Van cel naar weefsel: Functie:
Functionele eigenschappen van cellen in weefsels
(deel B):
INHOUDSTAFEL:
Epitheelcellen: integratie van transportmechanismen 3
Beginselen van epitheel fysiologie 3
Water transport 4
Na absorptie in de nier 4
Cl secretie en reabsorptie 7
Cryptcellen van darm 7
Zweetklieren 8
Exocriene pancreas 8
Acinaire cellen 8
Ductcellen in de pancreas 8
Mucoviscidose 9
Hoe functioneert longepitheel? 9
Neuronen: celfysiologie van de synaps 10
Inleiding 10
Elektrische synaps: 10
Chemische synaps: 10
De neuromusculaire junctie 10
De centrale synaps 11
Eigenschappen van de centrale synaps 11
Synaptogenese: vorming van de synaps 11
Axonaal transport 11
Assemblering van de pre-synaps 11
Assemblering van de post-synaps 11
Trans synaptische communicatie 12
Neurotransmitters 12
Glutamaat receptor 12
GABA en glycine receptoren 12
Glycine receptor 12
GABA receptor 13
GABAb receptor 13
Acetylcholinereceptoren 13
Nicotine acetylcholine receptor 13
Muscarine receptor 13
Serotonine (5-HT) receptoren 14
Modulatie van transmitter release door serotonine 14
Veel voorkomende neurotransmitters 14
Substance P 14
Kriekemans Kristiaan 1
, CGRP 14
Selectieve release 15
Neurotransmitter receptoren als drug target 15
Integratie van input 15
Plasticiteit 15
Korte termijn plasticiteit 16
Turn over en rijping van vesikels 16
Lange termijn plasticiteit 17
Spieren: hartspier, gladde spier en skeletspier 17
Contractie-relaxatie mechanismen 17
Dwarsgestreepte spieren 17
Skeletspier 17
Hartspier 19
Gladde spieren 19
Excitatie contractie koppeling 21
Skeletspier 21
Hartspier 21
Gladde spier 23
Contractie via een neurotransmitter 23
Depolarisatie afhankelijk 23
Depolarisatie onafhankelijk 23
Aanpassen van de Ca gevoeligheid 24
Integratie van immuuncellen 24
Eigenschappen van spiercontractie 24
Skeletspier 24
Type vezels 24
Vermoeidheid 25
Contractievormen 25
Passieve krachtontwikkeling 25
Actieve krachtontwikkeling 25
Isometrische contractie 25
Isotone contractie 26
Afterload contractie 26
Actieve en passieve krachtontwikkeling 26
Hartspier 27
Regeling van de contractiekracht in een hartspier 27
Gladde spier 28
Kriekemans Kristiaan 2
, Epitheelcellen: integratie van
transportmechanismen
Beginselen van epitheel fysiologie
Epitheelcellen komen voor waar weefsels contact maken met de buitenwereld (slokdarm,
darmen, longen, …). Epitheelcellen in de hersenen produceren cerebrospinaal vocht.
Epitheelcellen produceren in het binnenoor de endolymfe. Het zijn transport cellen met
specifieke transporters en kanalen: zo wordt de samenstelling van de urine bepaald door de
specifieke transporters en kanalen die aanwezig zijn in de epitheelcellen.
Een kanker uitgaande van een epitheelcel is een carcinoom. Een epitheelcel heeft een
apicale en een basolaterale zijde, ze zijn verbonden (vaak) door tight junctions (waardoor
transport tussen de cellen moeilijk gaat: vb. enkel voor water). Para en transepitheliaal
transport is mogelijk. Bij leaky epitheel is veel paracellulair transport mogelijk bij tight
epitheel niet.
Door het epitheliale transport ontstaat een ladingsverschil tussen het lumen en de
interstitiële ruimte (daartussen zit het epitheel). = Transepitheliale potentiaal. Daaruit volgt
ook dat de membraanpotentiaal aan beide zijde anders is.
Bij een kikker bevindt de apicale membraan zich aan de extracellulaire zijde (huid): buiten in
de omgeving is veel Na aanwezig: Na opname via kanalen apicaal en basolateraal een Na/K
pomp (K kanalen brengen Kalium terug naar buiten basolateraal). Hierdoor wordt het
extracellulair vocht negatief geladen t.o.v. interstitieel en leidt dit tot een negatieve
transepitheliale potnetiaal: de tight junction tussen de cellen is doorlaatbaar voor Cl-: die
wordt afgestoten uit de extracellulaire vloeistof door die negatieve lading en volgt dus
paracellulair: er is dus een totale opname van NaCl.
Na absorptie en K secretie bij de mens in nier en dikke darm: dezelfde opbouw maar nu is
apicaal ook een kanaal voor kalium: kalium wordt gesecreteerd: ook hier is een
transepitheliale potentiaal maar een kleinere waardoor er minder paracellulaire opname is
van Cl-.
Kriekemans Kristiaan 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kristiaankriekemans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.