Dit document bevat een samenvatting van maatschappijwetenschappen (maw) VWO 4 SENECA hoofdstuk 1 t/m 4. De bijbehorende (kern)concepten staan er ook bij. Heel handig voor het leren! Niet al te lange samenvattingen, de dingen die je moet weten staan erin.
Samenvatting MAW
Paragraaf 1.1: Identiteit
Een voornaam geven aan een kind heeft te maken met iemands referentiekader.
Een referentiekader is het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen
van waaruit iemand handelt. Een referentiekader wordt ook wel een sociale bril
genoemd: iedereen kijkt, ziet en beleefd de wereld op zijn eigen manier door zijn
eigen sociale bril.
Ook het geven van een naam is zo’n gebeurtenis. Een voornaam zegt iets over de
ouders, maar ook over het kind zelf. Iemand die Johannes heet is waarschijnlijk in de
20ste eeuw geboren en iemand die Sem heet in de 21 ste eeuw. Iemands voornaam
hoort bij wie iemand is en maakt daarmee onderdeel uit van iemands identiteit.
Er zitten drie verschillende aspecten aan identiteit:
Persoonlijke identiteit
Iemands persoonlijke identiteit heeft te maken met het beeld dat iemand van
zichzelf heeft, het zelfbeeld.
Sociale identiteit
Het deel van iemands identiteit dat past bij de groepen waar iemand deel van
uitmaakt. Dat wordt ook wel groepsidentificatie genoemd: iemand hoort bij een
bepaalde groep.
Collectieve identiteit
Bij collectieve identiteit gaat het om het beeld dat mensen hebben van een
groep, en wel het beeld dat ze blijvend kenmerkend vinden voor die groep.
Daarnaast hebben mensen verwachtingen van het gedrag van anderen met
een bepaalde identiteit.
Paragraaf 1.2: Kans en variabele
Een wetmatigheid is als je niet verwacht dat er uitzonderingen zijn. Dat is een
belangrijk verschil met onderzoek naar gedrag van mensen want daarin zullen we
juist wel allerlei uitzonderingen kunnen vinden.
De woorden ‘vaker’ en ‘gemiddeld’ geven al aan dat er geen sprake is van een
‘100% wetmatigheid’. Bij maatschappijwetenschappen zijn dus wel uitzonderingen
mogelijk.
Het woord kans is bij onderzoek doen heel belangrijk en betekent: de
waarschijnlijkheid dat een bepaalde gebeurtenis zal optreden.
De kans dat iets gebeurt, hangt altijd van iets anders af, zien we in de bovenstaande
voorbeelden. Daarin zijn steeds verbanden (relaties) gelegd tussen verschillende
variabelen. Een variabele is een kenmerk van een actor of samenleving en kan
variëren. Geslacht, leeftijd en gewicht zijn voorbeelden van variabelen.
Paragraaf 1.3: Socialisatie
Het proces van gedrag aanleren en aangeleerd krijgen noemen we socialisatie.
Socialisatie wordt ook wel ‘het proces van samenleven’ genoemd. Zo moet het
omgaan met anderen in een samenleving aangeleerd worden. Socialisatie bestaat
dan ook uit twee delen:
, Het proces van overdracht:
Mensen brengen de cultuur van een groep of samenleving over aan
nieuwkomers. Mensen proberen anderen zich te laten gedragen zoals van
hen verwacht wordt in die groep of samenleving. Socialisatoren zijn mensen
die een cultuur overdragen.
Het proces van verwerving:
In dit deel van het socialisatieproces maken mensen zich de cultuur van een
groep of samenleving eigen. De waarden en normen die ergens bij horen
nemen mensen over en internaliseren ze: ze maken zich een cultuur eigen.
Bij socialisatie maken we onderscheid tussen primaire, secundaire en tertiaire
socialisatie.
Primaire socialisatie is socialisatie tussen mensen die direct met elkaar
verbonden zijn, zoals het gezin en vrienden. In deze groepen vindt socialisatie
in informele sfeer plaats, de regels staan niet op papier.
Secundaire socialisatie vindt plaats in een formele sfeer, zoals een school,
het werk of verenigingen. In deze secundaire groepen nemen leerlingen,
werknemers en leden de waarden en normen van de groep over, zij schikken
zich naar de cultuur die daarin heerst.
Tertiaire socialisatie vindt plaats door anonieme socialisatoren, actoren met
wie mensen niet rechtstreeks een band hebben. Socialisatie vindt dan ook niet
heel herkenbaar (expliciet) plaats, maar gebeurt impliciet, zonder dat ze het
doorhebben.
Een bijzondere vorm van socialisatie is politieke socialisatie. In elk land bestaat er
een politieke cultuur, met specifieke regels en tradities die daarbij horen. Hoe de
politieke opvatting van mensen tot stand komt wordt bestudeerd door politicologen
en daarbij spelen variabelen als opleidingsniveau en sociaal-economische klasse
een belangrijke rol.
Een laatste onderscheid bij socialisatie heeft te maken met wanneer iemand iets
aanleert: bij enculturatie leert iemand de cultuur aan waarin hij wordt geboren en bij
acculturatie gaat het juist om het aanleren van een nieuwe cultuur.
Paragraaf 1.4: Model en hypothesen
Bij onderzoek wordt vaak gekeken naar de relatie, het verband tussen verschillende
variabelen. Heeft variabele A invloed op variabele B? De invloed van variabelen op
elkaar wordt weergegeven in een conceptueel model. Dat is een schema met
pijltjes en hokjes. In de hokjes staan woorden, korte omschrijvingen van de variabele.
Conclusie: Op de basisschool wordt ruim 10% van de leerlingen in groep 8 gepest.
Bij deze conclusie is onderzoek gedaan naar verschil is pesten op basisscholen en
op het voorgezet onderwijs. In een conceptueel model ziet dat er zo uit:
Soort school mate van gepest worden
Een conceptueel model wordt gelezen van links naar rechts. Zo kan het ook
uitgelegd worden: verschillen in soort school zorgen voor verschillen in pestgedrag
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fenna4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.