EHBO 2 samenvatting
Eerste hulp?
Is de eerste verzorging van een dier, dat lijdt aan de gevolgen van een ongeval of een plotseling
ontstane of pas ontdekte ziekte.
Wat zijn de doelen van eerste hulp?
- Leven van het dier ins tand houden, het dier dus stabiliseren
- Lijden van het dier verlichten
- Erger letsel voorkomen
- Het herstel proberen te bevorderen
De regels van eerste hulp zijn:
- Denk aan de veiligheid: van het dier, jezelf, maar ook van de omstanders
- Blijf rustig, raak niet in paniek
- Werk volgens een vast protocol
Welke vragen stel je aan de eigenaar bij de anamnese?
- Gegevens van de eigenaar. Minimaal naam en telefoonnummer noteren
- Signalement van het dier
- Wat is er gebeurt en wanneer is het gebeurt?
- Waar bevindt het dier zich nu?
- Wat is de toestand van het dier? (Uitwendige verwondingen, bloedingen, benauwdheid,
ademhaling, bewustzijn, urine, ontlasting, gebraakt, gehoest)
Wat is belangrijk om hierna te vragen?
- Hoe en hoe snel de eigenaar met het dier kan komen
- Of er een ander persoon aanwezig is om te helpen
- Of de eigenaar wel in staat is om te handelen
Wat bepaal jij als paraveterinair met deze antwoorden?
- Tot welke categorie het spoedgeval behoort (triage): directe spoed, 12-24 uur, advies geven
- Welke relevante instructies je de eigenaar kan geven
- Welke noodzakelijke maatregelen je alvast op de praktijk kan treffen
Waar moet op gelet worden tijdens het transport van een patiënt naar de praktijk?
Algemene conditie van het dier, de luchtwegen moeten vrij blijven en er moet gecontroleerd worden
op bloedingen. Waarschuw de eigenaar dat het dier anders kan reageren dan normaal.
Wat is belangrijk bij het vervoer van een kat?
Dat ze in een mandje vervoerd worden, daarin voelen ze zich het veiligst.
Hoe kun je een hond het beste vervoeren?
Als een hond niet meer kan staan kan die het beste op een plank gelegd worden. Er moet ook goed
gelet worden op de ademhaling van het dier. Als het vervoer niet lukt kan er een dierenambulance
gebeld worden.
,Welke maatregelen kunnen genomen worden in de praktijk als voorbereiding op een spoedgeval?
- Zorg bij benauwdheid dat er zuurstof klaarstaat en de mogelijkheid tot intuberen.
- Bij mogelijke shock moet er een infuus klaargelegd worden. Vaak gaat dit intraveneus dus leg
ook een scheerapparaat en een watje met alcohol klaar.
- Breng de röntgenkamer in gereedheid.
- Maak een opnamehokje klaar met warmtedeken of lamp
- Bespreek met de dierenarts welke medicijnen klaargezet moeten worden.
- Als er een crashkit aanwezig is, zet deze dan klaar
Wat is belangrijk bij het aannemen van een spoedpatiënt?
Mensen met het dier direct naar de spreekkamer brengen, niet laten wachten. Als paraveterinair
altijd bij de dierenarts blijven om te kunnen helpen waar nodig. Bij het overnemen van de patiënt
doorgeven aan de eigenaar wat er gaat gebeuren.
Wat is belangrijk bij de opvang van de eigenaar?
Eigenaar proberen te kalmeren, apart laten zitten en wat te drinken aanbieden. Geen prognoses
geven.
H2 Het spoedonderzoek
SPARTA
Slijmvliezen, Pols, Ademhaling, Reflexen, Temperatuur en Auscultatie.
Waar kijk je naar bij de slijmvliezen?
Kleur, CRT, vochtigheid en bloedingen of beschadigingen.
Bleke of witte slijmvliezen verminderde perifere doorbloeding (shock) of door bloedarmoede
(anemie)
Blauwe slijmvliezen zuurstoftekort
Waar let je op bij de pols?
KRESS: kracht, regelmaat, equaliteit (elke slag even groot), synchroniciteit (dat na elke hartslag een
polsslag komt) en symmetrie (links en rechts gelijk).
Waar kan een zwakke (niet krachtige) pols op wijzen?
Op een verminderde doorbloeding (shock).
Waar kan een verhoogde polsfrequentie het gevolg van zijn?
Van pijn, stress of een verminderde doorbloeding (shock).
Wat controleer je bij de ademhaling?
Je bepaalt de frequentie, het type, de diepte en het ritme.
Costo-abdominale ademhaling normaal, houdt in dat de borstwand en buikwand evenveel
bijdragen aan de ademhaling.
Abdominale ademhaling overdreven buikbeweging bij elke ademhaling
Costale ademhaling overdreven rib (borstkast) beweging bij elke ademhaling
,Wanneer komt er een pendelende ademhaling voor?
Bij een scheur in het middenrif, een hernia diafragmatica.
Welke reflexen worden er allemaal gecontroleerd?
Pupilreflex, de dreigreflex, corneareflex, terugtrekrefrex, kniepeesreflex, pijnreflex en de anusreflex.
Wat is belangrijk bij auscultatie?
Dat zowel links als rechts naar het hart en de longen geluisterd wordt.
Wat controleer je bij Airway?
controleren of de luchtwegen vrij zijn, hals strekken en tong uit de bek trekken en inspecteer de keel.
Eventueel de Heimlich-methode toepassen.
Wat is controleer je bij Breathing?
Controleren of het dier nog zelfstandig ademhaalt. Dit kan door naar de adembeweging te kijken
maar ook kun je uitgeademde lucht voelen of zien.
Wat kun je doen als een dier niet meer ademt?
- Beademen doe je door de bek dicht te houden met de bovenlippen over de onderlippen. Zet
je mond op de neus en blaas rustig in de longen.
- Ribboog naar buiten trekken, zo creëer je een vacuüm en zuigt het dier lucht aan.
- Dier op de zijde leggen op een stevige ondergrond. Strek de kop en hals en trek de ton naar
voren. Beide handen plat op de ribwand leggen vlak achter het schouderblad. Daarna met
beide handen krachtig duwen op de borstwand en daarna snel loslaten.
Wat controleer je bij Circulation?
Dit controleer je door de pols te voelen in de lies en naar de hartslag luisteren. Ook controleren of er
bloedingen zijn.
Hoe wordt een reanimatie uitgevoerd?
Dier in zijligging, de borstwand mag 25-40% ingedrukt worden. Kleine dieren moeten 100-120
compressies per minuut krijgen, grotere dieren 80-100 compressies per minuut. Ondertussen moet
het dier beademd worden. Verhouding tussen hartcompressies en ademhaling is 15:2.
Hoe kan een shock herkend worden?
Slechte perifere circulatie, is duidelijk te zien aan de CRT. Deze is >1sec en slijmvliezen zijn breek van
kleur. Verlaagde bloeddruk. Kan behandeld worden met vloeistoftherapie.
Wat controleer je bij Disabilities?
Aan de hand van reflexen en het bewustzijnsniveau kan er beoordeeld worden of er neurologische
functieverlies is.
Waaraan kun je zien dat een dier dood is?
, Ademhaling stopt, hart stopt met kloppen, geen adembewegingen, geen pols, geen hartslag, reflexen
afwezig, corneareflex verdwijnt, pupillen vertonen lichtstijve mydriasis, ogen zijn open en dof, urine
en feces laten lopen, lichaamstemperatuur daalt, spierspanning verandert.
H4 Nader onderzoek
De anamnese wordt in vier categorieën verdeeld:
- Probleem/klacht
- Leefomstandigheden van het dier
- Algemeen functioneren van het dier (homeostase)
- Ziektegeschiedenis
Waar wordt er op gelet bij de volgende onderdelen van een lichamelijk onderzoek?
- Neus: bloedingen, zwelling, beschadiging
- Mond: verwondingen, bloedingen, scheur in het gehemelte bij katten, breuk onderste
kaaktakken bij katten
- Ogen: bloedingen, reflexen
- Oren: als er bloed in een oor zit kan de schedel beschadigd zijn
- Ledematen: abnormale standen en zwellingen, fractuur kijken of die open of gesloten is,
parese (kan gecontroleerd worden met pijn- en de correctiereflexen), voel of er spanning in
de staart zit.
- Thorax: bij beschadigingen de diepte bepalen, luister of er lucht aangezogen wordt.
- Abdomen: bij scheuren in de buikwand liggen er abnormale zwellingen onder de huid, bij
beschadiging huid ontstaat er peritonitis, als organen zichtbaar zijn vochtig houden en nooit
terug stoppen.
- Urine en ontlasting: kijken of er bloed bij zit.
Wanneer doe je een bloedonderzoek?
Voor inventarisatie en voor het stellen van een diagnose.
Wanneer doe je een röntgenonderzoek?
Bij fracturen, benauwdheid en problemen met de buikholte.
Wanneer doe je een punctie?
Als er vocht in de buik of buikholte wordt vermoed.
H5 Handelingen
Wat zet je klaar om een infuus in te brengen?
Infuusvloeistof (ringerlactaat), infuussysteem, infuusstandaard, intraveneuze katheter (braunule),
stukjes pleistertape (leukoplast), een schaar en een verbandje. Verder leg je een scheerapparaat en
een watje met alcohol klaar.
Hoe wordt het infuus ingebracht?
Helper stuwt poot in de elleboogholte en houdt de kop omhoog en iets opzij. De ander brengt de
braunule in en stuwing wordt opgeheven. Infuusslang wordt aangekoppeld en opengezet. Braunule
wordt gefixeerd met stukjes pleistertape en verband.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimdeleeuw1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.70. You're not tied to anything after your purchase.