100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Muziek theorie samenvatting basis $7.01
Add to cart

Summary

Muziek theorie samenvatting basis

1 review
 3 purchases
  • Course
  • Level

De italiaanse termen, speelwijzes, noten lezen, orkesten. Alle basistheorie die een scholier, maar ook een student over de muziek zou moeten weten in een document.

Preview 4 out of 34  pages

  • May 23, 2022
  • 34
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 200

1  review

review-writer-avatar

By: femkemeisjefindhammer • 1 year ago

avatar-seller
Muziek
Basistheorie
Samenvatting
Noten en tonen:
Een noot is wat je ziet, een toon is wat je hoort.
Een gedrukte of geschreven noot vertelt je 2 dingen:
1. Hoe lang die noot duurt, dus: hoe lang de toon moet klinken
2. Hoe hoog die noot is, dus: hoe hoog de toon moet klinken
De namen van de noten zijn: a, b, c, d, e, f, g -> Deze 7 tonen worden stamtonen genoemd. Het zijn
de witte toetsen van de piano. De zwarte toetsen hebben namen die afgeleid zijn van deze
stamtonen.
Voor het schrijven van noten wordt een notenbalk gebruikt:
5 horizontale lijnen. De noten worden tussen en op de lijnen
geschreven. Er past maar een beperkt aantal noten op een
notenbalk. De meeste instrumenten kunnen meer noten
spelen. Voor noten hoger en lager dan de notenbalk wordt
er gebruik gemaakt van hulplijntjes.
Sleutels:
G-sleutel:
 Geeft de noot g boven de centrale c aan.
 Andere naam: vioolsleutel
 Wordt gebruikt voor: zangstemmen sopraan en alt. Hoger
klinkende instrumenten zoals viool, dwarsfluit en de rechterhand van
de piano.


F-sleutel:
 Geeft de noot f aan onder de centrale c.
 Andere naam: bassleutel
 Wordt gebruikt voor: zangstem bas. Lager klinkende instrumenten
zoals basgitaar, fagot, cello en de linkerhand van de piano.


C-sleutel:
 Geeft de noot c (centrale c) aan.
 Andere naam: altsleutel
 Wordt gebruikt voor: instrumenten die niet speciaal
hoog of laag zijn, maar in het midden zoals altviool.

,Een instrument gebruikt de sleutel die ervoor zorgt dat zoveel mogelijk noten die dat instrument kan
spelen op de notenbalk passen, dus zo min mogelijk hulplijnen -> is lastig lezen.
Voortekens:
Voortekens wijzigen de stamtonen: a, b, c, d, e, f, g -> voortekens verhogen of verlagen.
Kruis:
 Verhoogt een noot
 Naam: stamtoon + is
 Voorbeeld: f + is = fis


Mol:
 Verlaagt een noot
 Naam: stamtoon + es
 Voorbeeld: g + es = ges
 Uitzonderingen: a -> as en e -> es


Herstellingsteken:
 Maakt een mol of kruis ongedaan


Gebruik voortekens:
1. Toevallig voorteken:
verandert de noot waar
hij voor staat, maar dat
geldt slecht voor één
maat.


2. Vaste voortekens: mollen of
kruizen die voor het hele
stuk gelden staan vooraan
bij de sleutel. Deze
verandering geldt voor alle
noten met dezelfde naam.
Deze kunnen hersteld worden met een herstellingsteken.


Volgorde vaste voortekens:

Kruis: Mol:
Fis Bes
Cis Es
Gis As

, Dis Des
Ais Ges
Eis Ces
Bis Fes


Notenwaarden en rustwaarden:




Soms worden noten verbonden door waardestrepen. Dat gebeurt vooral met de achtste en zestiende
noot. De vlaggetjes worden dan vervangen door waardestrepen. Eén vlaggetje is één waardestreep.
Twéé vlaggetjes zijn twéé waardestrepen.




Punt en overbindingsboog:
Een punt achter een noot verlengt de waarde van die noot met de helft. Dit noem
je een gepunteerde noot.

, Een overbindingsboog maakt vaan 2 noten
(met dezelfde toonhoogte) één noot. De
waarde worden bij elkaar opgeteld.


Ritme:
Ritme is alles wat in muziek met tijd te maken heeft: toonduur, groepering van noten, accenten,
patronen.
Een ritmisch figuur is een bepaalde combinatie van toonduur die samen een tel of een kleine eenheid
ritme vormen.
De duur van tonen is gebaseerd op halveren:
hele, halve, kwart, achtste. Ritmische figuren die
een tel in tweeën, vieren, achtsten, enzovoort
verdelen, heten metrische figuren.
Als je een andere verdeling dan twee of vier wilt, moet je bestaande noten aanpassen. Dan krijg je
antimetrische figuren.
De meest voorkomende is in een 4-kwartsmaat. De triool, een verdeling in drieën. Er
zijn dan drie noten i.p.v. twee. Ze worden met dezelfde waarde opgeschreven,
alleen met het cijfer 3 erbij. Elke noot van de triool moet even lang zijn, in de
praktijk (zingen of spelen).
Er is ook een kwintool -> 5 i.p.v. 4. Een septool -> 7 i.p.v. 4. Daar
zie je het cijfer 4 of 7 bij staan. Een figuur is dus
antimetrisch wanneer de verdeling van de tel anders is
dan in de maatsoort gebruikelijk.
Een ritme-ostinato is een ritmisch patroon dat
voortdurend herhaald wordt.




In een swing-ritme worden twee achtsten gespeeld alsof ze onderdeel zijn van een triool: de eerste
langer, de tweede korter. Je noemt het daarom ook wel triolenfeel. Dit gebeurt vooral veel in jazz-
en popmuziek aan het begin, dan staat er in swing. Er staan voor het gemakt achtsten noten,
maar het mag vrijer en meer in
triolenfeel gespeeld of gezongen
worden.
Een duool is het tegenovergestelde van een triool. Dit komt voor in maatsoorten waarin de
groepering in drieën is (3/4-maat of 9/8-maat). De twee noten worden met dezelfde
waarden geschreven, maar met cijfer 2 erbij.


Een complementair ritme is een ritme waarin een lange noot
(of rust) in de ene partij wordt opgevuld door een ritme in de andere
partij. Je hebt dus minstens 2 partijen nodig die elkaar complement
kunnen zijn (elkaar aanvullen).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bitanasseri. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69052 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.01  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added