.
Kort en met nadruk.
A capella
Vocaal (gezongen) zonder instrumentale begeleiding. (Letterlijk: ‘als in de
kerk’).
A tempo
Na een vertraging of versnelling terugkeren naar het oude tempo.
Accelerando
Geleidelijk sneller worden. Afkorting: acc.
Accent
De benadrukking van een toon (sterker aangezet en harder).
Ad lib
(Latijn ‘ad libitum’: naar believen) Een gedeelte in de muziek dat door de
zanger of instrumentalist vrij ingevuld kan worden.
Adagio
Langzaam tempo. Het langzame, tweede deel uit een symfonie wordt ook wel
aangeduid met Adagio.
Aeolisch
Kerktoonladder (modus): de zuivere mineurtoonladder. Bijvoorbeeld: a tot a
(witte toetsen).
Affectenleer
Theorie die allerlei muzikale middelen zoals toonsoorten, intervallen en
akkoorden koppelt aan gevoelens.
Afterbeat
Nadruk op de 2 en 4 (de zwakke maatdelen) in een 4/4-maat. Ander woord:
back-beat.
Akkoord
Een samenklank van drie of meer tonen.
Akkoordenschema
Een vaste volgorde van akkoorden die herhaald wordt.
Akkoordfunctie
De functie of rol die een akkoord heeft in een toonsoort.
Akkoordsymbool
Een notatie van een akkoord in één of meer letters, eventueel cijfers en
andere tekens.
Allegretto
Snel maar niet té snel.
Allegro
Snel tempo.
Alt
Lage vrouwenstem (ook lage kinderstem).
Andante
Gaande. Een gematigd tempo.
Antimetrische figuren
Ritmische figuren die niet gebaseerd zijn op een verdeling van de tel in een
even aantal.
,Arco
Strijken op een strijkinstrument. Als er niets aangegeven staat, moet je
strijken.
Aria
Lied, (meestal) voor één stem met orkestbegeleiding. Bedoeld om een emotie
over te brengen. Veel tekstherhaling en vaak virtuoos gezongen.
Arpeggio
Heel vlot de tonen van een akkoord na elkaar spelen.
Arrangement
Een bewerking van bestaand stuk naar een andere bezetting en/of in een
andere stijl.
Arrangeren
Het herschrijven van een bestaand stuk naar een andere bezetting en/of in
een andere stijl.
Articulatie
De manier waarop een musicus de toon aanzet of de tonen met elkaar
verbindt. Voor het aangeven van articulatie worden articulatietekens gebruikt.
Atonaal
Zonder grondtoon; geen verbondenheid met een toonladder of toonsoort, elke
toon staat op zich.
Atonale muziek
Muziek zonder grondtoon; geen verbondenheid met een toonladder of
toonsoort, elke toon staat op zich.
Avant-garde
Verzamelnaam voor alle nieuwe experimenten/stijlen in de muziek na de
Tweede Wereldoorlog.
Back-beat
Nadruk op de 2 en 4 (de zwakke maatdelen) in een 4/4-maat. Ander woord:
afterbeat.
Backing Vocals
Achtergrondstem(men).
Barokke motoriek
Een ononderbroken ritmische beweging die ontstaat door het voortdurend
herhalen en variëren van één motief en door de voortdurende ondersteuning
van de basso continuo.
Band
Popgroep.
Bariton
Mannelijke stem tussen tenor en bas in.
Barokorkest
Een relatief klein orkest. De basis is de strijkersgroep aangevuld met een
klavecimbel of orgel. Daarnaast spelen er vaak enkele blazers mee.
Bas
Lage mannenstem. Ook: de laagste instrumentale partij. Ook: het instrument.
Basso continuo
(Letterlijk: doorlopende bas) Typisch barokke manier van begeleiden; de
componist schrijft alleen een baslijn (met cijfers) op maar die wordt uitgevoerd
door een akkoordinstrument (klavecimbel, orgel of luit) dat daarboven
akkoorden speelt, meestal aangevuld met een basinstrument. Een basso
continuo is dus een akkoordpartij (maar je ziet alleen een baslijn).
, Beatboxen
Het met de stem en de ademhaling imiteren van percussiegeluiden. Het meest
effectief wanneer de microfoon tegen de lippen wordt aangehouden.
Bebop
Jazzstijl (ontstaan in de jaren 40 van de vorige eeuw) die zich kenmerkt door
een hoog tempo, virtuoos spel en improvisaties op een complex
akkoordenschema. Gespeeld door een jazzcombo (trompet en/of saxofoon,
ritmesectie).
Bigband
Een jazz ensemble bestaande uit vier secties: drie blazerssecties (trompet,
trombone en saxofoon) en een ritmesectie (drums, bas, gitaar, piano).
Bitonale muziek
Muziek met twee toonsoorten tegelijkertijd.
Bitonaliteit
Twee toonsoorten tegelijkertijd.
Blue note
Een verlaagde toon in de bluestoonladder. Eigenlijk een nabootsing van een
(te laag) gezongen noot of een verbogen noot op de gitaar.
Blues
Muziekstijl (vanaf ± 1860) ontstaan in het zuiden van de Verenigde Staten met
call-and-response (tussen zanger en gitaar bijvoorbeeld), blue notes en vaak
een vast akkoordenschema van 12 maten.
Bluesrock
Muziekstijl (ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw) waarin blues en rock
in elkaar overlopen. Rockbezetting (bas, drums, gitaar) en bluesakkoorden
(vaak ook maar drie).
Bluesschema
Een akkoordenschema van twaalf maten (verdeeld over drie regels) met
akkoorden op I, IV en V: I – I – I – I – IV – IV – I – I – V – IV – I – V (of I).
Bluestoonladder
Een toonladder van 6 tonen, afgeleid van de mineur pentatonische toonladder
en aangevuld met blue notes.
Bourdon
Begeleiding van grondtoon en kwint, meestal in de bas.
Bpm
Beats per minute (tellen per minuut).
Break
Een moment in de muziek, waarbij de begeleiding even stopt. Soms gaat de
zangstem of een solo-instrument door in de break.
Breakbeat
Een fragment (een break) van een funknummer waarin alleen een drumbeat
te horen is die vervolgens achter elkaar geplakt wordt om als basis voor een
rap te dienen.
Bridge
In popmuziek: een gedeelte van een popsong, dat qua melodie, tekst en
akkoorden afwijkt van het refrein en het couplet. Vaak zit in de bridge de clou
van het verhaal. In Jazz: de b in een chorus (bijvoorbeeld aaba).
C-sleutel
Sleutel die de noot c aangeeft, andere naam: altsleutel.
Cadens (1)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bitanasseri. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.