Volledige hoorcolleges B week 1 t/m 7 Encyclopedie II 2022
8 views 0 purchase
Course
Encyclopedie Der Rechtswetenschap II (E_ENCYCII)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Dit document bevat de volledig uitgetypte hoorcolleges B van het vak Encyclopedie der rechtswetenschap II uit het jaar van de studie Rechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit.
Encyclopedie Der Rechtswetenschap II (E_ENCYCII)
All documents for this subject (67)
Seller
Follow
rechtenaandevu
Reviews received
Content preview
Hoorcollege 1b
De aard van het recht: de grotverkenners
Opzet en doel van Hoorcollege B
• Bespreking van het grootste deel van de vragen uit de syllabus.
• Toepassing van concepten op actuele casus en discussie vinden plaats tijdens de
werkgroepen.
• Tip: lees de te behandelen tekst(en) van tevoren en bereid de vragen schriftelijk voor.
Lon Fullers Case of the Speluncean explorers (1949)
• 5 grotverkenners gaan op onderzoek uit. De grot stort in. Uiteindelijk 4 worden er levend
aangetroffen. Het was niet de bedoeling dat ze zo lang in die grot zouden zitten dus hebben
maar beperkte hoeveelheid eten en drinken bij zich. Het was dus onverwacht dat ze zo lang
bleven vast zitten. De grot was ingestort. Ze hebben radiocontact gehad: ze zouden niet
kunnen overleven met het eten dat ze hadden.
• Kannibalisme als enige kans om te overleven? De dokter gaf aan toen ze het vroegen dat ze
waarschijnlijk wel zouden kunnen overleven als ze 1 van hen zouden opeten. Ze hebben dus
radiocontact gehad. De vraag is alleen mag dit wel. Kannibalisme om te overleven is het
argument.
• Dobbelen voor je leven. 1 van die personen had dobbelstenen bij zich. Roger Whetmore had
dobbelstenen. Diegene die het dobbelspel verliest die wordt opgegeten. Op het moment
suprême zegt Roger Whetmore ik doe niet meer mee. Toen hij moest gooien trok hij zich
terug. De rest was het er niet mee eens want ze vonden het contractbreuk. Zij wilden dan
voor hem dobbelen en hij had geen bezwaar daartegen. Hij gaat akkoord. De laatste worp is
de worp die verliest. De man die het verzonnen had en op het laatste moment toch niet
meer mee wil doen komt als slachtoffer uit de bus. Hij wordt opgegeten.
• Er is een reddingsactie geweest. 10 reddingswerkers zijn tijdens het redden overleden.
• Een rigide strafwet was er in Newgarth: dit is moord en dat verdient de doodstraf. Zij die
iemand doden worden gestraft voor moord. Er is dus geen enkele uitweg. Deze
grotverkenners zouden dus voor de dood moeten worden veroordeeld.
• De vraag die aan 5 rechters worden gesteld is moeten de verkenners hangen en dus
veroordeeld worden?
• Zaak in eerste aanleg: het komt bij een jury. Er zit een jurist die voorzitter is van de rechtbank
en die heeft een cirkelredenering: als de grotonderzoekers schuldig zijn dan vinden wij dat ze
schuldig zijn. Maar eigenlijk vinden we dat die grotverkenners helemaal geen straf verdienen
maar we zitten met die strafwet. Maar verzoek tot gratie bij Chief Executive. Een Chief
executive is de hoogte uitvoerende macht, met andere woorden de president.
• Wij luisteren mee in de Raadkamer van het Supreme Court van Newgart. 5 rechters met 5
verschillende opinies.
Echt gebeurd? Regina v. Dudley & Stephens (VK, 1884)
Nee deze specifieke zaak niet. Maar wel gebaseerd op bijvoorbeeld Regina v. Dudley & Stephens. De
jongste jongen werd opgegeten omdat hij stierf aan zijn verzwakkingen. Zij werden toen ook
vervolgd.
Didactische relevantie van Lon Fullers casus van de grotverkenners
– Leuke, veel gebruikte inleiding in de rechtsfilosofie.
– Mooi geschreven klassieker.
– De belangrijkste posities en thema’s binnen de rechtsfilosofie zijn te herkennen.
– Veel cursusonderwerpen komen aan bod (o.a. rechtsvinding, democratie, rechtsstaat,
verhouding recht en politiek, verhouding utilitarisme en liberalisme, beroepsethiek).
,Filosofische en praktische relevantie van de casus
• 5 rechters, 5 opinies, 5 visies op de aard van het recht.
• Rechtsopvatting en rechtsvinding zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Afhankelijk van
het rechtsbegrip dat men hanteert, komt men ook tot een andere juridische uitkomst.
• De wezenlijke samenhang tussen rechtsfilosofie, rechtsvinding en rechtspraktijk: geen enkele
jurist (in welk beroep dan ook) ontkomt aan de ‘eeuwige vragen’ van Fuller (zie ook week 7).
Rechter 1: Truepenny (vraag 1)
• Als President van het Supreme Court heeft hij als eerste het woord en uit zijn mond horen wij
de casus.
• De ‘perfecte’ oplossing: veroordelen voor moord en dan het gratieverzoek aan de C.E.
steunen.
• Is dit zuiver juridisch (vraag 1)?
• Is dit juridisch zuiver?
Vraag 1: ‘Hoe luidt het oordeel van Truepenny? Is zijn oordeel volgens u zuiver juridisch?’
Rechter Truepenny is de chief justice. Via hem wordt de casus beschreven. Hij begint met de feiten
op pagina 14. Daarna begint hij met zijn betoog op pagina 16.
‘It seems to me … under the law’ & ‘In a case like … to the Chief Executive.’
Truepenny zegt in deze delen ik vind dat wat er gebeurd is in eerste aanleg dat dat prima is:
veroordeeld met een gratieverzoek. Dus eerst de grotverkenners veroordelen en daarna de motie
om gratie te verlenen steunen. Hij noemt dat een perfecte oplossing.
Waarom staat in de laatste zin van de alinea in pagina 16. ‘I think we may … the disregard of law’.
Dus vanwege de letter van de wet en de geest van de wet. Door deze oplossing wordt noch de letter
noch de geest van de wet veronachtzaamt en tegelijkertijd wordt er wel rechtvaardigheid gediend: ze
moeten wel vrijkomen. Maar niet vrijspreken want dat zou een verkeer signaal afgeven namelijk dat
de wet niet gevolgd moet worden.
De oplossing is niet zuiver juridisch omdat hij het recht te buiten gaat. Hij volgt de wet maar steunt
dan een gratieverzoek. Dus geen zuiver juridische oplossing.
Je zou je kunnen afvragen is dit juridisch zuiver? Is dit hoe de rechter met de wet moet omgaan, eerst
toepassen en daarna toch niet toepassen.
Doordat de strafbepaling zo rigide is geformuleerd dwingt de schrijver van de casus de rechters kleur
te kiezen.
Rechter 2: Foster (Vraag 2 & 3)
• Totaal onbegrip t.a.v. de positie van Truepenny: positieve rechtsorde wordt zelf veroordeeld
in het ‘tribunaal van het gezond verstand’ (hoger recht).
• Redenering 1: het recht van Newgarth is niet van toepassing (vraag 2). In plaats daarvan geldt
het natuurrecht.
• Redenering 2: het recht van Newgarth is wel van toepassing, maar wanneer de wet
teleologisch (redelijk) wordt geïnterpreteerd, wordt duidelijk dat de grotonderzoekers niet
wederrechtelijk hebben gehandeld (vraag 3).
• Constructivisme: de waarde van rechtvaardigheid.
• Conclusie: de grotverkenners gaan vrijuit.
Vraag 2: ‘Waarom meent Foster dat het recht van Newgarth eigenlijk niet van toepassing is en welke
conclusie verbindt hij daaraan?’
Zijn betoog begint op pagina 16. Hij heeft dus eerst naar rechter Truepenny geluisterd. Hij geeft aan
dat hij gechoqueerd is dat de president van het Hoger gerechtshof deze oplossing voorstelt. Foster is
,daar gechoqueerd over omdat hij ten eerste vindt dat de grotverkenners onschuldig zijn. Ten tweede
vindt hij dat er niet alleen zoiets bestaat als de positieve rechtsorde van Newgarth, maar ook bestaat
er zoiets als het tribunaal van het gezond verstand. Als wij de grotverkenners veroordelen dan wordt
die hele positieve rechtsorde zelf veroordeeld in het tribunaal van het gezond verstand. Dit is een
natuurrechtelijke redenering omdat er verwezen wordt naar hoger recht: het tribunaal van het
gezond verstand en dat is juist niet gecodificeerd maar dat is hoger, en het dient als maatstaf voor
het positieve recht. Dan is de uitdaging voor Foster hoe hij ze dan gaat vrij krijgen.
Hij heeft 2 redeneringen om ze vrij te krijgen.
De eerste redenering begint op pagina 16 onderaan. “The first of these grounds … disappears with it.’
En dan gaat het verder ‘whatever particular …. meaning and force’.
De eerste redenering is dat het positieve recht niet van toepassing is. De veronderstelling van het
positieve recht is dat er sprake is van vreedzaam samenleven. In de grot was er geen situatie van
vreedzaam samenleving maar een situatie van overleven. En dus is de conclusie: omdat er sprake
was van overleven in de grot het positieve recht van newgarth niet van toepassing, want er was geen
sprake van samenleven maar van overleven.
Wat is er dan wel van toepassing? Pagina 17 “I conclude therefore … they were guiltness of any
crime’ en ‘it was necessary … found themselves’. Hij geeft twee antwoorden. Hij spreekt over een
state of nature. Denk aan de contractdenkers: hobbes, rousseau en locke. En die contract denkers
hadden het idee van het sociaal contract als een begin van de rechtsorde. Die toestand voordat de
rechtsorde er was noemde ze de natuur toestand: een toestand zonder positief recht.
Hij zegt dus ten eerste er was helemaal geen positief recht van toepassing er was een
natuurtoestand. Maar daarna heeft hij het over een ‘new charter of government’ en dat is dat
nieuwe sociale contract. Die dobbelovereenkomst. Dus Foster zegt die overeenkomst om samen te
dobbelen was het begin van een nieuwe rechtsorde en volgens die rechtsorde was het compleet oké
om 1 van hen op te eten.
Dus 2 antwoorden:
1. Geen enkel positief recht want natuurtoestand.
Ofwel:
2. Nieuw sociaal contact en ander positief recht
Dit was dus redenering 1.
Vraag 3: ‘Foster betoogt dat trouw aan de wet betekent dat je als rechter het doel van de wet
probeert te realiseren. Welke argumenten voert hij daarvoor aan? Vindt u zijn reconstructie van het
doel van de wet in kwestie overtuigend?’
De tweede redenering begint op pagina 18 onderaan. “This concludes the exposition … their
underground prison”. De start van de redenering is dat het positieve recht wel van toepassing is in dit
geval. Dus dit is anders dan net.
Pagina 19 bovenaan ‘Now it is, of course, …. to expatiate on it’. Verder in diezelfde alinea onder deze
citatie gaat hij door met het noemen van jurisprudentie.
Hij gaat dan een strafuitsluitingsgrond uit de hoge hoed toveren: ‘the true reconciliation … to the
case at bar’ en ‘accordingly, if we read ... to the case of self-defense’. Het recht van newgarth is wel
van toepassing maar we moeten dat redelijk interpreteren volgens Foster. We moeten altijd kijken
naar het doel van de wet: teleologische interpretatie.
Het strafrecht heeft 1 doel: afschrikken. Mensen die aangevallen worden en zichzelf verdedigen bij
dat soort situaties kan de strafwet eigenlijk niet afschrikwekkend werken en dus zegt Foster kunnen
, we een beroep doen op een strafuitsluitingsgrond zelfverdediging, dus is die strafwet niet van
toepassing, dus gaan de grotverkenners vrij uit.
De tweede redenering zouden we constructivistisch kunnen noemen.
Rechter 3: Tatting
• Innerlijk verscheurd, emotie nauwelijks te onderscheiden van ratio
-> rechtsrealisme
• Kritische vragen t.a.v. Foster I:
- wie bepaalt de invulling van het ‘natuurrecht’?
- hoe lang duurt de ‘natuurtoestand’?
- kan je contracteren over de dood?
- stemde iedereen in met het contract?
- zijn wij wel bevoegd?
Dit is de rechter die spreekt als derde. Die zal reageren op zijn twee collega’s en je zou zijn betoog
kunnen relateren aan 2 filosofische posities. Aan de ene kant die van het rechtsrealisme (deze legt de
nadruk op dat het recht helemaal niet zo rationeel is maar dat er veel emotie bij komt kijken. Tatting
is emotioneel) hij heeft ook kritische vragen ten aanzien van zowel de eerste als tweede redenering
van Foster. De eerste kritiek is op pagina 20 en 21 (zelf bestuderen). Dit is kritiek op Foster argument
op het natuurrecht: wie bepaalt wat dat natuurrecht precies zegt, hoelang duurt zon natuurtoestand
en kun je überhaupt een contract sluiten waarmee je zegt je mag doden. Stemde iedereen in met het
contract en zijn de rechters wel bevoegd om natuurrecht toe te passen want zij zitten niet in de
natuurtoestand.
Rechter 3: Tatting (vraag 4)
• Kritische vraag t.a.v. Foster II (vraag 4): meerdere doelen van de strafwet: preventie,
vergelding, rehabilitatie etc.
• Andere uitleg zelfverdediging.
• ‘I find that almost every consideration that bears on the decision of the case is
counterbalanced by an opposing consideration leading in the opposite direction’ -> Critical
Legal Studies
• Twijfel over de te volgen koers: Tatting kan nu niet beslissen.
Vraag 4: ‘Welke argumenten brengt rechter Tatting tegen Fosters methode van rechtsvinding in?’
We zoomen in op de kritiek van de tweede redenering.
Pagina 22 bovenaan ‘Though commonwealt v. Parry … of self defense’. Dit ondersteunt fosters
interpretatie dit arrest. Maar ‘the difficulty is that … are disputed?’. Deze Alinea heeft kritiek op die
stevige stelling van foster dat het strafrecht maar 1 doel heeft namelijk afschrikking. Het strafrecht
heeft meerdere doelen volgens tatting, zoals vergelding of rehabilitatie. De eerste vraag die foster
stelt is: er zijn meerdere doelen.
Dan gaan we inzoomen op zelfverdediging in de volgende alinea: ‘A similiar difficulty is presented ….
what they should do’. Dus als je zou kijken naar zelfverdediging dan bestaat die grond, alleen die kan
je alleen inroepen als je handelen niet willens en wetens was maar dat je je direct hebt verdedigd op
het moment dat je aangevallen wordt. Die grotverkenners hebben dagenlang nagedacht over wat ze
zouden doen, radiocontact gehad etc. Als je zelf verdediging op die manier interpreteert dan kunnen
de grotverkenners daar nooit een beroep op doen.
Tatting zegt eigenlijk kan ik niet beslissen. Pagina 23 ‘my mind becomes … in the opposite direction’.
Hij zal dus niet beslissen, in ieder geval nog niet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenaandevu. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.33. You're not tied to anything after your purchase.