Medicinale planten
Inleiding
Planten zijn de oudste bron van geneesmiddelen voor de mens.
Farmacognosie= de studie van natuurproducten gebruikt als geneesmiddel, voor de
productie van geneesmiddelen of voor de ontdekking van nieuwe geneesmiddelen.
Een natuurproduct kan een volledig organisme (plant, dier) zijn of enkel een deeltje (blad,
wortel), dat geen enkele bewerking heeft ondergaan of een bewerking ter bewaring van zijn
bestanddelen (drogerij).
Fytochemie= de studie naar de chemische bestanddelen van planten (of plantenstoffen), en
naar de manier waarop ze in de plant gevormd en gemetaboliseerd worden.
Fytotherapie= het gebruiken van plantenpreparaten omwille van hun geneeskrachtige
werking.
Moderne geneesmiddelen:
- Het overgrote deel zijn synthetische geneesmiddelen (niet natuurlijk).
- Producten afkomstig van micro-organismen (bv. schimmels) zoals penicilline.
- Biotechnologisch geproduceerde geneesmiddelen zoals hormonen vb. insuline (uit
pancreas).
- Natuurproducten zoals zuivere natuurstoffen en plantaardige preparaten.
Ethnofarmacologie= de studie van de geneesmiddelen gebruikt in de volksgeneeskunde of
traditionele geneeskunde.
Bij dorgerij is het belangrijk dat deze wordt gecontroleerd en deze kwaliteitscriteria staan
beschreven in monografieën van de Europese Farmacopee.
Er worden verschillende aspecten onderzocht om de kwaliteit, de zuiverheid en in het
algemeen de drogerij te identificeren:
- Definitie: oorsprong; belangrijkste vereiste voor inhoudsstoffen
- Karakter (organoleptische eigenschappen)
- Identificatie: macroscopisch / microscopisch / kleurreacties / dunne laag
chromatografie
- Testen: zuiverheid
- Bepalingen: gehaltebepaling
(Instructies voor bewaring)
Plantaardige bereidingen:
Er zijn verschillende extractie-methoden (methoden om een inhoud te extraheren met een
solvent)
- Maceratie= plantenmateriaal laten trekken in solvent
- Percolatie= solvent door het plantenmateriaal laten lopen
- Infusie= thee zetten: kokend water op plantenmateriaal gieten
- Decoct= plantenmateriaal opkoken met water (afkooksel)
Om na deze methoden het solvent te verwijderen gebruikt men de Rotavapor, dit wordt
eventueel gevolgd door een droogfase in bv. een droogoven, via sproeidrogen of
vriesdrogen.
, Extracten kunnen in verschillende aggregatietoestanden voorkomen:
- Vloeibaar (extracta fluida)
- Zachte extracten (extracta spissa)
- Droge extracten (extracta sicca)
- Tinctuur is een vloeibaar extract met als oplosmiddel een mengsel van alcohol en
water
Drug Exytact Ratio (DER) geeft de verhouding va de hoeveelheid startmateriaal tov de
hoeveelheid eindproduct.
Primaire en secundaire metabolieten:
Primaire?
= de basis van het leven Maken het voorwerp uit van de biochemie Koolhydraten (suikers) /
Lipiden (vetten) / Proteïnen (eiwitten) / Nucleïnezuren
Secundaire?
Typisch voor (micro-organismen en) de plantenwereld
= Verantwoordelijk voor de meeste geneeskrachtige eigenschappen van planten!
Primair metabolisme - koolhydraten
MONOSACHARIDEN
Bestaan uit 1 suikermolecule en bevatten 3-7 koolstofatomen. Ze worden geklasseerd op
basis van het aantal koolstofatomen: Triose (3C), Tetrose (4C), Pentose (5C), Hexose (6C) =>
glucose, fructose, mannose, …
Te kennen monosachariden:
1) Glucose: C6H12O6, een hexose die voorkomt is verschillende vruchten, directe
energiebron.
2) Fructose: Zoeter dan glucose, komt voor in fruit en honing, beter oplosbaar in water
dan glucose.
3) Mannose: wordt snel geabsorbeerd en uitgescheiden door het lichaam, wordt
gebruikt bij urineweginfecties.
DISACHARIDEN
1) Sucrose: bestaat uit glucose en fructose
2) Lactose: bestaat uit galactose en glucose
3) Lactulose: bestaat uit galactose en fructose => laxerend effect
POLYSACHARIDEN
1) Zetmeel: glucose-polymeer, bestaat uit een vertakte (aylopectine) en lineaire
(amylose) keten, wordt opgestagen als reservemateriaal in de plant.
2) Dextranen: glucose-polymeer, geproduceerd door bacteriën, verhoogt het
bloedvolume.
3) Insuline: fructose-polymeer, soms reservemateriaal in planten ipv zetmeel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chabanisaline. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.