100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychopathologie, leerjaar 2 periode 4, Social Works Fontys $6.47   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychopathologie, leerjaar 2 periode 4, Social Works Fontys

 119 views  24 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van zowel het boek, de artikelen als de hoorcollege's die ik moest lezen/kijken voor het vak psychopathologie. Dit krijg je in leerjaar 2, periode 4 van de opleiding social work aan de Fontys

Preview 4 out of 35  pages

  • No
  • H2, h8, h11, h12, h13, h14
  • May 23, 2022
  • 35
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Psychopathologie en medische
basiskennis
Externaliserende problematiek
Internaliserend VS externaliserend
- Externaliserende problematiek (o.a. ADHD en verslavingsproblematiek).
o Onvoldoende controle over emoties en impulsen  uit-ageren van spanningen
o De omgeving heeft meer last van de problematiek dan bij internaliserende
problematiek.
o Het beperkt het functioneren zo erg dat iemand een hulpvraag heeft, waarbij de
omgeving vaak een grote invloed heeft op de hulpvraag omdat die er meer last van
hebben.
o Mannen worden vaker geclassificeerd met externaliserende problematiek dan
vrouwen.

H2: visies op afwijkend gedrag en
behandelmethoden
Klassieke conditionering
Klassieke conditionering = vorm van leren waarin je ervoor zorgt dat een respons op de ene stimulus
ook optreedt na een andere stimulus, door beide stimuli samen aan te bieden of aan elkaar te
koppelen.
 Geconditioneerde respons = in de klassieke conditionering een geleerde respons op een
voorheen neutrale stimulus.
 Ongeconditioneerde stimulus = in de klassieke conditionering een stimulus die een niet
aangeleerde respons oproept.
 Ongeconditioneerde respons = in de klassieke conditionering een niet-aangeleerde,
natuurlijke respons.
 Geconditioneerde stimulus = in de klassieke conditionering een voorheen neutrale stimulus
die een geconditioneerde respons oproept nadat hij herhaaldelijk is gekoppeld aan de
geconditioneerde stimulus die eerder die respons heeft opgeroepen.


Operante conditionering
Operante conditionering = vorm van leren waarbij gedrag wordt eigen gemaakt en versterkt als het
wordt bekrachtigd.
Bekrachtiging = in de operante conditionering een stimulus of gebeurtenis die de frequentie van de
daaropvolgende respons verhoogt.
 Positieve bekrachtigers = in de operante conditionering toegediende, aangename stimuli die
de frequentie van het voorafgaande gedrag verhogen.
 Negatieve bekrachtigers = in de operante conditionering weggenomen, onaangename
stimuli die de frequentie van het voorafgaande gedrag verhogen.
Positieve straf = in de operante conditionering toegediend onaangename of pijnlijke stimuli die de
frequentie van het daaropvolgende gedrag verlagen
Negatieve straf = in de operante conditionering weggenomen aangename stimulus die de frequentie
van het daaropvolgende gedrag verlagen.

,H13: stoornissen die ontstaan in de
kindertijd en adolescentie
Veel van de psychische stoornissen die kinderen en adolescenten hebben, worden in de DSM-5 tot
de categorie neurobiologische ontwikkelingsstoornissen gerekend. Bij deze stoornissen is sprake
van een gebrekkig ontwikkelen of functioneren van de hersenen die van invloed zijn op de
cognitieve, sociale en/of emotionele ontwikkeling. Omvat de volgende typen stoornissen:
 Autismespectrumstoornis
 Verstandelijke beperking
 Specifieke leerstoornis
 Communicatiestoornis
 Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis
Sommige van deze stoornissen en problemen verhinderen dat kinderen hun ontwikkelingspotentieel
vervullen. Sommige andere problemen bij kinderen en adolescenten weerspiegelen de problemen
van volwassenen. In sommige gevallen doen de problemen zich specifiek tijdens de jeugd in andere
gevallen manifesteert het probleem zich tijdens de jeugd op een andere wijze dan tijdens de
volwassenheid.

Risicofactoren voor jeugdstoornissen:
 Genetische vatbaarheid
 Gezinsfactoren
 Geslacht


Autismespectrumstoornis
Autismespectrumstoornis (ASS) is een van de ernstigste gedragsstoornissen onder de jeugd. Het is
een chronische, levenslange aandoening die zich per individu anders kan manifesteren. In de DSM-5
wordt ASS geclassificeerd door de volgende gedragskenmerken:
 Chronische deficiënties in de communicatie en de sociale interacties
 Beperkte of zeer gefixeerde interesses
 Repetitief gedrag
Gebrek aan non-verbale communicatie wordt vaak genoemd als een eerste symptoom. Kinderen met
autisme worden beschreven als makkelijke baby’s. Dit betekent in het algemeen dat ze niet
veeleisend waren. Naarmate ze ouder worden beginnen ze echter fysieke affectie af te weren. Hun
spraakontwikkeling begint achterop te raken. Tekenen van sociale onverschilligheid doen zich vaak in
het eerste levensjaar voor. De diagnose kan met zekerheid gesteld worden rond het tweede of derde
levensjaar, maar gemiddeld gebeurt dat pas rond het zesde levensjaar. Deze late diagnoses zijn
nadelig, omdat kinderen bij wie de diagnose vroeg gesteld is het in het algemeen beter doen.

Kenmerken van autisme
 Taal- en communicatieproblemen
 Maken van herhaalde, doelloze, stereotiepe bewegingen
 Zichzelf verwonden
 Aversie tegen veranderingen in de omgeving
 Gehecht aan rituelen
 Moeite met symboliseren
 Moeilijkheden met taken waarvoor interactie nodig is
 Moeite om informatie uit verschillende zintuigen te integreren
 Overgevoelig voor prikkels

,De klachten van ASS volgens DSM-5
Type klachten:
1. Gebrekig sociaal inlevingsvermogen/ empathie (theory of mind)
2. Denken in details in plaats van in gehelen (centrale coherentie)
3. Problemen met plannen, flexibiliteit, inhibitie, organiseren (uitvoerende cognitieve functies)

Theory of Mind; inlevingsvermogen
 Empathische vermogens.
 Kunnen denken voor een ander.
Cliënten met ASS  beperkte Theory of Mind
 Moeilijk afstemmen op de ander/ aanpassen.
 Doen geen water bij de wijn.
 Nemen taal letterlijk.
 Geen oog voor intenties, motieven van de ander.

Centrale coherentie; details i.p.v. Gehelen
Centrale coherentie:
1. Eerst geheel ontdekken.
2. Dan pas details onderzoeken.
Cliënten met ASS hebben beperkte centrale coherentie  verdrinken in details
 Moeite met rode draad ontdekken en aanbrengen

Uitvoerende cognitieve functies
 Cliënten met ASS hebben beperkingen in:
 Plannen
 Flexibiliteit
 Inhibitie (remmen) van gedrag
 Organiseren
 Verbale vloeiendheid

Behandeling van autisme
Autismespectrumstoornissen zijn niet te genezen. Daarom verstaan ze ‘behandeling’ niet als een
aanpak gericht op genezing, maar behandeling van de gevolgen van autisme of symptoombestrijding.
Er zijn verschillende types van interventie die positieve effecten hebben:
 Intensieve gedragstherapie
 Educatieve programma’s
 Sociaal-communicatieve programma’s
 Compensatie gedrag
 Aangepast gedrag leren
Binnen deze drie types is een grote variëteit aan interventieprogramma’s. Leertheorie wordt hierbij
veelal toegepast. Therapeuten en ouders passen uiterst zorgvuldig en consequent methoden van
operante conditionering toe. Peuters met autisme vinden vaak ook baat bij vroege training die zich
richt op imitatievaardigheden, waarmee de basis voor sociale interacties wordt gelegd. Meestal zal
een kind met autisme aangewezen zijn op een combinatie van ondersteuning van het gezin,
aangepast onderwijs en eventueel bijkomende individuele behandeling.

, Verstandelijke beperking
Voor de diagnose is een IQ lager dan 75 een belangrijke voorwaarde in combinatie met deficiënties in
het adaptieve functioneren. De ernst van de verstandelijke beperking (licht tot zeer ernstig) wordt
bepaald door het adaptieve functioneren en niet door IQ-scores, omdat adaptief functioneren
bepaalt hoeveel ondersteuning nodig is. Het gaat daarbij om competenties in drie domeinen:
 Het conceptuele (onderwijs)domein (rekenen, schrijven, probleemoplossende vermogens)
 Het sociale domein (empathisch vermogen, interpersoonlijke vaardigheden)
 Het praktische domein (zelfredzaamheid)

LVB’ers hebben een grotere kans op psychopathologie. Een van de belangrijkste verklaringen zit in
dat mensen met LVB meer stress ervaren. Zij ervaren sneller stress in situaties en minder coping
mechanisme hebben. Hoe meer stress je ervaart hoe meer triggering voor een stoornis.
 Mensen met LVB beleven meer hulpeloosheid.
 Hulpeloosheid komt voort uit beperkte probleemoplossende competenties.




Downsyndroom
Een van de meest voorkomende geïdentificeerd oorzaken van verstandelijke beperking. Hierbij is een
extra chromosoom aanwezig. De kans hierop wordt groter als ouders, ouder worden. Mensen met
downsyndroom zijn te herkennen aan duidelijke lichamelijke kenmerken. Bijna al deze mensen
hebben een verstandelijke achterstand en vele hebben lichamelijke afwijkingen.

Andere chromosomale afwijkingen
- Fragiele-X-syndroom (erfelijke vorm van verstandelijke beperking die wordt veroorzaakt door een
gemuteerd gen op het X-chromosoom)
- Klinefeltersyndroom (komt alleen voor bij mannen en wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van
een extra X-chromosoom)
- Turnersyndroom (komt alleen voor bij vrouwen en wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van
een enkel X-chromosoom in plaats van de normale twee)
- Fenylketonurie (genetische stoornis waardoor fenylalaninen niet kan worden afgebroken. Tenzij het
kind op een strikt dieet wordt gezet, leidt deze stoornis tot verstandelijke beperking)


Oorzaken: pre- en perinatale factoren
 Infecties
 Drugsgebruik
 Geneesmiddelen
 Alcohol
 Geboortecomplicaties
 Vroeggeboorte

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sannedv. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.47  24x  sold
  • (0)
  Add to cart