Verwoording = de manier waarop iets onder woorden wordt gebracht.
Beeldspraak = figuurlijk taalgebruik waarmee vergelijkingen worden gemaakt.
Literaire karakter = karakter van een literaire tekst.
Stijlfiguren = vaste formuleringen die worden gebruikt om een effect op de lezer te bewerkstelligen.
Tegenstelling (antithese) = worden, zinnen of grotere tekstgedeelten zijn tegengesteld aan elkaar,
hiermee wordt het effect op de lezer versterkt.
Herhaling (repetitio) = een woord of woordgroep wordt ongewijzigd herhaald, hierdoor krijgt het een
extra betekenis.
Paradox = schijnbare tegenstelling in een formulering waarbij tegengestelde begrippen met elkaar
worden verbonden.
Opsomming = opsomming van namen, feiten of gegevens.
Parallellisme = een vorm van herhaling met een terugkeer van dezelfde woordvolgorde.
Pleonasme = een vanzelfsprekende eigenschap van een begrip wordt nog eens extra verwoord.
Tautologie = eenzelfde begrip wordt meerdere keren met synoniemen uitgedrukt.
Hyperbool = sterke overdrijving.
Retorische vraag = het antwoord van de vraag wordt verondersteld.
Object = hetgeen dat letterlijk bedoeld wordt.
Beeld = datgene dat figuurlijk bedoeld is.
Vergelijking-met-als = het object en beeld worden beide genoemd en door bepaalde woorden met
elkaar verbonden.
Vergelijking-zonder-als = het object en beeld worden genoemd, maar een woord dat deze met elkaar
verbindt ontbreekt.
Metafoor = je leest alleen het beeld, het object ontbreekt. De lezer moet op basis van de context het
object bepalen.
Metonymia = je leest alleen een beeld, het object ontbreekt. De relatie hiertussen is niet gebaseerd
op iets gemeenschappelijks.
Personificatie = levenloze voorwerpen of abstracties worden als levend voorgesteld of krijgen
menselijke eigenschappen.
Synesthesie = waarnemingen uit verschillende zintuiglijke gebieden worden met elkaar
gecombineerd.
Stijlbreuken = een bepaalde stijl wordt doorbroken
Ironie = vorm van milde, niet kwetsend of beledigend bedoelde (zelf)spot. Hierbij wordt vaak het
tegenovergestelde gezegd van wat er wordt bedoeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller moavandehee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.