Een complete maar toch compacte samenvatting van hoofdstuk 24 tot hoofdstuk 33 aan de hand van de vragen die worden gesteld in het document.
Deze vragen zijn, net zoals in het boek, in het Engels maar de antwoorden zijn in het Nederlands.
Test Bank For History of World Societies Volume 2 11th Edition By Wiesner Hanks 9781319059330 ALL Chapters .
Test Bank For History of World Societies Volume 2 11th Edition By Wiesner Hanks 9781319059330 ALL Chapters .
Early Modern History - Utrecht University 2022/23
All for this textbook (7)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Geschiedenis
Eigentijdse Geschiedenis (GE1V21003)
All documents for this subject (27)
8
reviews
By: sienboekraad • 5 months ago
By: samhoogenberg • 1 year ago
Translated by Google
bad language
By: pjotrleeuw • 1 year ago
By: Lisastooker • 1 year ago
By: lennypam • 2 year ago
By: rubenvsdh • 2 year ago
By: yorwin • 2 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
PdV2002
Reviews received
Content preview
Samenvatting hoofdstuk 24-33.
Eigentijdse geschiedenis
,Inhoud
Hoofdstuk 24 Ideologies of Change in Europe 1815-1914..............................................................2
........................................................................................................................................................8
Hoofdstuk 25 Africa, the Ottoman Empire, and the New Imprealism............................................8
Hoofdstuk 26 Asia and the Pacific in the Era Of Imperialism........................................................12
Hoofdstuk 27 The Americas in the Age of Liberalism...................................................................14
Hoofdstuk 28 World War and Revolution.....................................................................................17
Hoofdstuk 29 Nationalism in Asia.................................................................................................22
Hoofdstuk 30 The Great Depression and World War II.................................................................26
Hoofdstuk 31 Decolonization, Revolution and the Cold War........................................................34
Hoofdstuk 32 Liberalization..............................................................................................................38
Hoofdstuk 33 The Contemporary World in Historical Perspective...................................................45
Hoofdstuk 24 Ideologies of Change in Europe 1815-1914
,How did the allies fashion a peace settlement in 1815, and what radical ideas emerged
between 1815 and 1848?
Na het verslaan van Napoleon door de Quadrupel Alliantie (Rusland, Pruissen, Oostenrijk en
Groot-Brittannië), besloten zij op het Congres van Wenen een vredesverdrag waarbij er
sterke maatregelen werden genomen tegen Frankrijk. De Quadrupel leden gingen er ook
mee akkoord om regelmatig bij elkaar te komen om zo de vrede te bewaren en
gemeenschappelijke interesses te bespreken. Dit laat een transformatie in diplomatie in
Europa zien.
Klemens von Metternich (Minister van Buitenlandse zaken Oostenrijk) vormde in 1815 de
Heilige Alliantie gezamenlijk met Rusland en Pruissen. Metternich was erg conservatief
ingesteld. Daarom was hij tegen het liberalisme en nationalisme.
Liberalisme = vrijheid en gelijkheid. Deze ideeën werden voor het eerst gebruikt en
verdedigd in 1815. Ze werden geïdealiseerd in de verschillende revoluties, beginnend bij de
Amerikaanse. Het idee van vrijheid was ook bedoeld voor het individu; vrijheid van pers,
vrijheid van spreken etc. Liberalisme kreeg meer radicale competitie in de 19 e eeuw. Zo
kreeg je de doctrine van laissez faire (beleid van minimale overheidsinmenging in de
economische aangelegenheden van individuen en de samenleving).
Nationalisme = een radicale nieuwe ideologie die ontstond na 1815. Er was een etnische
groep met een eigen cultuur. Deze groep had een gedeelde geschiedenis. Het politieke
ideaal was/is om een territorium te maken met vaststaande, duidelijke grenzen in een
onafhankelijke natiestaat. Het idee van liberalisme (individuele vrijheid) en een vrije natie
overlapte veel.
Socialisme = een tweede radicale nieuwe ideologie. Deze begon in Frankrijk. Vroege
Franse socialisten hadden een gedeelde teleurstelling in de uitkomst van de Franse
revolutie. Door het opkomen van de radicale stromingen, zagen zij vooral het egoïstische
individu. Ze voelden de urgentie om de arme te helpen, degene waar van de
leefomstandigheden niet verbeterd waren. De economie moest door de regering radicaal
gereorganiseerd worden; de prijzen moesten gecontroleerd worden en grond moest
reguleren. Tot 1840 was Frankrijk het centrum van het socialisme maar daar was Karl Marx.
Hij maakte van deze gedachte een moderne ideologie. Volgens Marx had de ene klasse
altijd de andere uitgebuit en met de komst van de moderne industrie was de samenleving
duidelijker dan ooit tevoren verdeeld: tussen de goed opgeleide en welvarende
middenklasse (bourgeois) en de moderne arbeidersklasse (proletariaat).
,Why did revolutions triumph briefly throughout most of Europe in 1848, and why did
they fail?
In de lente van 1848 hadden veel mensen bezwaar tegen behuizing en belastingen. Deze
conflicten werden gevoed door de nieuwe politieke ideologieën, deze waren geboren uit
teleurstellingen van de vorige revoluties. Deze ideologieën hielpen bij het omzetten van deze
frustraties naar revoluties.
In Groot-Brittannië zorgde The Reform Bill of 1832 voor meer representatie in het house of
commons en konden er meer mensen stemmen. Voor de eerste keer konden hierdoor ook
de midden klasse stemmen. The New Poor law 1834 zorgde ervoor dat de armen in
werkhuizen werden gehuisvest, gekleed en gevoed. Kinderen die het werkhuis
binnenkwamen, zouden wat scholing krijgen. In ruil voor deze zorg zouden alle arme
arbeiders enkele uren per dag moeten werken. Er kwam veel protest tegen deze nieuwe
maatregelen omdat er nog steeds veel uitsluiting was.
De revoluties in Frankrijk eindigde in een mislukking. De middel en de werkende klasse
keerden zich tegen elkaar. Hierdoor kon de neef van Napoleon Bonaparte, Louis Napoleon,
een grote overwinning behalen tijdens de verkiezing van december 1848.
In centraal Europa waren de conflicten verergerd door de economische crisis. Ze werden
gedomineerd door social elites. De revolutie in Oostenrijk begon in 1848 in Hongarije, toen
de Hongaarse nationalisten volledige autonomie eisten. De coalitie van revolutionaire was
echter niet stabiel genoeg en verzwakt en vernietigd door de nationale aspiraties. Uiteindelijk
werd de revolutie neergeslagen door de Habsburgers.
Na Oostenrijk was Pruissen het grootste koninkrijk in de Duitse Confederatie. In 1848
midden klasse Pruisische liberalen hadden het idee om Pruissen te herindelen als een
liberale constitiuonele monarchie. Koning Frederick William IV werd uiteindelijk de heerser
van de nieuwe Duitse nationale staat. Oostenrijk ging hier echter niet mee akkoord, gesteund
door Rusland, werd alles teruggedraaid.
Dus de revoluties in Europa in 1848 waren niet succesvol doordat ze niet één geheel bleven
en niet goed waren georganiseerd.
How did strong leaders and nation building transform Italy, German and Russia?
Italië is altijd een lapendeken geweest, tot het jaar 1850. Na 1815 hadden veel Italianen al
de wens voor één verenigd Italië maar er was geen methode gevonden om dit te bereiken.
Nationalist Giuseppe Mazzini zijn ideeën voor het vormen van een democratische Italiaanse
, republiek werden verwoest door Oostenrijk. Victor Emmanuel (koning van het zelfstandige
Sardinië) had een liberale constructie, zij werden gezien als de starters. Het nieuwe
koninkrijk (Venetië kwam erbij in 1866 en Rome in 1870) werd geleidt door Victor Emmanuel,
het was een parlementaire monarchie. Alleen een klein deel van de Italiaanse mannen kon
stemmen.
In Pruissen werd Otto von Bismarck aangewezen om een nieuw ministerie aan te wijzen.
Bismarck had de Pruissische bureaucratie beveelt door te gaan met het ophalen van
belastingen, hij reorganiseerde het leger. In 1866 lanceerde Bismarck de Austro-Pruisissche
oorlog met de intentie om Oostenrijk te verlossen van de Duitse politiek. De oorlog duurde
‘maar’ 7 weken, Pruissen versloeg Oostenrijk en dwong hen om zich los te weken van de
Duitse politiek. Elke staat had zijn eigen lokale overheid maar de federale overheid
(Bismarck en Wilhelm I) hadden de controle over het leger. De midden klasse liberalen
stonden versteld door de prestaties van Bismarck en waren daarom bereidt om mee te
werken.
In 1850 was Rusland een arme boeren samenleving met een groeiende populatie. Tsaar
Alexander II werden door de militaire verzwakking gedwongen om Rusland te moderniseren.
Dit deden zijn op de volgende manieren:
- Bevrijding van de lijfeigenen.
- Hervorming van het legale systeem. Dit zorgde voor onafhankelijke rechtbanken,
gelijkheid voor de wet. Russische joden kregen hierdoor ook meer rechten.
Rusland zijn grootste streven naar moderniteit was niet sociaal maar economisch
onderbouwd. Er werd door de overheid een treinrails gesubsidieerd wat er voor zorgde
dat Rusland sneller kon exporteren en hierdoor meer geld kon verdienen voor verdere
industrialisatie. In 1881 kwam de hervorming abrupt aan zijn einde door een anarchist.
Politieke modernisatie stond stil tot 1905 maar de economische ontwikkelingen liepen
door. Sergei Witte was een sleutelfiguur omdat hij de treinrails verdubbelde en de tariff
protection toepaste. In 1900 begon Rusland een enorme inhaalslag ten opzichte van
Europa. Het gebied bereidde zich uit maar Japan was het hier niet mee eens. De
protesten werden niet serieus genomen, wat zorgden in een grote Japanse aanval in
1905. Op22 januari 1905 was er een stil protest van arbeiders voor het verbeteren van de
arbeidsomstandigheden, zij werden aangevallen door troepen van de tsaar. Dit noemen
we Bloody Sunday en was de aanzet voor meerdere protesten door het land heen. Onder
de nieuwe constructie van Nicholas II (Oktober Manifesto, wat zorgde voor
burgerrechten), werd Rusland een moderne natie, een conservatieve constitutionele
monarchie met een agrarische maar industriële economie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PdV2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.32. You're not tied to anything after your purchase.