Samenvatting Reader
Globalization and Development
Inhoud
Deel 1: Introductie..................................................................................................................................3
Manifesto of the Communist Party and Alienated Labour (1848 & 1844)..............................................5
The Protestant Ethic and the Spirit of Capitalism (1905)........................................................................7
The Stages of Economic Growth: A Non-Communist Manifesto (1960).................................................8
Deel 2: Introductie................................................................................................................................10
The Development of Underdevelopment (1969)..................................................................................12
Dependency and Development in Latin America (1972)......................................................................14
The Rise and Future Demise of the World Capitalist System: Concepts for Comparative Analysis
(1979)...................................................................................................................................................15
Deel 3: Introduction..............................................................................................................................18
The New International Divsion of Labour in the World Economy (1980).............................................19
In Defense of Global Capitalism............................................................................................................22
It’s a Flat World, After All (2005)..........................................................................................................24
The Financialization of the American Economy (2005).........................................................................25
The Transnational Capitalist Class and the Discourse of Globalization (2000)......................................26
The Washington Consensus as Transnational Policy Paradigm: It’s Origins, Trajectory and Likely
Successor (2012)...................................................................................................................................28
The Crises of Capitalism (2010)............................................................................................................30
Deel 4: Introduction..............................................................................................................................30
Global Crisis, African Oppression (2001)..............................................................................................32
Agrofuels in the Food Regime (2010)...................................................................................................33
Global Cities and Survival Circuits (2002).............................................................................................34
What Makes a Mircale: Some Myths about the Rise of China and India (2008)...................................36
Foreign Aid (2006)................................................................................................................................37
The Globalization Paradox: Democracy and the Future of the World Economy (2011).......................40
Deel 5: Introduction..............................................................................................................................42
A New World Order (2004)...................................................................................................................43
Multipolarity and the New World (Dis)Order: US Hegemonic Decline and the Fragmentation of the
Global Climate Regime (2011)..............................................................................................................44
Development as Freedom (1999).........................................................................................................45
1
,The Developmental State: Divergent Responses to Modern Economic Theory and the Twenty-First-
Century Economy (2014)......................................................................................................................48
2
,Deel 1: Introductie
Marx (1818-1883) en Weber zag genoeg bewijs dat kapitalisme een grote kracht was die voor veel
welvaart kon zorgen. Daarnaast zou het ook voor armoede, sociale onrust, ongelijkheid en politieke
problemen kunnen zorgen. Friedrich Engels (1820-1895) en Marx probeerden tijdens hun studies niet
alleen de details van individuen te onthouden maar ook te begrijpen hoe de structuur veranderde. Zij
zagen de geschiedenis als een serie van productietypen, elke type werd gekenmerkt door bepaalde
manier van denken en organiseren. Economische relaties bepaalde de structuur van het leven: wat
en hoe zij produceerden, de relatie tussen werkers, gereedschappen, en eigenaarschap van input kan
de acties, keuzes, gevoelens en geloof van mensen verklaren.
Marx en Engels zagen deze conflicten over de relaties als een altijd aanwezige en primaire bron van
sociale verandering: de economie stuurt het systeem. Zij waren geïnteresseerd in het kapitalisme. In
het kapitalistische systeem zagen zij dat arbeidslonen en uitwisseling van winst als een
overkoepelend, al omvattende structuur dat economische exploitatieve relaties tussen individuen,
klassen en gebieden voedt. Deze economische relaties bepalen hoe mensen denken en beinvloeden
de ideologieën en gedrag. Marx’s werk bestaat uit kritiek op het kapitalisme, het idee: dat de
menselijke relaties die vereist worden bij het kapitalisme hen niet in staat stellen om hun volle,
creatieve potentieel te bereiken of de beschikking te hebben tot vrije wil. Dit zag hij als een
fundamenteel onderdeel van de mens. Een argument hiervoor was dat de kapitalistische productie
arbeiders uitbuit door hen te vervreemden van de producten die zij met eigen handen maken. Deze
vervreemding komt voor wanneer sociale relaties die door het systeem gevormd worden niet meer
te controleren zijn en daardoor ons domineren.
Marx’s grootste bijdrage is zijn stelling dat de gehele geschiedenis een strijd is tussen zij die fabrieken
en gereedschappen bezitten om te produceren ( de bourgeoisie) en zij die zo weinig hebben dat zij
hun arbeid moeten verkopen om goederen te kopen die nodig zijn om te overleven (het
proletariaat). Deze kloof tussen arbeiders en eigenaars duidt op een constante strijd, een stijd die
gaat over het verschil tussen wat arbeiders betaald krijgen en de slotprijs voor het product wat zij
maken. In het kapitalisme is er een constante strijd tussen arbeiders en eigenaar over het verschil
tussen de productiekosten en de prijs die producten op de markt hebben. Dit conflict, wat de vorm
aanneemt van exploitatie van arbeid, karakteriseert het kapitalisme als systeem en zal volgens Marx
en Weber tot zijn ondergang leiden. Het kapitalisme was volgens hen een periode (wellicht zelfs een
cruciale) binnen de geschiedenis waarin alle relaties bepaald worden door de uitwisseling van dingen
die gekocht en verkocht kunnen worden.
De Duitse socioloog Max Weber (1864-1920) schreef naar Max en Engels een reactie om aan te
tonen dat sociale verandering meer nodig heeft dan economische relaties. In 1905 schreef hij de
‘Protestant Ethic and the Spirit of Capitalism’. Weber stelde dat het economisch systeem niet als
enige invloed had op sociale verandering. Religieuze ideeën waren ook cruciaal in de ontwikkeling
van kapitalisme in Europa. Weber had geen politieke agenda, hij wilde vooral de onderliggende
krachten uitleggen die in staat waren om de nieuwe samenleving te laten ontwikkelen.
Verschillende traditionele autoriteiten (kerken, koningen, elites) domineerden de Europese
maatschappij. Werk werd gezien als iets voor het volk. Men eerde God door kunst, poezie of muziek.
Toen de maatschappij verstedelijkte en industrialiseerde nam de kracht van deze autoriteiten af.
Mensen waren meer geinteresseerd in het investeren van hun winst in plaats van het uit te geven.
Weber zag dat deze nieuwe aanpak en gedragsverandering als de geest van kapitalisme. Weber
traceerde hoe de ontwikkeling van protestantisme in Europa en Noord-Amerika bijgedragen heeft
3
, aan de economische afspraken in bepaalde perioden. Hard werk werd gezien als iets goed en luiheid
werd gezien als iets slechts. Deze protestantse houding tegenover welvaart resulteerde tot een visie
waarin men vond dat welvaart (kapitaalvergaring) geherinvesteerd moest worden. Speiclisatie in
bepaald werk gaf het een religeiuze betekenis en zorgde ervoor dat door hard te werken, efficient en
simpel te lezen men als goed gezien werd. Uiteindelijk werd kapitalisme niet langer beinvloed door
het protestantisme, het werd een eigen kracht. Weber stelde dat bepaalde protestantse religieuze
praktijken los kwamen te staan en zich ontwikkelden in een nieuw type van autoriteit. Deze
verandering kwam doordat de maatschappij rationele procedrures meer ging waarderen dan een
traditionele autoriteit. Weber vroeg zich af: Hoe hebben geschreven regels, beperkte kracht,
boekhouding en meer religie en herkomst kunnen vervangen als bron van autoriteit. Zijn antwoord:
de ideeën die kwamen tijdens de opkomst van protestantisme en rationele bureaucratische
organisatie zijn invloedrijker geworden en zelf het economische systeem gaan domineren. In dit
opzicht verschilt Weber van Marx.
Waar Marx geloofde dat economische overeenkomsten de ideologie en bijna alles bepaalden,
geloofde Weber in de mogelijkheid dat de ideeën die mensen hebben kunnen leiden tot een proces
van economische ontwikkeling. Protestantse ideeën hebben geholpen met het vormen van de
opkomst van het moderne kapitalisme.
De invloed van Weber was groot. Theoristen geloven nog steeds zijn aanname dat er iets moreel
superieur is aan hard werker, efficientie en een goede bureaucratische structuur. Deze
eigenschappen worden modern en rationeel genoemd, andere eigenschappen werden irrationeel of
achterwaarts genoemd. Sommigen stellen dat macht niet alleen is gebaseerd op hoeveel geld
iemand heeft maar ook op factoren zoals toegang tot informatie, culturele identiteit en organisatie.
Modernisering betekent het overnemen van nieuwe manieren van materieel leven, zoals hoe de
maatschappij is georganiseerd en hoe men omgaat met de overheid of technologie. Daarnaast
betreft het ook de verbetering van het onderwijssysteem en onze normen en waarden. In de
modernisering theorie gaan maatschappijen van traditionele of onderontwikkelde naar modern of
ontwikkelde maatschappijen. Over het algmeen beschouwt men ontwikkeling als een proces waarbij
sociale, psychologische, economische, culturele, politieke of biologische veranderingen plaatsvinden
op een lineaire wijze. Rostow dacht bijvoorbeeld dat een toegenoemen opbouw van kapitaal zal
leiden tot een modernisatie proces dat vervolgens andere elemten van de maaatschappij zou
beinvloeden.
Wat zouden landen, volgende de moderniserings theorie, moeten doen om zich te ontwikkellen?
Over het algemeen stelt men dat landen zich zouden moeten richten op de interne maatschappij
door deze te rationaliseren. Ontwikkelde landen zouden hier een rol bij kunnen spelen door hen te
leiden en te assisteren. Rostow stelde dat investeringen en het overdragen van technologie
onderontwikkelde landen zou helpen om sneller te ontwikkelen. Andere theoristen stelden dat door
te lenen, te importeren, te imiteren en te rationaliseren, het land zich zou ontwikkelen. Om
investeringen te laten komen, waardoor het land uit armoede zou breken, zouden landen zich open
moeten stellen voor welvarende landen en deelnemen aan de vrijemarkteconomie.
Walt W. Rostow (1916-2003) schreef ‘The Stages of Economic Growth: A Non-Communist Manifesto’.
Zijn theorie stelde dat alle landen vijf dezelfde fasen kennen binnen de economische ontwikkeling:
1. Randvoorwaarden voor take off
2. Take off
3. De rit naar volwassenheid
4. De periode van massa consumptie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sietzewouda. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.