SOCIAAL RECHT 2:
1. SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT
1.1 WAT IS DE SOCIALE ZEKERHEID?
Definitie: “Geheel van maatregelen en instellingen die tot doel hebben aan elke
burger voldoende bestaansmiddelen te waarborgen, op ogenblikken waarop diens
bestaanszekerheid ten gevolgde van bepaalde risico’s wordt bedreigd.”
Sociale zekerheid wordt op verschillende manieren geboden
o De sociale verzekeringen: de sociale zekerheid in strikte zin (= een
verzekeringssysteem gebaseerd op solidariteit, rechten in de sociale
zekerheid worden geopend door het betalen van bijdragen), deze bestaat uit
7 takken:
Ziekte- en invaliditeitsverzekering
Arbeidsongevallenverzekering
Beroepsziekteverzekering
Werkloosheid
Gezinsbijslag
Rust- en overlevingspensioen
Jaarlijkse vakantie
o De federale sociale bijstand (of “residuaire regelingen”): behoort tot de
sociale zekerheid in ruime zin en wil een minimuminkomen garanderen aan
de hele bevolking, is niet gebaseerd op een verzekeringssysteem; toegang
wordt enkel verleend aan wie onvoldoende bestaansmiddelen heeft
Maatschappelijke integratie
Inkomensgarantie voor ouderen (IGO)
Vlaamse sociale bescherming
(Federale) tegemoetkomingen aan gehandicapten
Sociale risico’s kunnen op twee manieren de bestaanszekerheid van de burger
aantasten door:
o Het inkomen te verminderen:
Een sociaal risico kan tot gevolg hebben dat het arbeidsinkomen van
de verzekerde geheel of gedeeltelijk wegvalt
Bij een ongeval, zwangerschap en na de bevalling, ziekte,
werkloosheid en ouderdom
Sociale zekerheid vangt dan het inkomensverlies op
o De uitgaven te vermeerderen:
Een sociaal risico kan ook tot gevolg hebben dat het normale
arbeidsinkomen aangetast wordt door niet te voorziene of moeilijk te
dragen bijkomende uitgaven
Zo kunnen een ongeval of een ziekte zware uitgaven voor
medische zorgen tot gevolg hebben
Sociale zekerheid zal deze kosten (gedeeltelijk) opvangen of
terugbetalen
1
,1.2 GESCHIEDENIS VAN DE BELGISCHE SOCIALE
ZEKERHEID
Middeleeuwen
o Standenmaatschappij
Wordt geboren in bepaalde stand, je geraakt hier niet uit
o Armoede = straf van God
o Armoede wordt niet gezien als sociaal probleem
o Oplossingen:
Liefdadigheid
Steun van de familie
de
Midden 19 eeuw
o Voedselcrisis
o Stijgende voedselprijzen
o Teloorgang huisnijverheid door opkomst fabrieken
= stijging armoede
Industriële revolutie
o Ontstaan eerste vakbonden
o Ontwikkeling van het socialisme
o Karl Marx en Friedrich Engels organiseerden vanuit Brussel een netwerk van
arbeidsorganisaties die leidde tot de Eerste Internationale
Coalitieverbod 1791 – 1866
o Maar maatschappijen van onderlinge bijstand worden gedoogd (omwille van
veel armoede)
Overheid kwam niet tussen, mensen onder elkaar geven deeltje van
hun loon of voor werknemers die ziek worden
o Niet verenigen (geen vakbonden oprichten)
o Vanaf 1867: staken is strafbaar
o Vanaf 1921: als je staakt, word je ontslagen
o Vanaf 1967: als je staakt, schorsing: is nu nog altijd (geen recht op loon)
1842 (datum niet kennen): eerste vakbond ALCIT (vereniging van typografen in
Brussel)
1857 (datum niet kennen):
o “Broederlijke Maatschappij der Wevers”
o “Maatschappij der Noodlijdende Broeders” (spinners)
Vanaf 1886
o Eerste sociale maatregelen na grote sociale onrust
o Werkgevers moeten verplicht hun werknemers in geld uitbetalen (1887)
1890: eerste werklozenklassen
1901: “Ghent system”
o Vakbonden die de sociale uitkering gaat uitbetalen
Bijvoorbeeld: ziekenfondsen betalen ziekteverzekeringen uit
1903: wet op de arbeidsongevallen
1925: verplicht pensioensysteem voor arbeiders en bedienden uit de privésector
1930: wet op de kinderbijslag
1944: Henri Fuss: “Sociale zekerheid is een noodzakelijke basis voor vrede op lange
termijn” --> begin van de sociale zekerheid
2
,--> datums niet te kennen, enkel 1944
1944: “Ontwerp van overeenkomst tot sociale solidariteit”
o Systeem van verplichte sociale verzekeringen voor alle werknemers
o 5 sectoren:
Ziekte- en invaliditeitsverzekering
Werkloosheid
Gezinsbijslag
Rust- en overlevingspensioen
Jaarlijkse vakantie
o Inning bijdragen door nationaal repartitiefonds (latere RSZ)
Globale bijdrage van 23,5% van het loon (8% ten laste van werknemer
en 15,5% ten laste van werkgever)
Dit is nu enorm gestegen: 13,07% ten laste van werknemer
o Optrekken uitkeringen tot “redelijk” niveau
Bij arbeidsongeschiktheid: 60% van het loon, verminderd tot 50% na
één jaar
Gezondheidszorgen werden uitgebreid tot gezinsleden
Pensioenen werden opgetrokken tot 50% van het gemiddeld loon
(gedeeltelijk via kapitalisatie, gedeeltelijk via repartitie)
o Tijdens het Ardennenoffensief wordt de “Besluitwet op de sociale zekerheid”
ondertekend (28 december 1944)
Naoorlogse periode (enkele topics)
o Verandering visie op de taak van de sociale zekerheid: van bestrijding
armoede naar behoud welvaartsniveau
o Sociale uitkeringen wijzigen van éénzelfde bedrag voor iedereen naar
percentage van het eigen loon
o Pensioenstelsel
Van kapitalisatie naar repartitie
75% van het gemiddeld loon voor gezinshoofden – 60% voor de
anderen
o ZIV: afspraken over tarieven van artsen
o Ontstaan sociale zekerheid voor zelfstandigen
o 1949: toelage voor “moeder aan de haard” (afgeschaft in 1957)
o 1952: algemene koppeling van de lonen en uitkeringen aan de
consumptieprijsindex
Leven wordt duurder, lonen stijgen!!
o 1974
Wet op het bestaansminimum (= leefloon)
Invoering brugpensioen (SVT)
Als je op bepaalde leeftijd zit, en je wordt dan ontslagen,
betaalt het bedrijf je een bepaalde toeslag omdat deze mensen
in de werkloosheid blijven zitten
o 1994
Invoering art. 23 GW (sociale grondrechten): standstill verplichting
Is een bepaling waardoor verleende rechten in de toekomst
behouden dienen te blijven of waarbij er geen verdere
3
Invoering Bijzondere Bijdrage voor de
Sociale Zekerheid (BBSZ)
Sociale zekerheid kan niet achteruit
, restricties of voorwaarden aan een bepaald recht kunnen
worden opgelegd
o 2012: degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen
Niveau van het loonplafond daalt
Dalen in de tijd
Niveau van het percentage daalt
o 2015-2019: taxshift
Is een verandering in de wijze waarop een overheid belasting heft. Bij
het doorvoeren van een taxshift worden een of meerdere belastingen
geëlimineerd of verlaagd, en andere verhoogd, terwijl de totale
ontvangsten ongeveer gelijk blijven
o 2016: invoering re-integratietraject
1.3 ENKELE KENMERKEN VAN DE TRADITIONELE
SOCIALE ZEKERHEID
Solidariteit
o Centrale begrip in ons sociale zekerheidssysteem
Tussen werkenden en werklozen
Tussen jongeren en ouderen
Tussen gezonden en zieken
Tussen mensen met en mensen zonder inkomen
Tussen gezinnen met en gezinnen zonder kinderen
o De bijdragen die worden betaald op het loon van de werknemers, worden
gebruikt voor de financiering van de sociale zekerheid voor alle
rechthebbenden
o Die solidariteit is gewaarborgd door
Werkenden betalen bijdragen in verhouding tot hun loon
Financiering gebeurt door de gemeenschap
Sociale partners (vakbonden, ziekenfondsen en
werkgeverorganisaties) beslissen mee over het systeem
Verplicht karakter
o Sociale verzekeringen zijn verplicht
Men heeft niet de keuze er al dan niet aan te willen deelnemen en
enkel een eigen persoonlijke verzekering te nemen
Men kan ook niet kiezen geen bijdragen te betalen voor takken van de
sociale zekerheid waar men geen belang bij zou hebben
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller reinebland. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.