Samenvatting scheikunde 4 VWO h5 §1,2,3 en h6 §1,2,3,4
1 view 0 purchase
Course
Scheikunde
Level
VWO / Gymnasium
Book
Chemie overal
dit is een samenvatting van h5 §1,2,3 en h6 §1,2,3,4. Let op! de laatste paragraaf van hoofdstuk 6 dus niet. Ik ben met deze samenvatting in totaal meer dan 2 uur bezig geweest en heb er een 7,5 mee gehaald.
Scheikunde
Hoofdstuk 5 reacties van zouten
§1 neerslagreacties
Neerslagreacties
een neerslag ontstaat als er 2 samengevoegde ionsoorten een slecht
oplosbaar zout vormen. Je kan dit zien in Binas tabel 45A. De gevormde
vaste stof noem je de neerslag. De reactie noem je dan dus ook een
neerslagreactie. Om te weten welke stoffen de neerslag vormen maak je
een mini Binas en kijk je waar er een S staat. Dit betekent dat deze twee
ionsoorten nooit naast elkaar in één oplossing kunnen voorkomen. De
neerslagvergelijking maak je met de stoffen die met elkaar reageren.
Voor de pijl staan de twee ionsoorten (aq) en na de pijl als 1 gevormd zout
(s). Want met de andere ionsoorten gebeurt er niks. Overigens kunnen er
wel een aantal ionen van de ionsoorten die de neerslag vormen over
blijven in de oplossing. Als er in de mini Binas overal een G staat zal er
geen neerslag ontstaan. In een aquarium worden veel zouten gebruikt
(voedsel en schoonhouden) maar er mag geen neerslag ontstaan.
Dynamisch evenwicht
als je de gevormde neerslag filtreert en je het filtraat verdeelt over twee
andere buisjes kan je onderzoeken of er nog ionen van de ionsoorten die
de neerslag vormen overgebleven zijn in het filtraat. Voor slecht en matig
oplosbare zouten geldt dat er altijd nog ionen in de oplossing
achterblijven. Na bezinken gaan er per tijdseenheid evenveel ionen vanuit
het neergeslagen zout de oplossing in als andersom. De concentratie blijft
dus constant. Dit is dus een dynamisch evenwicht. Maar in dit geval gaat
het om twee omkeerbare reacties, dan noem je het ook wel een chemisch
evenwicht. Bij het evenwicht van de zouten gaat het om een
heterogeen evenwicht omdat de zouten zich niet in dezelfde fase
bevinden. Als de stoffen zich wel in dezelfde fase bevinden dan noemen
we het een homogeen evenwicht. Bij de reactievergelijking voor het
chemisch evenwicht zet je voor de pijl het zout/neerslag en na de pijl de
ionen los. De pijl is hierbij een dubbele pijl, dus zowel naar links als naar
rechts omdat de reactie ook twee kanten op gaat. Dit geldt voor alle
verzadigde oplossingen, wanneer er een vast zout aanwezig is.
§2 neerslagreacties toegepast
het verwijderen van ionen uit een oplossing
om ionsoorten te verwijderen moet je dit ion combineren met een ion met
tegengestelde lading, zodat het neerslaat. Het zout wat je toegevoegd
moet zelf natuurlijk wel goed oplosbaar zijn, daarom wordt er vaak gebruik
gemaakt van natrium- en kaliumzouten en nitraten (altijd goed oplosbaar).
Wordt vaak gebruikt bij chemische fabrieken om schadelijke stoffen eruit
te halen.
, Het maken van zouten
als je een bepaald zout wilt maar het is niet op voorraad kan je het ook
zelf maken. Je voegt dan vaak een natrium- of kaliumzout of een nitraat
toe. De neerslag wordt dan gefiltreerd, nagespoeld met water en dan
gedroogd. Als je een goed oplosbaar zout wilt maken dan kan je het
filtraat indampen. Let op dat je dan let op de juiste verhouding zodat er
geen andere ionsoorten in het filtraat komen en er geen andere zouten
worden gevormd bij het indampen.
Het aantonen van ionen in een oplossing
Je kan door middel van het toevoegen van een ander zout erachter komen
welk zout je in een buisje hebt gekregen. Je voegt dan een zoutoplossing
toe met een positieve ionsoort die slechts met één van beide negatieve
ionen kan reageren. Je weet dan dus welk zout het is doordat er of wel of
geen neerslag ontstaat.
§3 rekenen aan reacties
Rekenen aan reacties
de coëfficiënten in een reactievergelijking staan gelijk aan de
molverhouding. Dit geld voor alle reacties. Een molverhouding noemen
we ook wel de stoichiometrische verhouding. Er is een overmaat als er
van 1 van de stoffen meer aanwezig is dan voor de reacties nodig is.
stap 1. Stel de reactievergelijking op.
stap 2. Reken de massa of het volume van de gegeven stof om naar het
aantal mol.
stap 3. Leid de molverhouding af.
stap 4. Bereken het aantal mol van de gevraagde stof.
stap 5. Reken het aantal mol om naar de gevraagde hoeveelheid.
rekenen aan zouten
bij zouten kan je bereken hoeveel mol er neerslaat, hoeveel mol er na de
neerslag overblijft en hoeveel mol er van de ionen in zit. Bij de berekening
bij zouten moet je er wel op letten dat je niet alleen het aantal mol stof
moet uitrekenen dat je oplost maar ook het aantal ionen dat in de
oplossing aanwezig is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melinaarbouw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.