Volledige hoorcolleges A week 1 t/m 7 Encyclopedie II 2022
6 views 0 purchase
Course
Encyclopedie Der Rechtswetenschap II (E_ENCYCII)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Dit document bevat de volledig uitgetypte hoorcolleges A van het vak Encyclopedie der rechtswetenschap II uit het jaar van de studie Rechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit.
Encyclopedie Der Rechtswetenschap II (E_ENCYCII)
All documents for this subject (67)
Seller
Follow
rechtenaandevu
Reviews received
Content preview
Hoorcollege 1A
Wat is recht
De cursus in schema
1. De aard van het recht
2. Het rechtsbegrip
3. Rechtsvinding en politiek
4. Liberalisme
5. Communitarisme
6. Democratische rechtsstaat
7. Ethiek voor juristen
Het rechtsbegrip
• Waarom is er recht?
– Wat is de bedoeling van normen?
• Wat is recht?
– Hoe identificeer je normen?
• Hoe vinden we recht (hoe kan de rechter erachter komen wat het geldende recht is en hoe
moet hij het toepassen)
– Hoe interpreteer je normen?
Waarom is er recht?
• Rechtszekerheid: het geeft stabiliteit aan georganiseerd menselijk samenleven
– Bevorderen van bestendige relaties tussen burgers en overheid en burgers.
• Rechtvaardigheid: eerlijke verdeling van rechten en lusten
– Bevorderen van vrijheid en gelijkheid in de samenleving.
• Doelmatigheid
– Bevorderen van maatschappelijke welvaart (in ruime zin)
– Maatregelen die de overheid neemt om de samenleving beter te make
Radbruchs Rechtsidee
De drie functies van recht zijn hier in een model gezet. De drie waarden die genoemd zijn komen van
de filosoof Radbruch. Die waarden spelen altijd een rol in het recht en die drie waarden versterken
elkaar deels maar stoten elkaar ook af: ze staan ook in spanningsverhouding tot elkaar. Soms kan een
maatregel heel goed voor de doelmatigheid maar afdoen aan de rechtszekerheid. Je zou kunnen
zeggen dat die waarden alle drie naar een anders soort tijdsdimensie verwijzen. Bij gerechtigheid ben
,je vooral bezig met het verleden: je wil het onrecht uit het verleden herstellen etc. Doelmatigheid:
hoe kan ik het recht nou gebruiken als een kader zodat mensen geprikkeld worden om bepaald
gedrag te vertonen, dus dan ben je bezig met de toekomst. In feite heb je al die drie elementen nodig
als je naar de menselijke rechtsorde toe wilt: het moet met het verleden, de toekomst en het heden
bezighouden. Je moet niet de hele tijd in 1 benadering blijven hangen maar als je geen oplossing kan
vinden moet je het even anders proberen.
Basisfuncties kunnen botsen
Voorbeelden
o Maatregelen i.v.m. bestrijding corona-virus
Artikel: ‘Grondrechten aantasten om corona keurt de rechter meestal goed’
Zijn die inperkingen van het grondrecht gerechtvaardigd in het licht van het doel dat
die maatregelen probeerden te dienen.
De rechter heeft met een enkele uitzondering na al die processen die werden
aangespannen tegen de overheid dat de maatregelen gerechtvaardigd waren.
Afgezien met dat moment met de avondklok, toen daarna een spoedwet werd
gemaakt, heeft de rechter het niet afgekeurd.
Hierbij botst de doelmatigheid aan de ene kant (verspreiding van het virus stoppen)
en de rechtszekerheid en rechtvaardigheid aan de andere kant. In dit geval wint die
doelmatigheid in de rechtszaal. Gezien de ernst en bijzonderheid van de crisis situatie.
Het moet wel bij wet zijn voorzien.
o Toeslagenaffaire
Het rapport dat werd uitgebracht door een commissie in de tweede kamer heette
ongekend onrecht.
Hierbij botste doelmatigheid (het doel van het beleid was erop gericht om fraude te
minimaliseren) met rechtvaardigheid (mensen die dit is overkomen werd
disproportioneel zwaar getroffen door de sanctie die de wet oplegde ook op hele
kleine overtredingen). Die rechtszekerheid daar is ook iets mee aan de hand: door de
regelgeving zo streng te maken gebeurt er ook iets met je gevoel voor
rechtszekerheid. De sanctie is zo disproportioneel dat het ingaat tegen de
verwachting die je hebt in een rechtssysteem.
o Reparaties voor koloniaal onrecht
Het gaat dus om de reparatie van onrecht uit het verleden. Dit gaat over de erfenis
van het apartheidsbewind in zuid Afrika. Onder de apartheid was er in zuid Afrika een
staat waarin de witte bovenlaag al de grond had en de grote meerderheid, de zwarte
en gekleurde bevolking, was ondergebracht in 13% niet erg vruchtbaar van het land,
de kleine witte minderheid had de rest (80%). Aan die apartheid is een einde gekomen
en toen kwam meteen de vraag op er is veel onrecht begaan in de zin van geweld
daar moet iets mee, daar kreeg je de waarheid en verzoeningscommissie. Maar er
, was ook een onrecht van verdrijvingen, van landroof, van hele bevolkingsgroepen die
in thuislanden werden samengebracht (moet je niet dat land teruggeven etc.).
In 3 decennia is er veel geprobeerd om iets aan die teruggave van land te doen. Dat is
heel moeilijk gebleken. Het is vrij minimaal als je ziet hoe de verhoudingen nu zijn.
Hoe komt het dat het zo moeilijk is voor zo’n land als Zuid-Afrika om het ongedaan te
maken; waarom is die landhervorming zo ingewikkeld vanuit die drie basisfuncties van
het recht?
Hierbij botst de doelmatigheid (het uitkopen van die boeren dat is vanuit een oogpunt
van doelmatigheid heel lastig. Er zit ook nog een economisch belang onder: de grond
wordt nu goed bewerkt en levert veel geld op en dat is voor de hele zuid Afrikaanse
economie goed. Als je ze allemaal gaat verdrijven en je zet er mensen neer die geen
ervaring hebben dan kan het leiden tot een economische crisis. Dat is voor de
welvaart ook problematisch). Je kan niet alleen naar het verleden kijken maar je moet
ook naar de toekomst kijken. Je moet ook kijken naar het heden waar die
eigendomsrechten heel goed gecompenseerd zijn. We mogen niet zomaar iemand
onteigenen zonder compensatie.
Wat is recht?
Antwoord 1: rechtspositivisme accent op rechtszekerheid
• Recht is wat in de rechtsbronnen staat.
• Het rechtspositivisme is een benadering van recht die een zekere
wetenschappelijkheid pretendeert.
• Rechtspositivisme willen bezig zijn met het recht zoals het ergens geld. Met het recht
zoals het door mensen gemaakt is, dus tot het beperken van het recht zoals we dat
ergens aantreffen. Een belangrijke vraag is hoe kunnen we dat recht identificeren. Je
moet dan weten wat de rechtsbronnen zijn.
• Wet, rechtspraak (jurisprudentie), gewoonterecht en verdragen. Rechtsbeginselen
zijn geldig recht als ze gecodificeerd zijn volgens rechtspositivisme. Als die daar niet
toe is terug te voeren dan is het geen geldig recht. Als de rechter het dan wel gebruik
dan is hij buiten de rechtsorde aan het winkelen om zijn beslissing te vinden. Dat is
meestal niet toegestaan bij rechtspositivisten. Dus recht is wat in de rechtsbronnen
staan. Elke rechtsregel moet terug te leiden zijn naar een bekende rechtsbron
• Met behulp van (een beperkt aantal erkende) rechtsbronnen kunnen we identificeren wat
geldend recht is.
• Ze willen zich beperken tot wat ze echt kunnen waarnemen als geldig recht. alles
moet te herleiden zijn tot een rechtsbron
• Lagere regels ontlenen hun gelding aan hogere regels
• Uiteindelijk kom je in de moeilijkheid dat je niet meer verder kunt. Kelsen heeft toen
gezegd je moet ervan uitgaan dat er een ongeschreven grondnorm bestaat want
anders kom je niet rond.
• Kan geldend recht onwenselijk of immoreel zijn? Ja.
• Als je echt zegt van zulk recht mag niet gelden en zal ik niet accepteren als geldig
recht dan ben je het rechtspositivisme aan het verlaten. Stel je bent een
rechtspositivist en je vindt dat dat racistische recht van Afrika geldig recht is, maar je
wil die wetten helemaal ongedaan maken hoe doe je dat dan. Dat doe je door een
nieuwe wet te maken waarin je zegt die en die wet worden geacht nooit te hebben
gegolden. Dan heb je een nieuwe wet die voorgaat op een oude wet.
• Er is een conceptuele scheiding tussen recht en moraal.
• Voor hen is er geen verband tussen de vraag geld een bepaalde regel of is een
bepaalde regel rechtvaardig. Een rechtspositivist maakt een conceptueel
onderscheid tussen het gelden van de regel en de vraag of die regel wel of niet
, rechtvaardig is. De vraag naar de gelding van recht is losgemaakt van de inhoudelijke
rechtvaardigheid.
• De rechter moet volgens de (letter van de) wet recht spreken, niet zijn eigen subjectieve
voorkeur volgen.
• Rechtspositivisme zetten het belang op de rechtszekerheid. Er hoort een vorm van
rechtspraak bij die dat geldende recht ook serieus neemt en dus ook bij de
toepassing van dat geldende recht vrij dicht blijft bij de letterlijke interpretatie van de
rechtsregels die hij nou eenmaal moet toepassen en bij rechtsregels zijn vastgesteld.
Het is een rechter die vrij dicht blijft bij dat geldende recht. Het is dus een strikte
wetstoepassing. Dus naar de letter van de wet: grammaticale interpretatie.
• De wet systematische interpretatiemethode vinden de rechtspositivisten ook wel
prima. Je zet het recht dan heel centraal in wat je bedoelt en staat. Je betrekt de
systematische context erbij dus je gaat iets van de wet af maar je blijft wel ook dicht
bij de wet.
• Hetzelfde geldt voor de wetshistorische interpretatie. Als de wettekst niet helemaal
duidelijk is dan kijkt hij terug naar de wettekst zoals die bedoeld is, hij blijft respect
betonen voor dat wat buiten hem staan en niet volgens zijn eigen opvatting. Ook hier
blijf je dus dicht bij de letter van de recht
• De rechter moet niet te veel nadenken zelf maar geeft ruimte aan de wettekst zelf en
ook aan de daadwerkelijke bedoeling die de wetgever destijds accommodeerde en
uitvaardigde. Daarmee voorkomt hij dat hij zijn eigen subjectieve voorkeur zouden
volgen. Dit zou namelijk gevaarlijk kunnen zijn volgens rechtspositivisten omdat het
de rechtszekerheid niet ten goede komt.
Wat is recht?
Antwoord 2a: natuurrecht accent op rechtvaardigheid
• Recht is wat correspondeert met wat onveranderlijk goed en rechtvaardig is.
• De kerkelijke leiders gingen zeggen niet gehoorzamen want dit is goddeloos wat deze
heerser heeft gezegd daar moet je je niet aan houden. Het natuurrecht gaat een
maatstaf formuleren of het wereldlijke recht wel geldend recht is. er is een
correspondentie tussen de gelding van recht en de vraag of het recht al dan niet
rechtvaardig is.
• Het positief recht vormt een uitwerking van het natuurrecht naar tijd en plaats.
• De wereldlijke vorst wordt het hulpje van de kerk. Die moet die kerkelijke leer
uitwerken in leefregels die een menselijke samenleving mogelijk moeten maken.
• Natuurrecht geldt rechtstreeks, ongeacht menselijke tussenkomst.
• Het hoeft dus niet door mensen gecodificeerd te worden om te kunnen gelden. Het
natuurrecht geldt dus sowieso. Die universele beginselen (je mag een ander niet
zomaar doden etc.) dat soort normen gelden gewoon ongeacht of de mens het ooit
heeft vastgesteld. Als er een wet tot stand komt die zegt dat je bepaalde groepen
moet beroven dan zou dat nooit gelden volgens natuurrechtdenkers: stelen mag
gewoon niet ook niet als het in een wettelijke gedaante wordt gegoten.
• Een onrechtvaardige (menselijke) wet is geen geldend recht.
• Een wet die evident in strijd komt met natuurrechtelijke waarde en beginselen is dus
geen geldig recht.
Frankrijk is aan het ene kant het land van de mensenrechten maar aan de ander kant een land met
christelijke tradities. Het spandoek suggereert dat er nooit een homohuwelijk mag worden komen: er
wordt een beroep gedaan op de natuur en het natuurrecht. Precies wat thomas van Aquino ook al
zei. In de huidige tijd denkt niet iedereen meer zo. Een tegendemonstratie in Parijs was dan weer
voor de gelijkheid. Dus gelijkheid betekent dat ook mensen van hetzelfde geslacht kunnen trouwen.
Dat is ook een natuurrechtelijk uitgangspunt: het idee dat iedereen gelijk is dat is een norm.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenaandevu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.