Ondernemingsrecht
Week 1; (hfst 1, § 1.8 + hfst 2 + hfst 3 § 3.3.2 + hfst. 9, § 9.2.2 + hfst 12)
uitleggen welke kenmerken onderscheidend zijn voor de eenmanszaak en de verschillende
personenvennootschappen;
De eenmanszaak heeft twee kenmerken:
- Natuurlijk persoon als eigenaar. Deze eigenaar is vertegenwoordigingsbevoegd en
aansprakelijk.
- De eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk; er wordt geen onderscheid gemaakt tussen het
vermogen van de onderneming en het privévermogen van de ondernemer. Zowel
zaakscrediteuren als privécrediteuren kunnen het gehele vermogen van de ondernemer
uitwinnen. Indien de ondernemer van een eenmanszaak is getrouwd in gemeenschap van
goederen of een geregistreerd partnerschap is aangegaan, is de partner eveneens
aansprakelijk voor alle schulden.
Daarnaast heeft het geen formele oprichtingsvereisten of kosten. De eenmanszaak moet wel worden
ingeschreven in het handelsregister op grond van art. 5 en 6 Hrw.
Er wordt geen vennootschapsbelasting betaald, maar inkomstenbelasting.
Er zijn drie verschillende personenvennootschappen:
- Maatschap: art. 7A:1655 BW e.v. wordt gebruikt voor de uitoefening van een beroep
- VOF: art. 15 WvK e.v. & boek 7A BW wordt gebruikt voor de uitoefening van een bedrijf
- CV: art. 19 t/m 21 WvK & Boek 7A BW het is een vof, maar dan met een geldschietende
vennoot.
De winstverdeling voor een personenvennootschap is bepaald in art. 7a:1670 BW naar verhouding
van de inbreng. Er kan echter wel iets anders worden afgesproken.
De vennoten zijn natuurlijke personen en ze zijn, net als bij de eenmanszaak, in privé en hoofdelijk
aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. Hoofdelijk betekent dat iedere vennoot kan
worden aangesproken voor het gehele bedrag aan schulden van de vennootschap. Een
personenvennootschap biedt geen bescherming van de vennoten bij aansprakelijkheid. Een
personenvennootschap heeft echter wel een afgescheiden vermogen. Dit is een soort pot met geld die
is ontstaan door de vennoten iets hebben ingebracht. Het voordeel hiervan is dat schuldeisers eerst
verhaal moeten halen op het afgescheiden vermogen en pas als dit vermogen op is, dan mogen
crediteuren aanspraak maken op het privé vermogen van de vennootschap.
beargumenteren hoe de eenmanszaak en de verschillende personenvennootschappen worden
opgericht en ingericht;
De eenmanszaak;
Oprichting de eenmanszaak heeft geen oprichtingsvereisten of -kosten. Wel zijn er de volgende
verplichtingen:
- Inschrijven in het Handelsregister (art. 5 sub b Hrw)
- Ondernemingsraad bij 50 of meer werknemers (art. 2 WOR)
Inrichting er is maar één eigenaar. Er kan wel personeel in dienst worden genomen.
Personenvennootschap;
Oprichting;
De basis van een personenvennootschap is dat er een samenwerking is tussen twee of meer
personen. De basis is dan ook een samenwerkingsovereenkomst, waarbij personen zich verbinden
om iets in gemeenschap te brengen. Dat kan geld, goederen, genot van goederen of arbeid zijn (art.
7A:1655 BW). Ze hebben als doel om het voordeel dat ze met elkaar behalen te delen.
In het arrest HR Dierenartsenmaatschap is echter bepaald dat een personenvennootschap (in dit
geval maatschap) ook stilzwijgend kan ontstaan. Er is dan geen overeenkomst gesloten, maar het
vloeit voor uit de omstandigheden. Ze gedragen zich dan wel zo.
,Ook moeten zij zich inschrijven in het Handelsregister op grond van art. 5 sub a Hrw, maar dit is geen
oprichtingseis.
Inrichting;
- Maatschap
o Maten
o Eventueel OR (art. 2 lid 1 WOR)
- VOF
o Vennoten
o Eventueel OR (art. 2 lid 1 WOR)
- Commanditaire vennootschap
o Beherend vennoot; voert taken uit binnen de onderneming op grond van art. 18 WvK
o Commanditaire vennoot; slechts een geldschieter en mag geen beheerstaken uitvoeren op
grond van art. 20 WvK
o Eventueel OR (art. 2 lid 1 WOR)
beargumenteren hoe de besluitvorming en de vertegenwoordiging van de eenmanszaak en de
verschillende personenvennootschappen is geregeld;
Eenmanszaak;
Besluitvorming er is één eigenaar / onderneming. Deze neemt de besluiten.
Vertegenwoordiging er is maar een persoon die de eenmanszaak vertegenwoordigd. De leiding is
dus in handen van deze persoon.
Personenvennootschappen;
Met betrekking tot de vertegenwoordiging is er een verschil tussen interne en externe:
- Handelen voor rekening van de vennootschap = intern/draagplicht
- Handelen in naam van de personenvennootschap = externe vertegenwoordiging
Interne bevoegdheid van de maatschap en vof is hetzelfde. Bij de interne bevoegdheid gaat het over
de vraag welke vennoot al dan niet zelfstandig het besluit tot een bepaalde rechtshandeling mag
nemen. Wie er intern bevoegd is om besluiten te nemen, is afhankelijk van het soort besluit:
- Beheersdaden; Het zijn rechtshandelingen die behoren tot de dagelijkse gang van zaken binnen
de vennootschap. Wat hieronder valt is afhankelijk van het soort bedrijf dat wordt uitgeoefend. Als
er niets is opgenomen in de overeenkomst rondom beheer, dan geldt art. 7A:1674 en 1676 BW.
Hierin staat dat alle vennoten bevoegd zijn tot het verrichten van beheersdaden. Er wordt namelijk
geacht dat de vennoten elkaar de bevoegdheid hebben verleend (art. 7a:1676 sub 1 BW). De
vennoten kunnen echter ook wat anders afspreken in de vennootschapsovereenkomst. Het is
impliciete volmacht.
- Beschikkingsdaden; het zijn rechtshandelingen die het normale beheer te boven gaan. Hierbij is
instemming van alle vennoten nodig, zowel bij de vof als de maatschap = expliciete volmacht.
Externe bevoegdheid; het gaat om de vraag wie er naar buiten toe mag treden en mag handelen
namens de vennootschap. Er wordt gehandeld met derde, bijvoorbeeld het sluiten van een
overeenkomst.
- Maatschap; je hebt altijd volmacht nodig om in naam van de maatschap te vertegenwoordigen.
Zonder volmacht van de andere maten ben je niet vertegenwoordigingsbevoegd. Art. 7a:1681
BW. Een volmacht kan uitdrukkelijk worden gegeven, maar kan ook stilzwijgend worden gegeven.
Bij stilzwijgend gebeurd het vaker achteraf
- VOF; alle vennoten zijn vertegenwoordigingsbevoegd op grond van art. 17 WvK, tenzij er iets
anders wordt afgesproken en dit wordt opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst. De
vennoten binnen een VOF worden ook wel beherende vennoten genoemd.
Een commanditaire vennootschap kent verschillende vennoten: de gewone vennoot, de besturende
vennoot en de commanditaire vennoot. Er gelden voor hen de regels van de VOF o.g.v. art. 20 WvK.
Dit betekent dat indien de CV rechtsgeldig is gebonden aan een rechtshandeling, iedere gewone
vennoot hoofdelijk aansprakelijk is o.g.v. art. 18 WvK. Voor commandieten geldt dat zij in het geheel
, niet aansprakelijk zijn, althans maximaal tot hun eigen inbreng, zo blijkt uit art. 20 lid 3 WvK. Zij zijn
o.g.v. art. 21 WvK eveneens hoofdelijk aansprakelijk indien zij zich in meer of mindere mate opstellen
als een gewone vennoot.
beargumenteren wanneer de verschillende personenvennootschappen ontbonden worden dan
wel voortgezet kunnen worden;
indien de bedrijfsactiviteiten geheel worden beëindigd, is er sprake van ontbinding van de
personenvennootschap. Art. 7A:1683 en 7A:1684 BW geven de redenen voor ontbinding weer.
Wederom geldt hierbij dat dit ook voor de VOF en de CV geldt o.g.v. art. 16 en 16 WvK. In principe
eindigt een vennootschap o.g.v. art. 7A:1683 BW (jo 16 WvK) door:
- Opzegging
- Dood of curatele vennoot
- Faillissement of schuldsanering vennoot
Maar je kan de volgende bedingen opnemen in de overeenkomst:
- Voorzettingsbeding: Op basis van de wet zijn er geen mogelijkheden voor de voortzetting van een
personenvennootschap indien een vennoot uittreedt. Hier uit je de wil dat als iemand opzegt, je
met de overige vennoten verder wilt gaan. Het artikel spreekt alleen over voortzetting na de dood,
maar het kan ook in het algemeen worden aangenomen. Het gevolg is dat de vennootschap blijft
voortbestaan. Het is wel zo dat het beding moet worden ondertekend door alle vennoten die in
beginsel de samenwerking zijn aangegaan.
- Verblijvingsbeding: Hierin zeg je: alle goederen die de vertrekkende vennoot heeft ingebracht,
blijven in het gemeenschappelijk vermogen en wij betalen het geld uit. De uittredende vennoot
krijgt zijn aandeel terug in geld.
beargumenteren in welke mate er sprake is van aansprakelijkheid van vennoten binnen de
verschillende personenvennootschappen;
Aansprakelijkheid;
- Maatschap: Vennoten voor gelijke delen aansprakelijk art. 7A:1679 jo 7A:1680 BW.
o Indien de maat een volmacht had van alle maten, is de maatschap gebonden en zijn alle
maten voor gelijke delen aansprakelijk
o Indien de maat geen volmacht had, maar de overige maten de rechtshandeling hebben
bekrachtigd of de maatschap baat heeft gehad bij de rechtshandeling, dan is de maatschap
gebonden en zijn alle maten aansprakelijk voor gelijke delen.
o Wanneer de overige maten echter op grond van opgewerkte schijn van bevoegdheid voor
gelijke delen aansprakelijk zijn, dan is de handelende maat de enige met de draagplicht voor
de schuld
- VOF; Art. 18 WvK: Vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk. Ook al koopt de vennoot iets zonder de
betrokkenheid van anderen, de derde kan de vennoten toch aanspreken voor het hele bedrag.
HR Boeschoten-besier zegt het volgende: Aangezien een personenvennootschap geen
rechtspersoonlijkheid heeft, betekent dit dat alle vennoten met hun privévermogen aansprakelijk
zijn. Er is immers zonder rechtspersoonlijkheid geen schending tussen het bedrijfsvermogen en
het vermogen van alle vennoten. Hierop is echter een nuancering aangebracht in het arrest
Boeschoten-Bessier. Volgens het arrest is het vermogen van een VOF afgescheiden van het
privévermogen van de deelgenoten. Het is dus geen eigen vermogen van de VOF, omdat deze
geen rechtspersoonlijkheid heeft, maar wel een afgescheiden vermogen. Dit houdt in dat
zaakscrediteuren zich eerst dienen te verhalen op dit afgescheiden vermogen. Pas wanneer dit
onvoldoende blijkt mogen ze zich wenden tot het privévermogen.
- CV; Beherend vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 Wvk). Commandieten zijn niet
aansprakelijk buiten hun eigen inleg. Ze hebben wel beide evenveel recht op winst.
uitleggen welke verplichtingen voor de rechtsvormen voortvloeien uit de Handelsregisterwet
en de Wet op de Ondernemingsraden.
Iedere onderneming in Nederland is verplicht om zich in te schrijven op grond van art. 5 Hrw. In art. 6
Hrw staat dat de rechtspersonen zich dienen in te schrijven. Degene aan wie de onderneming
toebehoort is verplicht de onderneming in te schrijven (art. 18 Hrw). Dit moet gebeuren binnen een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Moomen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.69. You're not tied to anything after your purchase.