PARAGRAAF 1 STEEDS MEER GRENSOVERSCHRIJDENDE INTERACTIE
Absolute afstand – afstand uitgedrukt in kilometers
Absolute ligging – de ligging van een plaats op aarde met coördinaten
Afstandsverval – de afname van de interactie tussen gebieden naarmate de afstand toeneemt
Globalisering – het proces waardoor er in toenemende mate economische, politieke en culturele samenhang
op wereldschaal ontstaat
Global village – het gevoel ontstaan dat alle aardbewoners in een groot werelddorp bijeen wonen en met
elkaar in contact staan
Informatietechnologie – technologische innovaties om mobiele informatie uit te wisselen
Mondiale netwerken – de wereldwijde fysieke en digitale infrastructuur die nodig is om mensen, kapitaal en
kennis met elkaar te verbinden
Relatieve afstand – afstand uitgedrukt in tijd, geld en moeite
Relatieve ligging – de ligging van een gebied ten opzichte van andere gebieden uitgedrukt in de mate van
bereikbaarheid in afstand en tijd
Tijd-ruimtecompressie – het verschijnsel dat in de wereld tijd en ruimte er niet meer toe doen door afname
van de relatieve afstanden
Transnationale netwerken – de internationale fysieke en digitale infrastructuur die nodig is om mensen,
kapitaal en kennis met elkaar te verbinden.
PARAGRAAF 2 ONTSTAAN VAN CENTRUM EN PERIFERIE
Backwash-effect – het verschijnsel dat uit armere gebieden (de periferie) kapitaal, grondstoffen en mensen
onttrokken worden voor de economie in rijkere gebieden (het centrum)
Cumulatieve causatie – de theorie van Myrdal die stelt dat de groei van economische activiteiten en welvaart
in het centrum zichzelf versterkt en uitbreidt ten koste van de werkgelegenheid en welvaart in de periferie
Dekolonisatie – proces waarbij koloniën zelfstandig worden van hun moederland
Europeanisering – koloniaal proces waarbij de inwoners die in de koloniën woonden zich moesten aanpassen
aan de Europese normen en waarden
Hegemoniale staat – een land dat met behulp van politieke, economische, financiële en militaire middelen een
overheersende rol speelt in de wereldorde
Imperialisme – het proces waarbij landen uit willen breiden door gebieden te veroveren en te beheersen
,Internationale arbeidsverdeling – wereldwijde specialisatie waarbij ieder land produceert waar het goed in is
Kolonialisme – een periode waarin West-Europese landen overzeese gebieden bezetten uit economische en
strategische overwegingen
Regionale ongelijkheid – grote en ongewenste verschillen in ontwikkeling tussen gebieden
Sociale ongelijkheid – grote verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen de verschillende groepen
(klassen) van de bevolking
Spread-effect – het verschijnsel dat de periferie profijt heeft van economische ontwikkeling in het centrum
PARAGRAAF 3 ECONOMISCHE GLOBALISERING
Asian Pacific Rim – De landen langs de westrand van de Grote Oceaan
BRICS-landen – groep van vijf opkomende landen (Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika) die zich in een
vergelijkbare fase van economische ontwikkeling bevinden en samenwerken om economisch en politiek sterker
te worden
Economische globalisering – proces van toenemende mondiale, economische interactie en integratie
Global shift – de verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld. Veel MNO’s verplaatsen hun
productieafdeling vanuit Europa en Noord-Amerika naar lagelonenlanden.
Kapitaalstromen – de internationale verplaatsingen van grote hoeveelheden geld en kapitaal.
Multinationale onderneming (MNO) – groot bedrijf dat in verschillende landen bedrijfsonderdelen heeft.
Multipolaire wereld – wereldorde waarin meerdere machtscentra (landen) bestaan die allemaal ongeveer
even sterk zijn of evenveel invloed hebben.
Nieuwe industrielanden – nieuwe, opkomende industrielanden die aantrekkelijk zijn door lage loonkosten, een
gunstig belastingklimmat, politieke stabiliteit en grote afzet- en arbeidsmarkten.
Opkomende grootmacht – hieronder vallen de BRICS-landen die economisch en politiek steeds machtiger
worden
Productieketen – de schakels waaruit het productieproces van goederen bestaat, van grondstof tot
eindproduct
Triade – aanduiding van de economische driehoek tussen de VS, EI en Japan dat in de wereldhandel het
grootste deel van handelsvolume voor haar rekening neemt. Ook het grootste deel van de industriële productie
en innovatie vindt plaats binnen de Triade.
Uitschuiving – het proces van ruimtelijkje verplaatsing van bedrijven of bedrijfsonderdelen naar nieuwe
gebieden met een aantrekkelijker vestigingsklimaat (zoals lage lonen).
Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organization) – internationale organisatie die toeziet op de naleving
van afspraken over de handel tussen landen.
Zuid-zuidinvestering – zuidelijke (vaak armere) landen investeren steeds vaker in elkaars economie.
, PARAGRAAF 4 CULTURELE EN POLITIEKE GLOBALISERING
Amerikanisering – de Amerikaanse cultuur is wereldwijd dominant en heeft een sterke invloed op andere
culturen
Andersglobalist – voorstander van globalisering, maar onder andere voorwaarden, zoals geen vrije
wereldhandel, het kwijtschelden van schulden van arme landen of het nastreven van duurzame ontwikkeling.
Blokvormig – samenwerkingsverbanden tussen landen die aansluiting en steun bij elkaar zoeken om hun
positie (vooral economische en politiek) te versterken.
Burgerschap – het recht om als burger vrij deel te nemen aan alle activiteiten die horen bij een samenleving
Culturele globalisering – het wereldwijde proces waarin culturen elkaar beïnvloeden via migratie- en
toeristenstromen, tv, internet en telefoon
Cultuurgebieden – regio’s waarin verreweg de meeste inwoners zich gedragen volgens de dominante cultuur
Geopolitiek – het streven om politieke doelen te bereiken op basis van geografische argumenten
Identiteit – de cultuurkenmerken die uniek zijn voor een groep mensen, waardoor die groep zich onderscheidt
van anderen
Lingua franca – de internationaal gemeenschappelijke taal
Politieke globalisering – het proces van wereldwijde politieke integratie
Regionalisme – het streven van de mensen in een gebied naar een vorm van politiek zelfbestuur
Samenwerkingsverband – blokvorming tussen landen die aansluiting en steun bij elkaar zoeken om hun positie
(vooral economisch en politiek) te versterken.
PARAGRAAF 8 VERSCHILLEN IN DE WERELD
Analfabetisme – het niet kunnen lezen of schrijven
Beroepsbevolking – het deel van de bevolking tussen 15 en 65 jaar (werkend en werkeloos) dat betaald werk
kan doen voor meer dan 12 uur per week.
Bevolkingsdichtheid – het gemiddeld aantal inwoners per km 2.
Bevolkingsgroei – de verandering van het aantal inwoners in een gebied door de natuurlijke bevolkingsgroei en
het migratiesaldo.
Bevolkingsspreiding – de verdeling van mensen over en land of gebied
Bbp per hoofd – het bbp gedeeld door het aantal inwoners van een land
Bruto binnenlands product (bbp) – totale waarde van goederen en diensten in een land die geproduceerd zijn
door de inwoners van een land in een jaar.
Bruto regionaal product (brp) – geldwaarde van alle goederen en diensten die in een bepaald gebied in een
jaar worden geproduceerd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller christavanes1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.