In dit document staan alle leerdoelen beschreven van MEMO geschiedenis VWO bovenbouw van tijdvak 1 t/m 6. Helpt super goed bij het leren en ook handig voor examens! Leerdoelen staan per paragraaf beschreven en er staan ook de juiste kenmerkende aspecten bij.
Paragraaf 1.1: De agrarische revolutie
Kenmerkende aspecten:
De levenswijze van jagers-verzamelaars
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Leerdoelen:
Een aantal kenmerken noemen van de levenswijze van jagers en verzamelaars.
Jagers en verzamelaars hadden geen vaste verblijfplaats, ze waren namelijk
nomaden. Ze trokken rond in groepen van 20 tot 30 mensen en wanneer hun
leefomgeving niet meer genoeg voedsel bood, gingen ze weer verder. Ze woonden
in tenten, hutten en grotten. De sociale verschillen waren niet zo groot en er waren
zo goed als geen leiders. Er was wel een verdeling tussen mannen en vrouwen:
mannen gingen voornamelijk jagen en vrouwen verzamelen.
Een aantal mogelijke verklaringen noemen voor de overgang naar de landbouw.
De eerste theorie is dat een klimaatverandering de aanzet gaf tot de overgang naar
landbouw. Zomers werden warmer en droger, winters werden kouder en zachter.
Mensen waren nu gewend om in een vaste nederzetting te wonen en wilden niet
wegtrekken, maar omdat het te koud of droog was werden ze gedwongen om zelf te
gaan produceren. De tweede theorie is dat de bevolking zo snel groeide, dat de
natuur het niet meer kon bijhouden. Men werd daarom gedwongen om zelf
gewassen te gaan verbouwen.
Uitleggen welke sociale, demografische, economische en technologische gevolgen
de agrarische revolutie had.
Sociale gevolgen: Er ontstond voor het eerst een hiërarchie.
Demografische gevolgen: Er ontstond een snelle bevolkingsgroei, in tegenstelling tot
jagers-verzamelaars, kon men nu op dezelfde oppervlakte 60 tot 100 keer zoveel
mensen in leven houden en het geboortecijfer steeg doordat vrouwen sneller achter
elkaar kinderen kregen.
Economische gevolgen: Er ontstond handel tussen boeren.
Technologische gevolgen: De agrarische revolutie stimuleerde de uitvinding van
allerlei nieuwe technieken, zoals weven, pottenbakken en de productie van gepolijst
steen.
Met voorbeelden uitleggen dat de overgang naar landbouw niet altijd een
vooruitgang betekende.
1. Boeren waren vaak minder gezond dan jagers-verzamelaars: zij leden vaker
aan ondervoeding, infectieziekten en misvorming van de ruggengraat.
2. De eerste boeren waren vaak ruim 10 cm kleiner dan jagers-verzamelaars.
3. Toen indianen van jagen en verzamelen overstapten op landbouw, daalde de
levensverwachting bij de geboorte van 26 naar 19.
4. In het begin verbouwden boeren maar een beperkt aantal gewassen,
waardoor hun voedsel veel eenzijdiger was dan dat van jagers-verzamelaars.
5. Mislukte een oogst, dreigde direct het gevaar van een hongersnood.
6. De agrarische revolutie leidde ook tot sociale ongelijkheid. Boeren kregen hun
eigen akkers en omdat sommigen succesvoller waren dan anderen, kwamen
er verschillen.
,Paragraaf 1.2: Het ontstaan van steden
Kenmerkende aspecten:
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Leerdoelen:
Benoemen op welke plekken al vroeg stedelijke gemeenschappen ontstonden en
verklaren waarom dat juist daar gebeurde.
In Soemerië (zuidelijke gedeelte van Mesopotamië) ontstonden als eerst stedelijke
gemeenschappen. Daarna volgen China, India, Mexico en Peru. Maar waarom hier?
Jaarlijkse overstromingen rivieren Vruchtbare grond Boeren bouwden
irrigatiesystemen Oogsten zijn zo overvloedig dat niet iedereen meer mee hoeft te
helpen op het land Nieuwe beroepen Ontstaan van steden (en specialisatie).
Beschrijven waardoor stedelijke gemeenschappen op sociaal, economisch en
politiek gebied complexer waren dan de eerste landbouwsamenlevingen
Sociaal: Er kwamen verschillende sociale lagen (hiërarchie), die van elkaar
verschilden in rijkdom en macht. Bij de eerste landbouwsamenlevingen was er nog
geen sprake van sociale lagen, maar er waren wel wat verschillen in rijkdom en
macht (bijv. ene oogst succesvoller dan de andere).
Economisch: Door rijke oogsten kon men zich in andere activiteiten gaan
specialiseren nieuwe beroepen. Bij de eerste landbouwsamenlevingen waren er
veel minder beroepen.
Politiek: Er kwamen stadsbestuurders om de orde te handhaven, de stad te
beschermen en de irrigatiesystemen te laten onderhouden. Later kwamen er ook
koningen. Bij de eerste landbouwsamenlevingen waren er (soms) leiders, maar die
hadden niet persé meer macht dan anderen.
Beschrijven waar en hoe het schrift ontstond.
De ontwikkeling vond in stapsgewijze plaats:
1. Agrarische gemeenschappen gebruikten vanaf 8000 v.Chr. kleine voorwerpjes
van klei om goederen te registreren.
2. Het Soemerische schrift bestond uit beeldschrift.
3. Dit werd aangevuld met gebruik van pictogrammen die klanken uitdrukten.
4. De tekeningetjes werden vervangen door abstracte tekens. Omdat ze op
spijker leken, wordt het Soemerische schrift ook wel het spijkerschrift
genoemd.
5. De Egyptenaren gingen vanaf 3100 v.Cr. hiërogliefen gebruiken en rond 2800
v.Chr. het snellere hiëratische schrift.
6. Rond 260 v.Chr. werd het spijkerschrift niet alleen meer gebruikt voor de
administratie, maar ook voor allerlei andere zaken en verschenen de eerste
literaire, wetenschappelijke, biografische en historische teksten.
Met voorbeelden uitleggen dat het schrift al snel verschillende functies kreeg.
Als eerst werd het schrift gebruikt om dingen te onthouden. Daarna voor het noteren
van administratie, handelscontracten, wetteksten, brieven, instructies, belasting,
loon, lofzangen en heldendichten.
, Paragraaf 1.2: Machtige rijken in het Midden-Oosten
Leerdoelen:
Belangrijkste kenmerken noemen van de vroegste staten, zoals die in Egypte en
Mesopotamië.
Heeft een centraal bestuur.
Kent een afgebakend gebied.
Heeft een rechtssysteem.
Heeft een bestuur dat over het geweldsmonopolie beschikt.
Beschrijven welke functie de Egyptische farao’s hadden op bestuurlijk, economisch,
sociaal en religieus gebied.
Bestuur: De farao stond aan het hoofd van de Egyptische staat. Hij moest naast de
interne veiligheid ook zorgen voor de verdediging van de grenzen van de staat. De
farao had een uitgebreid ambtenarenapparaat ter beschikking om het land te
besturen.
Economisch: Zijn ambtenarenapparaat regelden het irrigatiesysteem, de
administratie en de bouw van piramides en tempels. Boeren moesten een deel van
hun oogst afstaand aan de farao, en hiermee betaalden de farao zijn soldaten,
ambtenaren, etc.
Sociaal: Farao’s hielden hun onderdanen graag voor dat zij al hun taken perfect
uitvoerden. Zij wilden de bevolking ervan overtuigen dat de bescherming van het rijk
aan hen wel was toevertrouwd.
Religie: De belangrijkste taak van de farao was het handhaven van de ‘Maat’: de
kosmische orde, de stabiliteit en de harmonie in de samenleving. Door zijn autoriteit
op de juiste wijze te laten gelden en de goden tevreden te stemmen moest de farao
ervoor zorgen dat er altijd Maat in het land heerste.
Een aantal kenmerken noemen van de godsdienst in Egypte en Mesopotamië.
Polytheïstisch (= meerdere goden worden tegelijkertijd vereerd).
Het geloof in het leven na de dood.
Paragraaf 2.1
Kenmerkende aspecten:
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over
burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Leerdoelen:
Uitleggen wie er volwaardige burgers waren in de Atheense democratie.
In de Atheense democratie waren alleen de vrije, volwassen mannen die zelf uit
Athene afkomstig waren volwaardige burgeres. Deze mannen bezaten het Atheense
burgerrecht en mochten allemaal meestemmen tijdens de volksvergadering.
Met voorbeelden beschrijven dat het Atheense bestuurssysteem een tirannie moest
voorkomen.
Er werd voor gezorgd dat niet meer één iemand in staat bleek te veel macht te
veroveren. De belangrijkste beslissingen werden genomen in de Volksvergadering.
Deze Volksvergadering koos een Raad van 500, als stadsbestuur, voor één jaar.
Vanuit deze Raad werden 50 raadsleden gekozen voor het dagelijks bestuur, voor
een maand. Dit rouleerde telkens. Gedownload door: fenna4 | fvdpoorte@gmail.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fenna4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.