ADHD
Kenmerken
Defenitie = aandachtstekortstoornis met of zonder hyperactiviteit
= een stoornis die gekenmerkt w door een hardnekkig partoon van significante problemen (kind en omgeving ondervindt last) op vlak van
onoplettendheid en/of hyperactiviteit – impulsiviteit
Primaire Onoplettendheid= onvoldoende aandacht voor details, slordige fouten
gedragskenmerken Hyperactiviteit= activiteitsniveau (overbeweeglijkheid, motorische onrust, druk gedrag ) is niet aangepast aan omgeving
Impulsiviteit= zomaar doen zonder na te denken
! Voorwaarden: symptomen min gedurende 6mnd, voor 12j symptomen al opgemerkt, symptomen moeten in meer dan 1 context voorkomen,
zorgt voor significante beperking in dagelijkse leven, symptomen zijn duidelijk primair.
Fenotypes Overwegend onoplettend type/beeld → ADD
= manier waarop stoornis Overwegend hyperactief-impulsief type/beeld
zich manifesteert Gecombineerd type/beeld
Verklaring heterogeniteit Verschillende factoren invloed op tot uiting komen vd symptomen
= veel variatie in klinisch Geslacht: jongens meer en duidelijker dan meisjes
beeld Leeftijd (zie p18)
Context
Secundaire Geringe zelfwaarde, internaliserende problemen, opstandige houding, sociale problemen, leerachterstand
gedragskenmerken ! Risico op: Schooluitval, lager geschoold en minder kansen, verkeersongevallen, delinquent gedrag,…
Neuropsychologische = stoornis in executieve functies, problemen met vormen van aandacht en toestandsregulatie, delay-aversion
kenmerken Executieve Dysfunctie theorie= problemen met executieve functies
Toestandsregulatiehypothese= problemen met aanpassen vd mate van alertheid aan de eisen vd omgeving
Delay-aversion hypothese= afkeer voor uitstel/wachten
,Prevalentie 5% kinderen, 2,5% volwassenen Meer bij jongens dan meisjes (3:1) Meest gecombineerde type
Comorbiditeit 50-80% min. 1 bijkomende stoornis
= samengang met andere ODD/CD, leerstoornissen, DCD, angststoornissen, ticstoornissen, ASS, middelenmisbruik…
stoornissen
Etiologie= ontstaan vd Multifactorieel, door interactie van risicofacoren in kind zelf (genen, hersenontwikkeling) en in omgeving
stoornis
Diagnostiek
DSM-5 criteria Zie p21
Classificatiecriteria - Niet voor 3j – sporadisch voor 6j
- Nog geen objectieve test beschikbaar DUS gedragsdiagnose hoofdzakelijk gebaseerd op rapportage ouders en derden
- Multimodaal
Diagnostisch proces Verkenning: extra aandacht voor gekende risicofactoren, ASEBA-vragenlijsten, SDQ
Onderzoek: door psycho-pedagogische en psychiatrische discipline, GvK/VvGK, ADHD-RS, DISC
Instrumenten Specifieke vragenlijsten: GvK (kleuters) en VvGK (kinderen)
Gedragsbeoordelingsschalen: ADHD-rating scale
Klinisch interview: DISC-IV
Neuropsychologische assessment: EF, BRIEF, TEA-Ch
, Leerstoornissen
Defenitie Leerstoornissen= problemen met schools leren door neurobiologische oorzaak, waarbij de leerproblemen primair zijn.
OF
= stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkige achterstand in de automatisering vd sschoolse vaardigehen lezen,
spellen en/of rekenen/wiskunde. Deze achterstand kan niet louter worden verklaard door ongunstige omgevingsfactoren of
door intellectuele, fysieke of psychosociale beperkingen.
Leermoeilijkheden= problemen met schools leren door niet-specifieke oorzaken
Technisch lezen= lezen zelf, zonder perse te begrijpen wat je leest, omzetten van tekens en klanken, verklanken van tekens.
Begrijpend lezen= begrijpen vd geschreven taal
Spellen= correct omzetten van fonemen naar grafemen, woorden correct schrijven, geen motorisch probleem.
Decoderen/spellend lezen= Letter per letter verklanken, beginnende lezers, moeilijke/nieuw woorden
Leesstrategieen
Herkennend lezen= Woord w als geheel herkend en dus automatisch gelezen, hoogfrequente woorden
Anticiperend lezen= gebruiken van context
Auditieve strategie= schrijven wat je hoort
Regelstrategie= schrijven volgens de regels
Analogiestrategie= vgl van woorden
Inprentingsstrategie= vanbuiten leren hoe je het moet schrijven, trainen Spellingstrategieen
Mnemotechnische strategie= met bv ezelsbruggetjes (’t Kofschip)
Hulpmiddelenstrategie= iets opzoeken om te spellen
Visueel-motorische strategie of direct spellen= het komt vanzelf
LeerlingVolgSysteem (LVS)= instrument voor screenen v leerproblemen in de basisschol
Leerstoornissen in Dyslexie= lees en spellingstoornis
Vlaanderen Dyscalculie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Apachke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.