100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Communication Skills (CSK) F-cluster Food & Business aantekeningen alle lessen + literatuur T4 $3.26   Add to cart

Summary

Samenvatting Communication Skills (CSK) F-cluster Food & Business aantekeningen alle lessen + literatuur T4

 41 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting staan alle aantekeningen van de gegeven lessen, waarbij ook meer informatie is toegevoegd vanuit literatuur.

Preview 10 out of 13  pages

  • May 25, 2022
  • 13
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
COMMUNICATION SKILLS SAMENVATTING LESSEN
F-CLUSTER | FOOD & BUSINESS | Tess Raafs

In het tentamen worden vier verschillende criteria getoetst:
A. De student kan standpunten en argumenten in een tekst herkennen en benoemen
B. De student kan argumentatie en redeneringen beoordelen met behulp van het Toulminmodel
C. De student kan argumentatieschema’s herkennen en gebruiken
D. De student kan een tekst schrijven met een correcte opbouw en argumentatiestructuur,
volgens correct taalgebruik

OW4.1
Het schrijfproces bij een onderzoeksrapportage zal van week tot week worden gevolgd:
Stap 1: Analyseren
Hoe filter je de informatie? Wat is het probleem?
Wat is wel/niet relevant gelet op de doelstelling, opdracht en opdrachtgever?
Stap 2: Argumenteren deel I
Hoe zorg je voor een logische onderbouwing?
Stap 3: Argumenteren deel II
Wat zijn juiste argumenten?
Stap 4: Schematiseren
Hoe orden je de relevante info tot een logisch geheel?
Stap 5: Formuleren
Hoe zorg je voor eenduidige, beknopte, zakelijke alinea’s en zinnen?

Algemene aandachtspunten schrijven
Waar let je op in het algemeen: Proces
1. Een systematische aanpak
Juiste activiteiten op juiste moment, inhoudsopgave als boomstructuur, niet direct perfecte
zinnen willen schrijven
2. Aandacht voor de lezers
Afvragen tijdens schrijven: wat moet de lezer hiermee? Heeft hij deze informatie nodig? Wat
moet in bijlage?
3. Kennis van schrijftechnieken
Juiste structuur, passend taalgebruik
4. Juiste prioriteitsstelling

Waar let je op in het algemeen: Leesbaarheid
1. Taalgebruik
2. Context
3. Oplossingen
4. Hulpmiddelen
5. Opbouw
6. Prioriteiten

OW4.2
Probleemanalyse
- Wat is het probleem
- Wie heeft het probleem?
- Wanneer is het probleem ontstaan?
- Waarom is het een probleem?
- Waar doet het probleem zich voor?
- Wat zijn de oorzaken van het probleem?
- Wat zijn de gevolgen van het probleem?
- Wat is de aanleiding om dit probleem nu aan te pakken?

Goed onderzoek bestaat niet zozeer uit het geven van de juiste antwoorden, maar uit luisteren en het
stellen van de juiste vragen!
→ En de antwoorden op die vragen moet je vervolgens analyseren, met elkaar in verband brengen en
vervolgens helder en inzichtelijk opschrijven.

,Analyseren
Het systematisch ontleden van een complex probleem en zijn elementen:
- Hoofd- en bijzaken onderscheiden
- Deelproblemen onderscheiden
- De benodigde informatie verzamelen
- Verbanden leggen tussen gevonden informatie
- Oorzaken en gevolgen in kaart brengen

Om een goed gestructureerde tekst te schrijven, die goed te volgen is voor de lezer, moet je
analyseren voordat je gaat schrijven.

Analyseren van een uiting/argumentatie
Een tekst/uiting/argumentatie kan je analyseren door naar drie aspecten te kijken:
1. Wat is het standpunt/waarvan wil de schrijver je overtuigen/ wat beweert hij/zij?
2. Waar baseert hij zich op? Hoe onderbouwt hij dat?
3. Wat is de relatie




OW4.3
Het model van Toulmin: Zes elementen in een redenering
De filosoof Stephen Toulmin heeft in 1958 al een model ontwikkeld waarmee alle redeneringen
kunnen worden beschreven en beoordeeld. Het model bestaat uit zes elementen, namelijk

1. De claim (conclusie, advies, standpunt, stelling,
oordeel, mening, bewering).
2. Het argument ( gegevens, data, feiten).
3. De ondersteuning van het argument met
bijvoorbeeld bronnen of subargumenten.
4. De rechtvaardiging, de Warrant, het verzwegen
argument.
5. De ondersteuning daarvan, de onderbouwing van
de rechtvaardiging.
6. De concessie en het voorbehoud (de
tegenwerpingen die de claim afzwakken).

,1. Claim (standpunt)
Een ander woord voor de claim is het standpunt, de bewering, de stelling, het oordeel, de mening, het
advies. Het is datgene wat uiteindelijk op grond van de beschikbare informatie wordt beweerd. “De
economische recessie is nog niet voorbij.”

2. Argument (data)
Het argument bevat de informatie waarop de claim gebaseerd is, dus de feitelijke fundering. Het
argument kan bestaan uit feiten gebaseerd op onderzoeksrapporten, uit mondelinge informatie, uit
algemeen bekende wetten of regels, uit historische feiten, uit jurisprudentie enz.

3. Ondersteuning argument
Vaak zijn er natuurlijk meer ter zake doende argumenten die de claim ondersteunen. Bij een analyse
m.b.v. het model van Toulmin stel je voor ieder belangrijk argument even een nieuw blokjesschema
op. Vaak zijn dit bronnen die de claim ondersteunen, zie afbeelding hieronder.

4. Rechtvaardiging
Een ander woord voor rechtvaardiging is de verbindende uitspraak, de warrant. Het is een algemene
regel die aangeeft dat je een bepaalde conclusie mag trekken als bepaalde argumenten aanwezig
zijn. De rechtvaardiging kan in de tekst letterlijk beschreven zijn, maar is ook vaak een verzwegen
argument dat je zelf moet benoemen. Een rechtvaardiging kan dus in het algemeen juist zijn, terwijl de
redenering als geheel faalt, omdat onjuiste of verkeerde argumenten zijn gebruikt.

5. Ondersteuning van de rechtvaardiging
De algemene informatie die de rechtvaardiging ondersteunt. Je geeft hier aan waarom een bepaalde
rechtvaardiging mag worden gebruikt. De ondersteuning kan bestaan uit aanvullende informatie, een
wet, een nieuwe redering. In de ondersteuning wordt altijd als het ware een stap teruggezet naar de
onderliggende veronderstelling in de rechtvaardiging. Dit wordt duidelijk in het volgende voorbeeld

,6. Concessie en Voorbehoud ( Nuancering)
Kwalificatie.
Een claim kan in verschillende gradaties van zekerheid worden uitgedrukt. Deze gradaties worden in
het model bij de waarschijnlijkheid aangeven met termen zoals mogelijk, waarschijnlijk, misschien,
praktisch zeker, of met een statistische term, zoals voor 75 %. De term die hier gebruikt wordt brengt
tot uitdrukking dat er situaties zijn waarin de claim niet opgaat.

Als zo’n uitzonderingssituatie wordt gemaakt, zeggen wij dat er een voorbehoud of een concessie
wordt gemaakt. Een voorbehoud relativeert de conclusie, door de condities op te sommen waaronder
de conclusie geldt (mits). De concessie noemt uitzonderingsgevallen op waaronder de conclusie niet
geldt (tenzij). Voorbehouden en concessies zijn erg belangrijk in een redenering en mogen beslist niet
uit het oog worden verloren. Ze maken in een redenering duidelijk dat rekening is gehouden met
tegenwerpingen/bezwaren/uitzonderingen.

Als je een redenering met behulp van het Toulminmodel wilt analyseren, kan je het beste eerst de
claim (dus het standpunt) en de argumenten proberen te ontdekken. Je kan controleren of je dat
goed geanalyseerd hebt door de volgende toets uit te voeren:
- Zet het woordje dus tussen Argumenten en claim/standpunt
Argumenten ….dus……claim/standpunt
- Vervolgens keer je de volgorde om, met het woordje want in het midden, namelijk:
Claim/standpunt …..want…..argumenten.

Mirjam is geboren in Amsterdam, dus heeft ze de Nederlandse nationaliteit.
Mirjam heeft de Nederlandse nationaliteit, want ze is geboren in Amsterdam.

Het Toulminmodel is bruikbaar voor de analyse van argumentatie. Het verschaft snel inzicht in de
functie die diverse uitspraken in een argumentatie ten opzichte van elkaar vervullen. Met een
Toulminanalyse kan je de kracht van de afzonderlijke argumenten t.o.v. de claim analyseren. Daarbij
hou je ook rekening met tegenwerpingen, dus argumenten die tegen het standpunt en de
argumentatie ingebracht kunnen worden. (maar…). Daarnaast analyseert je een belangrijk ander
element, namelijk de impliciete vraag waarom een argument tot de claim leidt, de rechtvaardiging.
Deze rechtvaardiging kan “verzwegen” zijn, dus impliciet aanwezig, waardoor je hem zelf zult moeten
formuleren. De rechtvaardiging kan echter ook gewoon expliciet genoemd zijn om het argument te
ondersteunen.

OW4.4
Analyse- en beoordelingsvragen
Met het model van Toulmin kan je een argumentatie in schema zetten en al een eerste analyse erop
loslaten. Wil je diepgaander analyseren of een argumentatie aanvaardbaar en overtuigend is, dan kan
je gebruik maken van onderstaande twee schema’s. Hieronder zie je schema 1, een grondschema

,van vragen voor de analyse en beoordeling van typen argumentaties.




In het analyseren van een argumentatie kun je met behulp van bovengenoemde vragen opsporen wat
de samenhang is tussen de verschillende uitspraken in een argumentatie, met name welke functie die
verschillende uitspraken hebben ten opzichte van elkaar. Het is namelijk lang niet altijd duidelijk wat
iemand nu precies wil betogen en waar in de tekst het standpunt en de argumenten geplaatst zijn.

Voorbeeld:
Iemand beweert het volgende:
1.Iedere professional behoort zorgvuldig om te gaan met vertrouwelijke informatie, zeker in beroepen
waarin een vertrouwensband met cliënten centraal staat. 2. Maar in de praktijk kun je daar regelmatig
mee in de problemen komen. 3. Bijvoorbeeld als de belangen van anderen in gevaar komen, of er
sprake is van crimineel gedrag. 4. In dergelijke situaties zal je soms toch vertrouwelijke informatie
moeten doorgeven, bijvoorbeeld om te voorkomen dat anderen de dupe worden van hun
onwetendheid, of omdat je anders zelf medeplichtig wordt. 5. Denk maar aan een hulpverlener die
weet dat iemand besmet is met HIV, of een journalist die informatie heeft over de dader van een
overval.

In dit voorbeeld zit de eigenlijke conclusie, oftewel het standpunt dat onderbouwd wordt, verpakt in het
verhaal. In dit geval in zin 4: Als de belangen van anderen in gevaar komen of als je zelf medeplichtig
zou worden, moet je soms vertrouwelijke informatie doorgeven. De volgorde waarin we een
argumentatie presenteren, zegt dus nog niets over de functie van elke uitspraak ten opzichte van de
andere uitspraken. Daarom begint een analyse met de vraag: waarvan wil de auteur van deze tekst
ons overtuigen? Uit dit voorbeeld blijkt ook dat een complicerende factor bij het analyseren kan zijn,
dat soms in één zin twee of zelfs drie uitspraken staan. Anderzijds kan het ook voorkomen dat iemand
een bepaalde uitspraak in meerdere zinnen onderverdeelt.

Voorbeeldanalyse

,Waar wil de spreker/schrijver je uiteindelijk van overtuigen?
1. De schrijver wil de lezer ervan overtuigen dat er in Nederland veel vrouwen zijn die onbewust hun
kans om borstkanker te krijgen, vergroten.
2. De schrijver wil de lezer ervan overtuigen dat de overheid voldoende informatie moet verschaffen
over de gevaren die 'de pil' met zich meebrengt en dat de overheid een voorlichtingscampagne
moet starten.

Waar baseert hij zich op?
1. De zinnen 2, 3 en 4 vormen als het ware één geheel. De nevenschikkende argumenten zouden in
beknopte vorm luiden: Volgens Britse onderzoeken is er verband tussen pilgebruik, roken en
borstkanker. De argumentatie is op basis van autoriteit.
2. Zin 6 drukt de relevantie uit van zin 5 voor zin 8, en is dus een expliciete verbindende uitspraak in
de redenering. Zin 6 bestaat uit de conclusie: 'dan dient de overheid voldoende informatie te
verschaffen.' en het argument 'Als men onbewust zijn gezondheid in gevaar brengt'. Zin 7 is een
tweede argument die de conclusie ondersteunt in zin 6. Het argument in de verbindende uitspraak
is op basis van autoriteit (want het is een herhaling van de eerste conclusie) en zin 7 is een
argument op basis van analogie. De argumenten zijn meervoudig.




Beoordelen verbindende uitspraak
Wat is de rechtvaardiging tussen argument(en) en conclusie/standpunt? (Verbindende uitspraak)
1. Als er een verband bestaat tussen pilgebruik, roken en borstkanker en veel vrouwen in Nederland
gebruiken de pil, dan zijn er in Nederland veel vrouwen die onbewust hun kans op borstkanker
vergroten. ( Dit verzwegen argument, deze verbindende uitspraak dat oorzaak-gevolg beschrijft,
klopt dan dus.)
2. Als indertijd bij ziekten zoals aids, waarbij men onbewust zijn gezondheid in gevaar brengt,
informatie werd verstrekt door de overheid, dan moet de overheid ook een voorlichtingscampagne
starten in dit geval, waarin men de gezondheid ook onbewust in gevaar brengt (expliciet
argument. Dit argument, deze verbindende uitspraak die een analogie bevat, klopt dus.)

Beoordelen redenering
Als je deze redenering wilt beoordelen moet je je het volgende afvragen:
1. Is het standpunt op zich waar, aannemelijk, aanvaardbaar? In deze tekst zijn er twee standpunten.
In beide gevallen zijn de standpunten aannemelijk en aanvaardbaar, gezien de bijbehorende
argumentatie. Standpunt 1 over de verhoogde kans op borstkanker is ook waar, gezien de
ondersteunende argumentatie met het grote Britse medische onderzoek.
2. Zijn de argumenten op zich aannemelijk, waar of aanvaardbaar? Ook hier luidt het antwoord ja.
De argumenten die gegroepeerd zijn rondom de autoriteit van het Britse medische onderzoek dat
gepubliceerd is in The lancet zijn zeker waar. Het zijn feiten die ook makkelijk gecontroleerd
kunnen worden door het bewuste artikel op te zoeken. Het medische tijdschrift The lancet is
bovendien een zeer deskundige autoriteit. Ook het argument rondom de analogie is relevant. De
overeenkomst met de ziekte aids en het risico op borstkanker (onbewust risico lopen, het risico is
groot en echt een gevaar voor de gezondheid van veel mensen) is zeker relevant. Ook de
rechtvaardigingen zijn aanvaardbaar. Hieronder tref je schema twee aan, een overzicht aan van
de kritische vragen die je kunt stellen bij de diverse typen redeneringen van de verbindende
uitspraken die je geanalyseerd hebt.

Als je een redenering wilt beoordelen, dan moet je je het volgende afvragen:
Stap 1: beoordelen van het standpunt: is het standpunt (conclusie) zelf aannemelijk of aanvaardbaar?
- Wat is het standpunt/ de conclusie? → ‘Ik moet naar huis’
- Het is afhankelijk van de situatie of dat aannemelijk of aanvaardbaar is. Wat zijn de gevolgen
als je naar huis gaat? Als je aan het werk bent, is dat anders dan als je op een verjaardag
bent.

Stap 2: beoordelen van de argumenten: zijn de argumenten aannemelijk, waar of aanvaardbaar?
- Want ik ben ziek (is dat waar? ben je echt ziek?) (beoordeling van argumenten)

, - Want ik heb 40 graden koorts ( is dat waar? kan je dat bewijzen?) (beoordelen van
argumenten).

Stap 3: Beoordelen van de achterliggende redenering/ de rechtvaardiging/ het verzwegen argument:
klopt het dat het argument leidt tot het standpunt/ de conclusie?
- In dit geval: oorzaak (ziek)- gevolg (naar huis)
- Leidt de genoemde oorzaak altijd tot dit gevolg?
- Zijn er andere, betere voorspellingen of verklaringen mogelijk?




Type argumentatie Voorbeeld Kritische vragen
(argumentatie op basis van...) (beoordelingsvragen)
Regelmaat: oorzaak-gevolgrelaties De hypotheekrente is - Leidt de genoemde oorzaak altijd
(causaal verband) flink gedaald, dus de tot dit gevolg?
woningmarkt zal wel - Zijn er andere
Let op algemene geldigheid weer aantrekken. verklaringen/voorspellingen
wetmatigheid,uitzonderingsgevallen, mogelijk?
alle uitspraken zijn feitelijk

Gedrag- of waarderingsregel(s) Carl heeft zijn - Is de regel van toepassing in deze
propedeuse al lang situatie?
Let op algemene geldigheid regel, gehaald, want hij is - Is de regel aanvaardbaar?
geschiktheid regel voor situatie, vierdejaars student. - Is/zijn er (ook) andere
wenselijkheid van het gedrag. regel(s)/norm(en) van toepassing
Rechtvaardiging+standpunt=normatief
in deze situatie?
. Argumenten=feitelijk en normatief
Autoriteit Zeker driekwart van de - Is de autoriteit deskundig en
jongeren drinkt voor het bevoegd op dit gebied?
Let op geloofwaardigheid en zestiende levensjaar - Is de autoriteit consistent in zijn
competentie van autoriteit: kennis, alcohol, want dat is uitspraken?
beoordelingsvermogen en gebleken uit onderzoek - Komen de uitspraken van de
bevoegdheid. Feitelijk en normatief van het CBS. autoriteit overeen met andere
autoriteiten op dit gebied?
- Is de autoriteit belangeloos in deze
kwestie?
Voorbeeld(en) Mijn opa heeft tot zijn - Is het voorbeeld representatief/
tachtigste gerookt, dus typerend genoeg?
Let op generalisatie, vergelijkbaarheid, roken is helemaal niet - Is het aantal voorbeelden
overeenkomsten en verschillen en ongezond. voldoende?
uitzonderingen - Zijn er tegenvoorbeelden?
Analogie Ik denk dat er snel een - Zijn de overeenkomsten relevant?
(overeenkomst/vergelijking) medicijn voor Covid-19 - Zijn er relevante verschillen?
wordt gevonden, want
Let op vergelijkbaarheid situaties en voor alle ziekten die
wezenlijke verschillen vroeger dodelijk waren,
is er uiteindelijk een
medicijn gevonden.

, Als de winkeltijden - Zijn alle voor- en nadelen
Pragmatische afweging: voor- en worden verruimd brengt genoemd?
nadelen dat meer kosten met - Zijn de voor- en nadelen
zich mee, maar het bestaand/juist?
Argumenten vaak feitelijk, levert wel meer - Is de afweging tussen voor- en
rechtvaardiging en standpunt altijd klandizie op en het is nadelen aanvaardbaar?
normatief klant- vriendelijker. - Is het voorstel effectief/
efficiënt/uitvoerbaar/toelaatbaar?
Krantenredacties - Sluiten de mogelijkheden elkaar
Dilemma moeten een keuze echt uit?
maken: óf ze gaan - Is er een derde mogelijkheid?
helemaal online óf ze
delven uiteindelijk het
onderspit.
Martha is een goede - Is de eigenschap/het kenmerk
Kenmerk/eigenschap schrijfster, want ze weet relevant?
haar lezers altijd te - Zijn er andere
boeien met haar eigenschappen/kenmerken (meer)
blogposts. relevant?
Om het milieu minder te - Is het doel wenselijk?
Doel-middelrelatie belasten moeten de - Leidt het middel tot het doel?
accijns op benzine - Zijn er andere middelen mogelijk?
worden verhoogd.

Hieronder volgt een fragment en een uitgewerkt voorbeeld van de toepassing van de analyse- en
beoordelingsvragen:




Conclusie
De conclusie staat in zin 2 (daarvan wil de schrijver jou overtuigen).

Argumenten
De argumenten staan in zin 1, 3, en 4. Deze argumenten zijn nevenschikkend en onderschikkend. De
conclusie wordt vooral ondersteund door de nevenschikkende argumenten 1, 3a en 3b. Argument 4 is
een onderschikkend argument dat bij argument 3b hoort.
Verbindende uitspraken
De verbindende uitspraak met argument 1 en 3a en 3b:
- Als wettelijk gezien een patiënt toestemming moet geven voor elke behandeling en een patiënt
zoals een demente bejaarde nauwelijks in staat is te begrijpen wat je aan hem of haar vraagt en
vertelt en de familie vaak betrokken wil worden bij een beslissing, dan is het voor artsen lastig
geconfronteerd te worden met het morele dilemma om enkel de patiënt toestemming te vragen
voor het uitvoeren van een behandeling of om de familie ook bij de beslissing te betrekken.
De verbindende uitspraak met 3b en 4:
- Als de familie van een demente bejaarde patiënt betrokken wil worden bij een beslissing over een
behandeling, omdat de familie vaak een grote verantwoordelijkheid voelt voor het welbevinden
van de patiënt, dan is het voor artsen lastig geconfronteerd te worden met het morele dilemma om
enkel de patiënt toestemming te vragen voor het uitvoeren van een behandeling of om de familie
ook bij de beslissing te betrekken.

Beoordeling
De conclusie is op zichzelf niet waar of aannemelijk; daarvoor zul je argumenten moeten aanvoeren.
Bijvoorbeeld waarom het lastig is om geconfronteerd te worden met het morele dilemma. Dat gebeurt
in deze redenering inderdaad in de argumenten. Argument 1 is op basis van autoriteit. Dit argument is

,correct, want het staat in de wetgeving. Argumenten 3 en 4 zijn gebaseerd op algemene
ervaringsgegevens, iedereen kan nagaan of dit klopt.

Zijn de rechtvaardigingen aannemelijk?
- Ja, als een arts te maken heeft met een patiënt die nauwelijks begrijpt wat je aan hem of haar
vraagt en de familie bij de beslissing over een behandeling betrokken wil worden, dan is het lastig
voor de arts om, ondanks dat het wettelijk wel zo staat geschreven, enkel toestemming te vragen
aan de patiënt.
- Ja, het kan voor een arts lastig zijn om de gevoelens en wensen van een familie opzij te zetten
omdat de familie zich verantwoordelijk voelt voor het welbevinden van een naaste

OW4.5
Doelen schematiseren
1. Schema in tekst herkennen
2. Schema maken met correcte argumentatiestructuren

Schematiseren m.b.v. argumentatiestructuur
1. Enkelvoudige argumentatie
2. Meervoudige argumentatie
• met losse argumenten
• met nevenschikkende argumenten
3. Onderschikkende of ondersteunende argumentatie



Enkelvoudige argumentatie
Het standpunt wordt door slechts één argument ondersteund: “Het ziet er niet naar uit dat ik
binnenkort een baan heb (standpunt), want ik heb nog geen enkele uitnodiging ontvangen voor een
sollicitatiegesprek.” (argument)

Meervoudige argumentatie: losse argumenten
Standpunt met een aantal argumenten, die los van elkaar staan: als er een argument wordt weerlegd,
blijven de andere argumenten nog gewoon geldig. Het standpunt blijft dus verdedigbaar.

Voorbeelden:
Deventerkoek is een gezonde koek (S). Zo gebruiken ze bij het bakken ervan enkel biologisch
geteelde ingrediënten (A1), zit er maar heel weinig suiker in (A2) en niet te vergeten, zitten er heel
veel vezels in (A3).

Het is onmogelijk dat je Marjan gisteren gezien hebt bij een musical (S), want zij gaat nooit naar
musicals (A1) en daarbij is zij nog op vakantie in De Ardennen (A2).

Mogelijke signaalwoorden van meervoudige argumentatie zijn:
Trouwens, ten overvloede, nog afgezien van, overigens, en dan noem ik nog niet eens, argumenten
hiervoor zijn onder andere, hiervoor pleit onder meer, een eerste reden, in de eerste plaats, niet te
vergeten, en bovendien. BIJV: Hatertseweg wordt mooi, want gemeente is al maanden aan het werk

Meervoudige argumentatie: nevenschikkende argumenten
Samenhangende argumenten die het standpunt verdedigen;
Twee of meer argumenten wegen samen even zwaar en ondersteunen gezamenlijk het standpunt.
De argumenten werken alleen in combinatie met elkaar; je kunt ze niet los van elkaar zien:
- de losse argumenten zijn te zwak;
- de argumenten zijn afhankelijk van elkaar.

Voorbeelden:
Ik ga dit jaar niet mee naar Lowlands (S). Dicky gaat dit jaar ook mee (A1a) en ik wil niet drie dagen
met Dicky opgescheept zitten (A1b).

Ik vind dat jullie vanavond met de trein moeten reizen (S), want er zullen dit weekend veel
alcoholcontroles gehouden worden (A1a) en jullie gaan vast bier drinken (A1b).

, Signaalwoorden die kunnen wijzen op nevenschikkende argumentatie:
daarbij komt, daar komt nog bij dat, daarnaast, een reden temeer om, temeer daar, vooral ook omdat,
wat nog belangrijker is, sterker nog, zelfs, alsmede,. BIJV: Marjan zal binnenkort beginnen met roken,
want ze heeft stoppen nooit lang volgehouden EN er komt stress aan

Onderschikkende of ondersteunende argumentatie
Elk argument krijgt een ondersteunend argument. Verdediging van het eigenlijke standpunt gebeurt
trapsgewijs:
Standpunt
> argument = standpunt
> argument = standpunt
> argument
De argumenten zelf krijgen dus ook verdediging.

Voorbeeld:
Ik hoef jou volgende week niet met schilderen te helpen, Want
Ik heb volgende week geen tijd, Omdat
Ik dan aan een tentamen moet werken, Want
Ik moet slagen voor dat tentamen, Omdat
Ik anders mijn studiefinanciering kwijtraak, Omdat
Ik al veel te lang over mijn studie doe, Want
Ik ben nu al meer dan vijf jaar bezig.


Signaalwoorden:
Aangezien, immers, want immers, omdat immers, want omdat, want, vandaar, daarom, daar, dan ook

Signaalwoorden van enkelvoudige en onderschikkende argumentaties
Want
Omdat
Immers
Namelijk
Aangezien

Signaalwoorden van meervoudige argumentaties
Ten eerste, ten tweede, tot slot
Een ander argument is dat…
Zelfs als dit niet opgaat, dan nog…
Overigens…
Trouwens…
Ten overvloede…
Niet te vergeten…
Bovendien…
Zelfs…
Dus

Argumentatieschema
- schema is bouwplan
- in steekwoorden, niet te ver uitgewerkt

Hoe gebruik je dit?
- Bij schrijven van een tekst:
• van tevoren bepalen welke argumenten je in welke volgorde gaat gebruiken;
• mbv schema met blokjes, pijlen of nummers
- Bij beoordelen bestaande tekst op argumentatie:
• structuur eruit halen;
• mbv schema met blokjes, pijlen of nummers

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessraafs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.26  3x  sold
  • (0)
  Add to cart