsluiten van het hvcontract


Explorerende gespreksthema’s in het exploratieproces:
1. Wat is de hulpvraag?
1 of meerdere, integrale benadering (≠ levensgebieden), invoegen in taal, thema en tempo
2. Wat betekent het probleem voor de persoon?
3 G’s: gedrag, gedachten, gevoelens, beleving/druk/effect op dagelijks leven, draagkracht bevragen
3. Ontstaan en ontwikkeling van de klacht
Recent of lange tijd aanslepend, life-eventlijn, anamnese: terugblikken op ontstaansgeschiedenis
4. Probleemoplossend vermogen van de persoon en omgeving
Workability bevragen, ecogram, copingvragen en complimenteren, wat reeds ondernomen?
5. Verwachtingen ten aanzien van de hulpverlening
Wensen van de client
6. Het hulpaanbod van de organisatie




2

,2. Dialogisch diagnosticeren
Definitie:
o procesmomenten waarbij de hulpverlener en de client (en de omgeving) samen
o op zoek gaan naar helpende, herkenbare, werkbare (her)definiëring van de klacht
o en op zoek gaan naar betekenisvolle, perspectief biedende analyse voor het probleem


SMART als criteria voor doelformulering:
o Specifiek: simpel en duidelijk
o Meetbaar: afchecken wat gebeurd is
o Activerend wie doet wat?
o Realistisch: haalbaar, kleine stappen, (chrono)logisch
o Tijdsgebonden: datum, periode


Hoofddoelen van dialogisch diagnosticeren:
Inzicht: inzicht krijgen in (evoluerende) leefsituatie / hulpvraag van de cliënt en omgeving
Structurerende, onderzoekende & problematiserende (lijdensdruk en draaglast) vragen
Uitzicht: uitzicht ontwikkelen om op een meer bevredigende wijze te kunnen verder leven (wensen?)
Saneren, stabiliseren & emanciperen
Vooruitzicht: concreet maken van het uitzicht in een handelingsplan / actieplan
Handelingsplan = bevat gemaakte afspraken, expliciete werkpunten en planning m.b.t. verdere
samenwerking (verbindt diagnostische met uitvoeringsfase)

Procesdoel: gericht op het verwerven van inzicht in de hulpvraag, om samen te komen tot wensen en
doelen (uitzicht) en deze realiseren (vooruitzicht)
Productdoel: gericht op de relatie, oog hebben voor communicatie en vertrekken vanuit de houding van
niet-weten



3. Actie
Definitie:
o een proces waarbij je één of meerdere strategieën* kiest (= planning van uiteenlopende acties )
o iedere vorm van veranderingsgerichte activiteit / handeling / beïnvloeding vd social caseworker
o met als uiteindelijk doel de cliënt op weg te helpen bij het realiseren van de vooropgestelde
verandering




3

, Algemene Systeemtheorie (AST)
Wisselwerkingsgericht paradigma
o = wederzijdse beïnvloeding = circulaire causaliteit
o Waarneming van wat zich tussen mensen afspeelt (interacties, beïnvloeding)
o Welk aandeel heb jezelf en welk aandeel hebben anderen?

Eclectische integratieve benadering:
o Eclectisch: elementen uit diverse theorieën / paradigma’s integreren
o Integratief: aanpak is een integratie van ≠ denkmodellen, werkwijzen, technieken en strategieën


Definitie AST
o Biedt geen verklaring voor menselijk gedrag, maar is een visie om naar de mens te kijken
o Het oplossen van problemen is niet de essentie, wel tolken en duidelijken (gedrag begrijpen)
o Verschaft inzicht in handelen, spreekt geen waardeoordeel uit


Systeemtheoretisch denken of ‘samenhangdenken’
o Het gedrag van een individu verklaren ifv het geheel -> in relatie met vele anderen, kijken naar
de interactie in het hele systeem -> verbreding maken naar het geheel (context)
o NIET de persoon staat centraal, WEL de relaties tussen de persoon en zijn omgeving
o Kenmerken van een persoon moeten NIET opgevat worden als unieke eigenschappen die bij die
persoon horen, WEL als kenmerken van het systeem (of context) waar die persoon op dat moment
deel van uitmaakt


Systeem
= groep mensen die een gezamenlijk doel hebben en nastreven & emotioneel met elkaar betrokken zijn
Principe van circulariteit: iedereen oefent invloed uit op anderen en wordt door anderen beïnvloedt

Eigenschappen van systemen:
Totaliteit: een systeem is is meer dan de som van de delen
Verandering in 1 deel vh systeem -> verandering in alle delen vh systeem en in het totale systeem zelf
Feedback: systeem ervaart invloed vanuit omgeving -> reageert op deze invloed / verandering & tracht
het evenwicht binnen het systeem te bewaren (+: verandering toelaten, -: verandering afremmen)
Homeostase: bestendigheid of standvastigheid van een systeem als een meegroeiend evenwicht van het
systeem -> een systeem verandert mee met zijn tijd, zonder daarom het evenwicht te verliezen
Equifinaliteit: betekenissen liggen niet vast (zelfde eindtoetstand kan voortkomen uit ≠ begintoestanden)


De context
= de omgeving van een systeem, beïnvloedt een systeem
= datgene wat betekenis geeft (gedrag krijgt pas betekenis in een bepaalde context)




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annejongen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.53. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

68175 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.53  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added