100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Paniek voor recht? Geen zorgen met deze samenvatting komt het vast goed $7.02   Add to cart

Summary

Paniek voor recht? Geen zorgen met deze samenvatting komt het vast goed

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle lessen recht.

Preview 4 out of 56  pages

  • May 24, 2022
  • 56
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1
Inleiding
1. Wat is recht?
= Recht is het geheel der regels die op een bepaald tijdstip, in een bepaalde gemeenschap
gelden en op haar gezag zijn vastgesteld.
 Bestaat uit 4 elementen:
 Geheel der regels: tussen de mensen en het apparaat dat deze regels maakt
 Op een bepaald tijdstip (variërend van tijd)
 In een bepaalde gemeenschap (variërend van plaats)
 Op haar gezag vastgesteld (sancties (dwingend karakter) beleefdheidsregels
(geen dwingend karakter))

- Kenmerken van het recht
A. Het recht is een geheel van regels, regelingen en instellingen
o Gebodsbepalingen: "je moet"
 Opkomstplicht (moet komen naar stembureau maar moet niet stemmen (blanco)
 Leerplicht
 Aangifteplicht van geboorte
 Dienstplicht (leger)
 Belastingplicht
o Verbodsbepalingen: dingen die je niet mag doen
 Verbod op bigamie (verbod op meer dan 1 huwelijk af te sluiten, België
monogamie)
 Oneerlijke handelspraktijken
 Strafrecht
o Verlofbepalingen: je mag kiezen of je het gebruikt
 Indexering van woninghuur (huurprijs vastmaken aan evolutie van de welvaart,
stijgt index  stijgt index)
 Huwelijksrecht
o Technisch regels: leggen plichten op met het oog op uniformiteit
 Dagvaarding, identiteitskaart, akten van de burgerlijke stand
o Individuele beslissingen: geen algemene draagwijdte
 Vonnissen of arresten, bouwvergunningen, benoemingen (gelden enkel op
personen waarop ze betrekkingen hebben)

B + C. Variëren in tijd en plaats
Recht en regels zijn een instrument in handen van machthebbers om ons in een bepaalde
richting te sturen om de samenleving op een bepaalde manier te ordenen, volgens hun
inzichten.
o 1789 - Franse Revolutie  afrekening met de middelleeuwen
 “Liberté (vrijheid), égalité (gelijkheid) en fraternité (broederschap)
 Basis voor politieke ideologieën
 Liberté  liberalisme

, o Liberalisme: streven naar zoveel mogelijk vrijheid van
het individu
o Partijen: open VLD (Vlaamse liberalen democraten, spirit
(linkse liberalen), LDD, MR (Waalse liberalen), vlott
(rechtse liberalen)
o Ministers: Alexander de Croo (open VLD, onze premier),
Vincent van Quickenborne (open VLD, minister van
justitie), Sophie Wilmes (MR, minister van buitenlandse
zaken), Bart Somers, Lidia Peters
o 1831: Hoofdstuk 'Rechten en vrijheden' in de Grondwet
 België eerste land dat dit deed
 Individu beschermen tegen overheid
 Vrijheid van meningsuitingen, godsdienst…
o Stokpaardje doorheen de jaren: belastingverlaging
 Zo min mogelijk tussenkomst van de overheid
 Fraternité
o Christen Democratie: christelijke opvattingen, oog voor
gemeenschapszin en naastenliefde
o Partijen: CD&V (Vlaams, iets meer rechts), cdh (Waals,
meer links))
o Ministers: Vincent van Petegem, Annelies Verlinden,
Sammemedi, Hilde Crevits, Wouter Beke, Benjamin Dalle
o Onze samenleving is doordrongen van het
christendemocraten gedachtengoed
 Verbod op bigamie komt uit christelijke leer
o Kantelpunt – 1990 – abortuskwestie
 Abortus uit strafwet halen, regering heeft dit
ondertekend door arbeidsongeschiktheid van
koning Boudewijn
o Kindergeld
 Vroeger meer geld per kind (nu evenveel)
vroeger wou men meer christelijke kinderen
want hoe meer we op wereldvlak kunnen
doneren
o Beslissen doorgaans met wie ze in zee gaan
 Egalité
o Socialisme: ieder moet dezelfde mogelijkheden krijgen
≠ Communisme: iedereen moet helemaal gelijk
behandeld worden
o Partijen: vooruit, PS, spirit, PVDA, PTB
o Minister: Frank van den Broecke, Myriam Kitier, Karien
Lalier, Luvidin de donder, Thomas dermine
o Invloed gehad:
Eind 19de eeuw:
 Invloed van Karl Marx (grondlegger socialisme)
- tijd van Daens (grote armoede, gevaarlijk werk
en slecht betaald)

,  Arbeiders verenigen zich: oprichting van de
Spaarkas (voorloper mutualiteit) en het
Syndicaat
 1893: algemeen meervoudig stemrecht voor
mannen (afhankelijk van studies)
Begin 20ste eeuw:
 Tijdens WOI groot ongenoegen over de
denegrerende verhoudingen in het leger tussen
de Franstalige elite (baas over Vlaamse soldaten)
en de Vlaamse soldaten
 1917: Russische revolutie - Bolsjewieken
(communisten) komen aan de macht
 Belgische overheid gaat samenzitten met de
socialisten om een Russisch scenario uit vrees
voor een Russisch scenario -> invoering
algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen -
> eerstkomende verkiezingen meer socialisten in
het parlement -> ontwikkeling van arbeidsrecht
en sociaal recht
 Andere politieke stromingen
o Nationalisme: het volk moet zichzelf kunnen besturen,
liefde voor het eigen volk, willen voor zichzelf zorgen
zonder inbreng van andere volkeren
o Partijen: Vlaams Belang (extreemrechts), NVA (gematigd
rechts)
o Ministers: Jan Jambon (minister-president), Ben Wuyts
(minister onderwijs…), Zwalm Dermier, Matias
Diependaele

Cordon Sanitaire:

o Wat? De traditionele partijen willen het Vlaams Blok
uitsluiten en isoleren
o Wanneer? Sedert ‘zwarte zondag’ (niemand werkt nog
samen met hen) (1991), doch al door Agalev gestart in
1989
o Waarom? Vlaams Blok wordt als extreemrechts en
racistisch beschouwd
o Nu: discussies pro en contra
o Toekomst: cordon nog houdbaar?
o Nog democratisch? Monsterscore van 20%

Nationalisme – periode tussen WOI en WOII:

o Duitsland: Verdrag van Versailles  armoede en
frustraties  Hitler komt aan de macht  wil Duitsland
terug trots en machtig maken door zondebok (joden)
o België:

,  Problemen tussen Franstalige legerleiding en
Vlaamse soldaten (verstaan orders van
Franstaligen niet)
 Rechtszaken tegen Vlamingen die volledig in het
Frans verliepen
 grote onvrede bij de Vlamingen -> voedingsbodem
voor Vlaams Nationalisme

Nationalisme – WOII:

o Vlamingen krijgen van de Duitse bezetter de kans om
samen te werken onder de belofte van zelfbestuur
(steunden hun ideologie)  veel Vlamingen
collaboreerden met de Duisters (wisten eerst niet van de
joden)
o Nederlaag voor Duitsers én Vlamingen -> 20 jaar lang
nog nauwelijks van invloed van nationaalsocialisme

Nationalisme – vanaf 1960:

o Universiteit Leuven maar toch lessen in het Frans 
studentenprotest -> ondanks grote rellen halen de
studenten hun slag thuis -> opflakkering Vlaams
nationalisme -> opleving van de Volksunie
o Diverse staatshervormingen: meer bevoegdheden voor
de gemeenschappen
o Maar Volksunie niet radicaal genoeg volgens sommigen
 oprichting Vlaams Blok (nu: Vlaams Belang)
o Volksunie raakt verscheurd:
 Links – Socialistische Vlaams Nationalisten: Spirit
 Rechts – Liberale Vlaams Nationalisten: NV-A
(Geert Bourgeois, later Bart De Wever)
o NU: vertegenwoordigen de Vlaamse nationalisten
ongeveer de helft van de Vlamingen stemmen Vlaams
nationalistisch
o Toekomst: confederalisme? = alle macht volledig bij de
deelstaten, België omhulsel zonder bevoegdheden

Na WOII: ‘Wie de baas is over de brandstof wint de oorlog’:

Blijkt uit 2 zaken
1) Petroleum
Macht hiervan van groot belang, iedereen had dit
nodig (licht, huizen mee verwarmd), zonder dit kom
je in de problemen

2) Atoomenergie
Nam plaats in van petroleum en kon gebruikt
worden als wapen
 1968 – oprichting van ‘De Club van Rome’

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkejansegers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57114 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.02
  • (0)
  Add to cart